Gusto Auto Club

Leestijd: 3 minuten
schermafbeelding-2016-12-31-om-08-06-12
Logo Gusto Auto Club

21 januari van het vorige jaar (1967) was een grote dag in het bestaan van de Gusto Auto Club. De 4 jarige Jolanda van der Pluym zette toen, met het overhalen van een hefboom de “brug” in beweging en de eerste auto  kon aan de onderzijde bekeken worden. Nadien zijn al vele wagens gevolgd en komen er steeds meer clubleden bij. Nu zijn er al 195 leden en 33 donateurs.

schermafbeelding-2016-12-31-om-08-21-47
Mej. Jolanda van der Pluym

“Het verschil tussen een lid en een donateur”? De donateurs krijgen de kortingen op aankoop van onderdelen en voordelige tarieven van de verzekeringen, en benzine van de Gusto benzinepomp. Ook kunnen ze eens per week hun auto komen wassen en twee keer per jaar een grote oppoetsbeurt geven. De leden hebben bovendien de beschikking over de werkplaats met alles wat daarbij hoort. En daar hoort langzamerhand héél wat bij! Compressie- en vacuümmeters, een lasinstallatie, tangen, slijp- en boormachines, voelers, spiegeltjes om in verborgen hoekjes te kijken en en nog veel meer. Kortom alles wat een goed uitgeruste garage dient te hebben. Zelfs het tectyleren, om doorroesten van het chasis te voorkomen, kan gedaan worden. Als laatste nieuwtje kan de spuitcabine genoemd worden, waar “vergeelde” karretjes een opknappertje kunnen krijgen. “Voor alles”, zegt de voorzitter J. Finke, “is de werkplaats bedoeld om het preventieve onderhoud zelf uit te voeren”.

“Preventief, dat wil zeggen voorkomen is beter dan genezen”. Zelf de remmen bijstellen en in de gaten houden. Roest bestrijden door het geen kans te geven om zich te vormen, enz.! Na een aarzelend begin is het gebruik van de werkplaats steeds toegenomen. En de openingstijden zijn, niet gehinderd door wetten en bepalingen, zo ruim mogelijk. Zowel overdag als ‘s avonds, van maandagmorgen tot zaterdagmiddag.

In de afgelopen weken zijn ploegen vrijwilligers bezig geweest om “grote schoonmaak” te houden. Alles is weer opgepoetst, schoongemaakt en rechtgezet. Denk echter niet, dat het een rommelzaakje is! De grote verzameling gereedschappen, door de club zelf aangeschaft, is nog steeds compleet. Nog niets wordt er gemist, want daar is men bijzonder fel op. Is er misschien eens een stuk gereedschap “in de mist” geraakt, dan zal het éérst te voorschijn komen. “Want de garage is van en voor ons allen en we betalen er allemaal aan mee”.

“Voor alles”, zegt het bestuur bestaande uit de technische man B. de Raay, de commerciële man J. Finke en de penningmeesteresse Mej. Els van Rijnswoud, “zijn we de directie dankbaar, dat ze indertijd akkoord gingen met ons aarzelende verzoek en een gebouwtje ter beschikking stelden!” “Daardoor is het mogelijk gebleken om deze fantastische werkplaats te beginnen”. “Bovendien”, zegt de handelsman Finke, “werken we feitelijk op commerciële basis. Niet maar aanrommelen en het bedrijf zorgt wel voor de financiën, maar we moeten rondkomen van de contributies”.

Is het een wonder, dat bij Wilton-Fijenoord nu ook een personeelsgarage van start is gegaan, geheel in de voetsporen van de Gusto mensen?

bron: ‘Het Zeskant’ april 1968


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Laatst bijgewerkt op: 18 augustus 2018

Weer een mijlpaal!

Leestijd: < 1 minuut

Hoogste schoorsteen (175 meter) wordt te Geleen gebouwd

(Van onze Haagse redactie)

bnr-267-schoorsteen-1962
Bnr. 267 Schoorsteen (1962)

DEN HAAG, 5 september. De hoogste schoorsteen in Nederland en de op een na hoogste van Europa zal voor de Staatsmijnen worden gebouwd in Geleen. Dit gevaarte van 175 meter zal dienen om de afvoer van gassen van de salpeterzuur- fabriek van het stikstofbindingsbedrijf.
In de schoorsteen wordt een chroomnikkelstalen binnenpijp van dezelfde lengte gemonteerd. Deze pijp heeft een diameter van twee meter. De ruimte tussen de buitenconstructie van gewapend beton en de binnenconstructie van de stalen pijp dient voor het aanzuigen van zuivere, niet verontreinigde lucht voor de ammoniakverbranding. Daarvoor zullen op 147 meter hoogte openingen in de betonmantel worden aangebracht. De hoogte van de schoorsteen werd vastgesteld aan de hand van modelproeven in het lucht- en ruimtevaartlaboratorium te Amsterdam. De diameter aan de voet van de schoorsteen is 11.60 meter en de diameter aan de top 4.80 meter.

De betonbouw zal worden uitgevoerd door de N.V. Schoorsteen- en Ovenbouwbedrijf P. E. Vermeulen N.V. te Rotterdam. De chroomnikkelstalen binnenpijp zal worden gemonteerd door het thans een eeuw bestaande bedrijf Gusto-staalbouw te Schiedam.

bron: Limburgsch dagblad 05-09-1962


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Laatst bijgewerkt op: 18 augustus 2018

25 jaar Gusto’s Muziekvereeniging (’34)

Leestijd: 3 minuten

GUSTO’S MUZIEKVEREENIGING.
_____________

Zilveren bestaansfeest.
___________

VIER JUBILARISSEN VIEREN HET FEEST MEE

Gusto's Muziekvereniging 1973
Gusto’s Muziekvereniging 1973

Maandag 1 October zal Gusto’s Muziekvereeniging, directeur de heer J. K. C. Karsseboom, haar zilveren bestaan herdenken. Ter gelegenheid van dit jubileum is een geschriftje verschenen, welke o.a. een terugblik over de 25 levensjaren behelst. Hierin lezen wij omtrent de oprichting der vereeniging het volgende:
‘Bij het geven van een korte beschrijving aangaande de geschiedenis van Gusto’s Muziek-vereeniging gaan onze gedachten allereerst terug, naar de zomer van 1909 — het jaar der oprichting. In genoemden zomer werd door eenige werklieden van de Scheepsbouwwerf en Machinefabriek „Gusto”, van de Firma A. F. Smulders, het plan besproken om te komen tot het oprichten van een Muziekkorps, hoofdzakelijk bestaande uit leden, werkzaam bij genoemde onderneming.
Door propaganda en doorzettings-vermogen van enkele personen, kregen de besprekingen steeds een vasteren vorm en wel zoodanig dat op Dinsdag 7 Sept. 1909 een vergadering werd belegd ten huize van den heer A. Wensveen, met als woordvoerder de heer PL. Sonneveld, het voor en tegen werd nog eens goed onder de loep genomen, waardoor men tot het besluit kwam, een vergadering te beleggen toegankelijk voor ieder die met het doel instemde. Deze vergadering had plaats op den avond van 1 Oct. 1909 in het schaftlokaal van de werf Gusto. 24 werklieden uit verschillende afdeelingen, gaven gehoor aan dezen oproep.

Ook deze vergadering werd geleid door den heer PL. Sonneveld, welke na de opening de plannen bekend maakte, met aanvulling van verschillende punten door den heer J. K. C. Karsseboom. Met algemeene stemmen werd daarna overgegaan tot oprichting der vereeniging, zoodat op 1 Oct. 1909, onder de primitieve verlichting van walmende olielampen (z.g. tuitlampen) de vereeniging zijn eerste levenslicht aanschouwde, welke de naam zou dragen van Gusto’s Muziekvereeniging. Als bestuursleden werden gekozen de heeren L. v. d. Brink, voorz., Pl. Sonneveld, secr. en B. Linkels, penningm., welke heren de benoeming aannamen, met de toezegging al het mogelijke in het werk te zullen stellen om te komen tot een goed geheel.
Al spoedig bleek dat het bestuur van aanpakken hield. De medeoprichter J. K. C. Karsseboom werd aangezocht als directeur op te treden. Vooraleer Karsseboom, die taak op zich nam, heeft hij zich eerst verzekerd van een ruggesteun en wel van den heer C. K. J. Burgdorffer (toenmalig directeur Stedelijk Muziekkorps), die zijn volle medewerking toezegde en tevens behulpzaam zou zijn bij de samenstelling van het korps’.
Voorts bevat de jubileumgids een programma voor den feestavond op 6 October, waar de vereeniging zelf zal optreden doch ook de heer L. de Bruijn, de humorist, zijn medewerking zal verleenen. De voorzitter, de heer P. J. A. Vrauwdeunt, heeft een slotwoord geschreven, waarin hij eenieder dankt, die de vereeniging op eenigerlei wijze ter zijde stond.

MUZIKALE RONDWANDELING.

Ter opening van de feestviering zal Maandagavond om 8 uur een muzikale rondwandeling door de stad worden ondernomen. Alsdan zal men den directeur, die als mede-oprichter eveneens een zilveren jubileum herdenkt, een serenade aan zijn woning brengen. Tevens zullen te zijnen huize de op 2en Pinksterdag j.l. te Leiden behaalde concoursprijzen, t.w. de eerste prijs voor concert in de eere-afdeeling en de eerste prijs voor marsch in hoogste afd., in ontvangst worden genomen. Ook de drie andere heren, die eveneens gedurende 25 jaar van Gusto’s Muziekvereeniging lid zijn, zullen met een bezoek worden vereerd.
Maandagavond om 8 uur wordt aangeterden op de Westerkade en eerst wordt dan naar de woning van den directeur aan de Prins Hendrikstraat. Vervolgens gaat het door Nassaulaan, Prins Mauritsstraat, Stadhouderslaan, terug over de Prins Hendriklaan over de Nieuwe Haven, door de Hagastraat, Beijerlanschestraat, Ridderkerkschestraat naar den Havendijk, alwaar voor dee woning van den heer C. Heijmans, eveneens een jubilaris, halt zal worden gehouden. Dan zal worden opgetrokken naar de Lekstraat, waar bij den heer H. Greeve een serenade zal worden gebracht, om langs de Hoofdstraat, N. Haven, B. K-laan, J. van Avennestraat en Graaf Fkorisstraat de Vondellaan, waar halt gehouden wordt bij de woning van den heer P. Lagendijk.
Na deze bezoeken zal een muzikale wandeling worden gemaakt langs West-Frankelandsehestraat, Fabriplein, Gordonstraat, Vlaardingerstraat, Dam, Groote Markt en Lange Kerkstraat om op de Broersvest voor het repetitielokaal te eindigen.
De officieele huldiging van de vier jubilarissen zal plaats vinden op den jubileumavond, die Zaterdag 6 October a.s. in den R. K. Volksbond zal gehouden worden.

Bron: Nieuwe Schiedamsche Courant, 28/09/1934


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Laatst bijgewerkt op: 18 augustus 2018

‘De Gusto’

Leestijd: 2 minuten
scan-5
foto: Fonds Hist. Publikaties Schiedam

Een tweede, grote stimulans voor de omgeving van het Hoofd was de komst van de werf de Gusto van de firma A.F. Smulders. Met dit bedrijf kreeg de omgeving weer een scheepswerf. Van 1835 tot 1891 had ten zuiden van de kaarsenfabriek De Nijverheid gelegen, een scheepsbouwbedrijf dat nog in 1862 werd uitgebreid met een sleephelling.8 De opkomst en ondergang van de Gusto, die zich in 1905 aan de Maasdijk vestigde, is een verhaal dat nog definitief geschreven moet worden. Zonder twijfel wordt dat de trotse geschiedenis van mannen wier produkten op alle wereldzeeën gevaren en in alle havens ter wereld gebaggerd hebben. Van hun vakmanschap en hun werkzaamheden zijn in Schiedam nog maar weinig sporen terug te vinden, ook de fabriekshallen en scheepshellingen waar ze werkten zijn verdwenen. Het enige monument dat Schiedam van dit eens zo trotse bedrijf nog rest is de in 1927 geopende Koemarktbrug. Op de plaats waar ooit de pneumatische klinkhamers ratelden en de scheepswanden onder het blauwe licht van de lasapparaten oplichtten, staan nu grote opslagloodsen, neergezet in een weinig opwindend patroon. Naast het verdriet over de teloorgang van een bedrijf met zo veel kennis is er ook nog de teleurstelling over een gemiste stedebouwkundige kans. Wat had Schiedam daar aan de Waterweg een prachtige woonwijk kunnen bouwen en wat een mooi vervolg had de Maasboulevard aan de andere kant van de Voorhaven kunnen krijgen: zo zou er een hotel ‘Gusto’ (met Italiaanse keuken!) aan die boulevard gestaan kunnen hebben, net als een ‘Apollohuis’ — voor de schone kunsten — en tenslotte een ‘Smulderstoren’.
Gusto: wat er nog van rest is de eerder genoemde Koemarktbrug, een kunstwerk in Art Decostijl, gebouwd door de mannen van de Maasdijk, maar wie weet dat nog?

Schrijnend is de ondergang van ‘Gusto’ als deze afgezet wordt tegen de verwachtingsvolle ontboezeming van een kennelijk pas aangestelde werknemer. Tegelijk met een adreswijziging stuurt hij zijn familie in Amsterdam het volgende gedicht:

Een nieuw paleis van Industrie
Doet weer van werklust blaken
Vernuft en geest en fantasie
Wat sluimert doet ontwaken

IJver vlijt en energie
Steunen hier de zaken
Onverbroken harmonie
Zal groter nog ze maken

Als geen van ons ook wie
Zijn plicht ooit zal verzaken
Zal onderlinge sympathie
Ons aller werk volmaken

‘Gusto’ bepaalde ook voor een belangrijk deel het aanzien van het Schiedamse zuiden. Weerszijden de Groenelaan en rond het Wilhelminaplein stonden woningen die aan de toevloeiende stroom van arbeiders onderdak moesten verschaffen. De kleine eenkamer-woninkjes in de Gas-, Steen-, Hout- en Zalmstraat kregen — maar toen waren er al weer wat jaren verstreken — bezuiden de Nieuwe Maasstraat gezelschap van ruimere woningen die door de idealistisch geïnspireerde ‘Vereeniging Volkshuisvesting’ gebouwd werden; een stadgenoot, de aan het Hoofd geboren Piet Sanders, maakte daarvoor de bouwplannen. Van vergelijkbare opzet was het woningbouwcomplex aan de Eendrachtstraat, ontworpen door een andere Schiedamse architect, A.K. Kruithof. Bijzonder aan dit complex was het badhuis, waarvan zeker niet alleen door de bewoners van die straat gebruik gemaakt werd.

bron: ‘Het Hoofd en omgeving: Cees van der Geer (1996)
8 Anno Teenstraa, Schip en Werf, 1956


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Laatst bijgewerkt op: 18 augustus 2018

Koninklijk Bezoek 18/9/1925

Leestijd: 6 minuten

Bij Gusto.

Langs Nieuwe Maasstraat, Middelharnisschestraat, Wilhelmina-plein, Brouwerstraat en Wilhelminabrug werd de Maasdijk bereikt. Onder de eerepoort hadden zich 18 jonge dames opgesteld, elk met een palmtak, die zich, toen een dochtertje van de heer N. Conijn en Maria Holtkamp bloemen hadden overhandigd aan H.M. en aan de  zich aan weerszijden van het rijtuig opstelden en dit begeleidden tot den ingang van het kantoor der Werf Gusto, die om 17 uur 5 bereikt werd.

van-beverenstraat
van Beverenstraat

Daar werden de Koninklijke gasten en hun gevolg en den burgemeester opgewacht door den heer Frans Smulders. Diens dochter overhandigde aan H.M., een dochtertje van den heer August Smulders, aan de Prinses, bloemen.

Vervolgens betraden de gasten de keurige vergaderzaal van de Werf Gusto, waar de dames van de leden der directie aan hen werden voorgesteld. De heer Frans Smulders, gaf voor een bezoek werd gebracht aan de werkplaatsen en de werf een kort overzicht van het bedrijf.

lage-achterweg
Lage Achterweg

Spreker zeide:

“Het is voor de Werf Gusto een hooge onderscheiding, dat U haar fabriek wenscht te bezoeken, daardoor wederom blijk gevende van Uwe bijzondere belangstelling in onze industrie en het is de directie een hooge eer U in hare fabriek te mogen rondgeleiden. Alvorens daartoe over te gaan vraag ik Uwe Majesteit verlof een korte uiteenzetting te mogen geven van de diverse werktuigen door de Werf Gusto vervaardigd. Zij heeft zich voornamelijk toegelegd op den bouw van baggermaterieel, waarbij de groote vooruitgang op dit gebied het beste geïllustreerd wordt door het feit, dat circa 30 jaar geleden baggermolens in vasten grond met een capaciteit van 100 M.3 per uur en zandzuigers met een capaciteit van 300 M.3 per uur reeds zeer importante werktuigen waren; deze kwantums worden heden ten dage met meer moderne en zwaardere werktuigen tot meer dan 1000 M.3 respectievelijk 5000 M.3 per uur opgevoerd. Deze werktuigen gaan meestal onder eigen kracht naar de plaatsen van hun bestemming.

kreupelstraat
Kreupelstraat

Als verdere specialiteit mijner firma kan ik de kolentransporteurs vermelden. Voor het spoediger en gemakkelijker manipuleeren van steenkolen uit lichters naar de bunkers, resp. laadruimen der zeeschepen, werd door ons in 1904 het eerste kolenschip ontworpen met een capaciteit, van 100 ton, resp. 10 wagons kolen per uur; deze kwantums werden successievelijk door nieuwe werktuigen opgevoerd tot meer dan 1000 ton. Het is dan ook voor een groot deel aan deze werktuigen met vlugge behandeling der kolen te danken, dat bijv. Rotterdam, waar vele van deze werktuigen werken, een der eerste kolenhavens van Europa is geworden. Ook naar andere landen werden vele dezer werktuigen geleverd en werd onder anderen voor eenige maanden nog een dergelijk vaartuig afgeleverd naar Dairen (Oost-China) voor de South Manchurian Railway, welk schip op eigen kracht daarheen is gevaren. Waar het algemeen streven is, vlug te bedienen en groote kwantums kolen te verwerken, is er zeer zeker nog een groote toekomst voor deze schepen weggelegd.

hagastraat-09-1925
Hagastraat gezien vanaf de Nieuwe Haven

Verder heeft onze Werf zich gespecialiseerd op het gebied van groot kranenbouw, vooral van drijvende kranen, die een gewicht van 200.000 K.G. en meer kunnen heffen en waarvan reeds verscheidene geleverd zijn, o. a. aan de Russische, ltaliaansche, Argentijnsche, Braziliaansche, Belgische en andere regeeringen en groote ondernemingen. Ik wilde hierbij nog speciaal vermelden een 400-tons zelfstoomende kraan voor het lichten van onderzeebooten voor de Italiaansche regeering.

Daarnaast beoefent de Werf Gusto ook den algemeenen scheepsbouw, machinebouw en ijzerconstructie. Wij hebben voornamelijk voor het buitenland gewerkt, doch zou dit overzicht niet compleet zijn als de directie niet met groote dankbaarheid melding maakte van de belangrijke werken, die zij in den loop der jaren voor Uve Majesteit’s Regeering heeft mogen uitvoeren, voornamelijk voor het Departement van Marine, Oorlog en Koloniën.

groenelaan-vanaf-de-willemskade-gezien
Groenelaan vanaf de Willemskade

Ik hoop Uwe Majesteit enkele modellen en foto’s te mogen laten zien van baggerwerk-tuigen, kolentransporteurs, kranen, zoomede een 200-tons kraan, die gereed aan onze werf ligt.”
Nadat thee was geserveerd en enkele foto’s van werktuigen waren bezichtigd, begaven de gasten zich naar de showhall, waar verschillende modellen waren opgesteld van baggermolens, zuigers, kranen, schepen enz., door de Werf Gusto in den loop der jaren afgeleverd.

Vervolgens ging het naar de fabriek, waar de gieterij, de bramerij en de draaierij in oogenschouw werden genomen. De Koningin was op dezen tocht vergezeld door den heer Frans Smulders, Z. K. H. door den oud-hoofdingenieur der werf, de heer J. D. Dresselhuys uit Wassenaar en H. K. H. door den Heer August Smulders.

broersvest-vaf-kerkstraat
Broersvest gezien vanaf de Kerkstraat

In de werkplaats bevonden zich ook enkele invité’s en voorts waren daar opgesteld 56 leden van het personeel, die 25 jaar of langer bij de firma Smulders in dienst zijn. De Koningin onderhield zich eenige oogenblikken met de beide bazen, die een koninklijke onderscheiding verwierven, de heeren Bosdijk en Heijman en met de twee leden van het personeel, die het langst in dienst der firma zijn, n.l. 47 jaar, baas J. v. d. Klugt en den werkman J. de Wit.


Op de foto: in het centrum Koningin Wilhelmina met rechts Frans Smulders, links van haar August Smulders in gesprek met Prins Hendrik, rechts achter Frans Smulders staat de heer H. Dresselhuijs in gesprek met Prinses Juliana. De foto is genomen aan de oostzijde op de kade van de ‘Gustohaven’.

Laatst bijgewerkt op: 18 augustus 2018

Werf Gusto ∼ ‘Spektakelstukken’

Leestijd: 3 minuten

Schiedam heeft een grote naam op het gebied van de fijnmetaal, maar ook in de scheepsbouw; in de bouw van fijne apparatuur evengoed als in de uitvoering van zware, ingewikkelde staalconstructies. In Schiedam worden boor- en kraaneilanden gebouwd en brugdekken gemaakt voor de grootste wateroverspanningen. Er wordt baggermaterieel aanbesteed door nagenoeg alle naties ter wereld en er worden scheepsreparaties uitgevoerd die ergens anders voor onmogelijk worden versleten. Vooral in deze laatste sectoren heeft Schiedam grote bekendheid gekregen door de aanwezigheid van twee maatschappijen, die zich in dat werk hebben gespecialiseerd. De Dok- en Werfmaatschappij Wilton Feijenoord en de Werf Gusto, voorheen A. F. Smulders. De eerste van deze twee staat voor de scheepsreparaties, de tweede voor elk denkbare opdracht die op het gebied van speciaal scheepvaart- en baggermaterieel te vergeven is.

Van beide is de Werf Wilton numeriek de grootste, zowel gemeten naar zijn personeelssterkte als naar zijn oppervlakte en dokinhoud. Hij is zelfs zo groot dat „men van buitenaf” geneigd is de maatschappij voor een Rotterdamse te verslijten, zoals een voornaam heer uit Den Haag eens deed bij een belangrijke openingsplechtigheid, waarbij hij de Rotterdamse burgemeester W. Thomassen onder zijn toehoorders wist. „Zie nu maar weer eens”, zei hij, „naar dat enorme dok, dat Wilton Feijenoord een paar dagen geleden in gebruik nam. Honderdvijftig duizend tonnen groot is het. Groot, groter, grootst; zo’n dok dat is toch alleen maar weer mogelijk in Rotterdam nietwaar?”

En eerlijk gezegd, die indruk krijgt men ook door zijn omvang in de eerste plaats en door de snelheid en het improvisatievermogen bij lastige scheepsreparaties die Wilton Feijenoord zijn internationale reputatie hebben gegeven.
De Werf Gusto is kleiner. En een flink stuk ook. Maar daartegenover kan hij het feit stellen dat hij de werf is van de spektakelstukken. Gusto is gespecialiseerd in moeilijke opdrachten. De uitvoering van de draagconstructie van de eerste vrijhangende kantoorflat van elf verdiepingen in Nederland. De bouw van brugconstructies voor onder andere de Van Brienenoordbrug en de Basculebrug bij Gorcum. Van baggermolens en snijkopzuigers. Maar ook werden door Gusto uitgevoerd de transportbruggen voor de ENCI in Maastricht, de Hoogoven Vier in IJmuiden en de schachtmantel voor de Staatsmijn Beatrix. Het is niet overdreven te zeggen dat de superlatieven die bij Wilton gebruikt kunnen worden bij de beschrijving van de werf, bij Gusto van toepassing zijn op de aard van de verrichte werkzaamheden. Groot, groter, grootst wordt daar moeilijk en moeilijker in een oplopende reeks die eindigt bij het nog ternauwernood uitvoerbare.

Het specialisme van de maatschappij is een traditie die hij zich overigens al had opgebouwd voordat hij naar Schiedam kwam. Al in de negentiende eeuw had de toen nog hetende firma A. F. Smulders zijn geschiedenis geschreven in voor die tijd zeer zware opdrachten. Excavateurs voor de aanleg van het Panamakanaal, pompen voor stoomgemalen, locomotieven en hopperzuigers voor onder andere Brazilië, Duitsland, Australië, Rusland, China en Siam.
Dat was de balans in 1905. Het jaar dat Gusto naar Schiedam kwam. Het bedrijf was toen 43 jaar oud en uitgegroeid van het in 1862 door Augustus Smulders opgerichte fabriekje, dat, tezamen met nog twee andere, drie arbeiders in dienst had, tot een vierhonderd man sterke grootindustrie. Het is daarom zo verwonderlijk, dat de Schiedamse Gemeenteraad zich niet opgetogen toonde toen de vestiging van de werf ter sprake kwam. De eerste reactie was een voor die tijd typisch Schiedamse. Men vond het bod dat Smulders deed op de terreinen aan de Nieuwe Maas te laag. „Wilton had kort daarvoor in Rotterdam het zesvoudige geboden voor een stuk grond in de Bospolder”, gaf de Raad zijn voorzitter te kennen en hij vond het niet meer dan redelijk dat Smulders hetzelfde zou betalen in Schiedam.

Slechts een minderheid, gegroepeerd rond de grote Schiedammer M. C. M. de Groot, was een andere mening toegedaan. Tegen het oordeel van een groot aantal stadgenoten, zag hij als eerste een paar lichtpunten in de aanbieding, en hij verklaarde in de Raad dat: „ . . . door de vestiging van deze nieuwe industrie een opwekking zal komen van de algemene geest hier ter stede, een opwekking die verheffend zal werken”.
De tijd heeft hem gelijk gegeven. In meer opzichten dan hijzelf verwachtte. De komst van de Werf Gusto bleek later niet alleen een opwekking te zijn geweest. Het betekende ook de inleiding tot een nieuw industrieel tijdperk en een keerpunt in de economische ontwikkeling van Schiedam.
De komst van de nieuwe maatschappij trok andere industrieën aan en verschafte aan een deel van de al bestaande een nieuwe basis. Door zijn aanwezigheid alleen al droeg hij bij tot betere arbeids-voorwaarden en tot verbeterde omstandigheden, wat zijn terugslag weer had in een klimaatbevordering voor vestiging van nog meer industrie.

Uit: ‘Schiedam Nu’ door Hans van der Sloot (blz. 65 tot blz. 76)
foto: Robert Collette
Uitgave 1967 Europese Bibliotheek – Zaltbommel


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Bewaren∼

Bewaren

Bewaren

Laatst bijgewerkt op: 18 augustus 2018

Steenkolen-Transporteurs

Leestijd: 9 minuten

Inleiding tot het bezoek aan de steenkolen-transporteurs van de Steenkolen-Handels-Vereeniging te Rotterdam op 22 October 1910.

Voordracht, gehouden in de vergadering der Afdeeling voor Werktuig- en Scheepsbouw op Zaterdag 22 October 1910,
DOOR HET LID
J. D. DRESSELHUIJS.
(Met afbeeldingen.)

Gaarne voldoe ik aan het verzoek gedaan door het Bestuur onzer Afdeeling, om met een enkel woord het bezoek, dat wij straks zullen brengen aan de steenkolen-transporteurs der Steenkolen Handelsvereeniging alhier, in te leiden.
Ofschoon die werktuigen aan velen uwer niet onbekend zullen zijn, kan een korte verklaring daarvan echter voor anderen nut hebben en u de bezichtiging straks vergemakkelijken.
Het doel der werktuigen is, zooals trouwens reeds uit den naam blijkt, om de steenkolen, die de vele zeebooten, die onze haven bezoeken, in zulk een groote hoeveelheid noodig hebben, te vervoeren en in de bunkers over te laden.
Teneinde dit gemakkelijk, goedkoop en vlug te kunnen verrichten, is het nodig, dat alle bewegingen zoveel mogelijk machinaal geschieden en dientengevolge het bedienend personeel zoo gering mogelijk zij. Dat is in zooverre bereikt, dat thans, wanneer de grootte der bunkers zulks toelaat, ongeveer 250 ton kolen per uur van uit het werktuig in de bunkers kunnen worden overgeladen, met een bemanning van slechts 7 koppen. Welk verschil dit maakt met den vroegeren toestand, toen het bunkeren nog bijna uitsluitend met handenarbeid verricht werd, moge daaruit blijken,  dat toen voor dezelfde hoeveelheid in denzelfden tijd ± 250 man zouden nodig geweest zijn.

Denkt men daarbij aan de omstandigheid, dat lossen of laden van de zeeboot tamelijk wel onmogelijk geworden is, wanneer zulk een leger van kolendragers aan beide boorden onophoudelijk op- en afklimmen, terwijl dit lossen en laden bij het gebruik van den transporteur in het geheel geen storing ondervindt, en bovendien de onvermijdelijke stof, door het oude systeem veroorzaakt, bij het nieuwe geheel vermeden wordt, dan zal elkeen begrijpen, dat het gebruik van transporteurs in elke haven zeer is aan te bevelen.
Wat nu de samenstelling en werkwijze van den transporteur betreft, dient het volgende: (Zie fig. 1)
Hij bestaat uit een vaartuig, in het midden voorzien van een laadruim met hellende zijwanden en dat ter wille van bet dwarsscheepsche verband door meerdere dwarsschotten in verschillende afdeelingen verdeeld is.
Achter bevinden zich de machinekamer en de stookplaats, terwijl zich in het voorschip het logies voor de bemanning bevindt. Geheel aan de voorsteven bevindt zich een uit plaat- en ∠-staal tezamengestelde gootvormige geleider, waarin zich de transportband bevindt en die onder een hoek van 45° tot op ongeveer 20 M. boven de waterlijn omhoog rijd. De geleider wordt door een stelsel van trek- en steunstangen aan de staande zijwanden van het laadruim verbonden. Boven op een ontvanger, die zich aan het uiteinde van den geleider bevindt, is een 5-tons draaikraantje geplaatst, bestemd om de telescopische afvoergoot, die aldaar, in alle richtingen draaibaar, is opgehangen, te dragen.
Op den bodem van het laadruim en over de volle lengte daarvan, is een tunnel aangebracht, waarvan de vertikale wanden aan weerszijden van een groot aantal schuiven voorzien zijn. Op den bodem van de tunnel beweegt zich de transporteurband, waarvan de drijftrommel wordt aangedreven door een der beide compound-machines, die in de machinekamer geplaatst zijn.
Die transportband loopt door de tunnel en door het voorschip naar den geleider en stijgt daarin tot aan de storttrommel, die zich boven den ontvanger bevindt, keert dan op zijn weg terug en beweegt zich onder den opgaande band tot in de machinekamer, alwaar hij weder de drijftrommel bereikt. Wanneer nu het laadruim van den transporteur met kolen geladen is stoomt dit vaartuig langszij van het te bunkeren stoomschip of, indien er lichters langszij liggen, bezig met het afgeven of ontvangen der lading, langszij van den lichter.
Door middel van een stoomlier op het voorschip wordt het kraantje op den ontvanger in beweging gezeten daardoor de telescopische afvoergoot in de gewenschte richting en helling gebracht en tot op de gewenschte lengte uitgeschoven, zóó, dat het uiteinde der afvoergoot zich boven of in het bunkergat bevindt.
Door een signaal op een mondfluitje wordt de gezagvoerder van den transporteur gewaarschuwd, dat alles in orde is en deze geeft door een beltelegraaf eerst order aan de machinekamer “vooruit” en daarna aan den tunnelman, dat hij kolen op den band kan toelaten. Die tunnelman nu opent door een zeer eenvoudige hefboombeweging een der schuiven, die zich in den tunnelwand bevinden en laat de kolen op den in beweging zijnden band toestroomen. Door het meer of minder openen dier schuit regelt hij den toevoer zóó, dat de band behoorlijk gevuld is. De vloer in de tunnel, waarop zich de tunnelman bevindt en waaronder zich de transportband beweegt, is doorzichtig en door de electrische verlichting die daaronder is aangebracht, kan hij de lading van den band gemakkelijk volgen en regelen. Bij de tunnel is een hellingmeter aangebracht, waardoor men zich ten allen tijde kan overtuigen, dat het vaartuig dwarsscheeps recht blijft liggen. De hiervoor genoemde schuifopeningen zijn zoo groot, dat de, grootste stukken kool gemakkelijk doorgelaten kunnen worden, terwijl de hefboominrichting, waarmede de schuiven geopend worden, zoodanig is, dat een enkele druk benedenwaarts voldoende is om een eenmaal geopende schuif onmiddellijk te sluiten. Dit is noodig voor het geval dat er, na het doorlaten van een groot stuk kool, te veel fijne kool zou nastroomen, waardoor de band overbelast zou worden. De geladen band komt, na de tunnel verlaten te hebben en alvorens in den geleider omhoog te gaan, over een automatische weegmachine, alwaar met zeer groote nauwkeurigheid de zich op den band bevindende hoeveelheid steenkool gewogen wordt en door een telwerk wordt aangewezen, zodat men ten allen tijde met juistheid kan aflezen, hoe groot de hoeveelheid afgeleverde steenkool is.
Is een bunker geladen, zoodat de afvoergoot op een ander bunkergat moet worden geplaatst, dan stopt men eerst den toevoer der kolen tot den band en daarna de machine. die den transportband drijft.
Het is merkwaardig om tijdens het bunkeren te zien, hoe eenvoudig de bediening van den transporteur is.
Behalve de stoker, die voor den stoom te zorgen heeft, en de machinist, die het oog over zijn machine laat gaan, is alleen de tunnelman bezig en kan het werktuig onafgebroken zijn 250 ton kolen per uur afgeven totdat het laadruim ledig is. De hellende bodem, die aan het laadruim gegeven veroorzaakt een vanzelf neerglijden der kolen tot aan de

KOLENTRANSPORTEUR “PLUTO”

Bnr. 294: Pluto (1905)
Fig. 2.

Bewaren

schuiven, zoodat zich niemand met de lading zelve behoeft bezig te houden.
Laat ik u thans enkele afbeeldingen van de geleverde kolentransporteurs laten zien:
De afbeelding fig. 2 stelt voor de eerste der door de werf „Gusto” vervaardigde transporteurs met geheel ingeschoven afvoergoot. Zoals u ziet, beantwoordt dit vaartuig niet geheel aan de beschrijving, die ik zooeven van die werktuigen gaf.
Hier mist men namelijk de 5 tons kraan, die op den ontvanger geplaatst is en wordt de afvoergoot gedragen door twee stalen derricks, die aan de onderzijde draaibaar aan een profilstalen bok zijn bevestigd. Bij het ontwerpen van dit eerste vaartuig gingen wij uit van de gedachte, dat de kolen niet hooger moesten worden opgevoerd dan voor het te bunkeren schip noodzakelijk was en maakten wij dientengevolge den geleider aan de onderzijde draaibaar. Door een krachtigen takel wordt de geleider aan den profilstalen bok bevestigd en wordt de stalen reep van dien takel door de deklier op en afgewonden.

Door dien veranderlijken stand van den geleider kon echter geen kraantje op den ontvanger worden geplaatst en moesten wij onze toevlucht nemen tot de hierboven genoemde derricks.

Alhoewel dit systeem zeer goed voldoet en het beginsel, waarop het berustte, juist is, kwamen wij tijdens de exploitatie van den transporteur tot de overtuiging, dat het veranderen van stand van den geleider slechts zelden voorkwam en de geringe voordeelen, daarmede behaald, voor de Rotterdamsche toestanden niet opwogen tegen die, verbonden aan een vasten geleider en het daarop plaatsen van een kraan, waardoor het werken met den afvoergoot zeer wordt vereenvoudigd.
Omdat wij toen nog niet de absolute zekerheid hadden van de juiste werking der weegmachine, werd het laadruim hier in 10 verschillende evengroote afdeelingen verdeeld en daarin merken aangebracht, waardoor men ten allen tijde in staat was de hoeveelheid der afgeleverde kolen te controleeren. Tijdens de exploitatie bleek echter, dat de weegmachine zeer nauwkeurig aanwees, en is het aantal der schotten voor de volgende transporteurs tot twee teruggebracht.

KOLENTRANSPORTEUR «PLUTO», MET STOOMSCHIP “AMSTERDAM” DER HOLLAND-AMERIKALIJN BUNKERENDE

Bnr. 294: Pluto (1905)-2
Fig. 3.

De afbeelding fig. 3 laat u zien hoe de kolentransporteur, liggende langszij van een der Holland-Amerika booten, de kolen stort in de zij bunkergaten.
In fig. 4 wordt duidelijk gemaakt, hoe de kolen in de stuurboords-bunkergaten kunnen worden geleid, niettegenstaande de transporteur aan B.B.-zijde van het zeeschip gemeerd ligt.
Ligt dus die zeeboot tegen den kaaimuur, zoodat de transporteur aan die zijde geen plaats kan vinden, dan is dat, zooals u hier ziet, voor het bereiken der bunkergaten aan die zijde geen bezwaar.

Bnr. 294: Pluto (1905)-3
Fig. 4.


Bewaren

Bewaren

Hier ziet u (fig. 5) hoe, terwille van een zeer snelle bunkering, aan weerszijden van de zeeboot een transporteur gemeerd ligt. Aan S.B.-zijde ligt de „Pluto”, zijnde de eerst vervaardigde, en aan B.B.-zijde de „Prosper”, zijnde een van het verbeterde systeem. 000Verder is een gewone kleine elevateur doende om den inhoud van het laadruim van de Prosper bij te vullen.
U zult begrijpen, dat men op die wijze in zeer korten tijd aan een zeeboot de nodige bunkerkolen geven kan.
Fig. 6 stelt den laatst geleverden transporteur voor, n.l. de „Harpen”. Wat constructie betreft is deze geheel gelijk aan de „Prosper”, doch heeft een laadvermogen van 1.000 tons.
Bovendien is dat werktuig voorzien van een electrisch gedreven verlaadbrug, waardoor de inhoud van het laadruim tijdens het bunkeren weder kan worden bijgevuld.
Ook uit deze afbeelding (fig. 7) blijkt weder hoe snel de zeebooten met die werktuigen hare bunkerkolen kunnen innemen. Hier liggen namelijk niet minder dan drie transporteurs, zijnde de „Pluto”, de „Prosper” en de „Harpen”, tegelijk

Bnr. 294: Pluto (1905)-4
Fig. 5.

langszij van de boot en geven alle tegelijk hunne kolen af. Men mag veilig aannemen, dat daar zoo ongeveer 600 á 700 ton kolen per uur worden overgezet.
In fig. 8 wordt aanschouwelijk gemaakt, hoe, zooals ik in

KOLENTRANSPORTEUR «HARPEN» MET ZELFLAADINRICHTING

Bnr. 294: Pluto (1905)-5
Fig. 6.

den aanvang zeide, de transporteurs dwars over een langszij liggenden lichter hunne kolen aan de zeeboot kunnen afgeven, zonder dat de lossing en de lading aan de zijde, waar de transporteur ligt, behoeft onderbroken te worden. Fig. 9

Bnr. 294: Pluto (1905)-6
Fig. 7.

laat zien hoe een transporteur, die door de werf „Gusto” naar Hamburg geleverd werd, zijn kolen afgeeft aan een zeeboot, die in het dok staat, dwars over den zijkant van het dok heen, zonder de werkzaamheden in het dok in het minst te hinderen.
Dit geeft u een idée van de tijdsbesparing, die met die werktuigen bereikt wordt. Indien het vaartuig uit het dok komt heeft het zijne bunkerkolen ingenomen en kan direct wegstoomen. 000Het werktuig, dat hier afgebeeld is (Fig. 10), n.l. de „Holland” is ook een transporteur. Het kan met andere woorden ook de zeebooten van bunkerkolen voorzien en wel door den geleider 4 met zijn afvoergoten.

Bnr. 294: Pluto (1905)-7
Fig. 8.

Bewaren

Bovendien is het echter voorzien van een inrichting om met kolen geladen lichters te lossen en die kolen over te laden óf in de ruimen der hiervoorgenoemde transporteurs, óf in de ruimen van zeebooten, die de kolen als lading innemen.
Het lossen der kolen geschiedt door de slingerladder, die met een dubbele rij graafemmers voorzien is. Ik noem dit deel een slingerladder, omdat hiermede werkelijk langs hydraulischen weg een slingerende beweging gemaakt wordt en waardoor de graafemmers de volle breedte van den lichter bestrijken. Het trimmen in den lichter wordt daardoor tot een minimum teruggebracht. De graafemmers volgen, na de slingerladder verlaten te hebben, den draagarm, waar zij zich in een dubbelen trog leegstorten, en worden door de emmers zelve de kolen geschoven in een trechter. Vandaar kunnen ze door een stuurklep gebracht worden óf naar de transportinrichting na onder weg weder gewogen te zijn, óf naar een aan de achterzijde aangebrachten transporthand, waardoor de kolen, zonder zoo hoog te worden opgevoerd, direct in de ruimen der te beladen transporteurs of in de ruimen der te beladen zeebooten vallen.

KOLEN ELEVATEUR-TRANSPORTEUR «HOLLAND».

Bnr. 294: Pluto (1905)-8
Fig. 9.

Dit werktuig is niet zelfstoomend en heeft een losvermogen van ruim 500 ton per uur. Bij de beproeving, die bij de aflevering plaats had, werd een opbrengst van 670 ton per uur bereikt. In de praktijk bevalt dit werktuig zoo goed, dat men thans daarmede dikwijls direct bunkert en dus de kolen van uit den lichter, zonder door den transporteur te passeeren, direct in de bunkers der zeebooten worden overgeladen.
En hiermede hoop ik u een algemeenen indruk gegeven te hebben van de werktuigen. die wij straks zullen bezichtigen, en hoop ik zeer, dat die U van eenig nut moge zijn.
Ik mag echter deze inleiding niet eindigen, alvorens U te hebben medegegeeld, dat de werf „Gusto” het aan het energieke bestuur der Steenkolen Handelsvereeniging alhier te danken heeft, dat de transporteurs hier in Rotterdam ter wereld gekomen zijn.

KOLEN ELEVATEUR TRANSPORTEUR «HOLLAND».

Bnr. 294: Pluto (1905)-9
Fig. 10.

Die firma toch zag er niet tegen op ons den eersten transporteur te bestellen, niettegenstaande de uitkomsten toen natuurlijk nog niet zeker waren, en danken wij ook tijdens de uitvoering menige nuttige raadgeving aan den directeur der firma, den heer VAN BEUNINGEN, die zoo bij uitstek op de hoogte is van de wijze, waarop steenkool moet worden behandeld.

bron: De ingenieur; Orgaan van het Kon. Instituut van Ingenieurs- van de vereeniging van Delftsche Ingenieurs jrg 26, 1911, no 4, 28-01-1911


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Laatst bijgewerkt op: 1 februari 2019