De stakingen in de metaal van 1970

Leestijd: 5 minuten

Loonsverhoging geëist
Staking Wilton breidt uit

Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland 26-08-1970
Leeuwarder Courant: 26-08-1970

De staking bij Wilton-Fijenoord in Schiedam heeft zich vanmorgen uitgebreid tot enkele andere scheepswerven in het Waterweg-gebied. Bij de Rotterdamse Droogdok Maatschappij zijn duizend van de vierduizend werknemers in staking gegaan. Het werk bij ‘Waterweg’ in Schiedam, een dochteronderneming van de ‘RDM’, ligt volledig stil. Hier hebben 600 werknemers geweigerd aan het werk te gaan. Bij ‘Verolme’ op Rozenburg en de werf Gusto in Schiedam wordt normaal gewerkt.

Aanleiding tot de stakingsgolf is het ongenoegen over het inschakelen van door koppelbazen geleverde werknemers, die meer verdienen dan de arbeiders die bij de werven in vaste dienst zijn. De staking begon gistermiddag nadat een gesprek met het hoofd van de afdeling nieuwbouw over de looneisen van de technisch geschoolde arbeiders op niets was uitgelopen. Eerst legde de afdeling nieuwbouw het werk neer, waarna de staking zich langzaam over de hele werf uitbreidde. In de loop van de middag kwam het hele bedrijf stil te liggen. Alleen het kantoorpersoneel bleef aan het werk. Het netto weekloon van de technisch geschoolde arbeiders ligt in de hoogste klasse rond 170 gulden per week. De protesterende werknemers verlangen een loonsverhoging van twintig tot vijfentwintig gulden per week. Gesprekken tussen directie en ondernemingsraad hebben geen resultaat gehad.

bron: Leeuwarder Courant: hoofdblad van Friesland 26-08-1970


Arbeiders eisen zelfde lonen
als personeel van koppelbazen

Staking op werven
dreigt zich
uit te breiden

Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland 27-08-1970
Leeuwarder Courant: 27-08-1970

De staking bij de werven Wilton-Fijenoord, “De Nieuwe-Waterweg” en Gusto te Schiedam en de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij te Rotterdam dreigt zich uit te breiden tot andere werven. Een groep werknemers van Wilton-Fijenoord is vanmorgen naar de werf A. de Jong NV getrokken om daar een solidariteits-staking uit te lokken. Deze poging om de staking uit te breiden ging gepaard met intimidatie en bedreiging,

Vanmiddag om twaalf uur kwam het personeel van A. de Jong NV bijeen. De werknemers van Wilton hebben geprobeerd het bedrijf binnen te dringen. De ondernemingsraad van De Jong is sterk gekant tegen deze vorm van intimidatie. De werknemers van Wilton daarentegen zijn van mening dat de resultaten van hun staking ook voor het personeel van De Jong belangrijk zijn. De directie van De Jong zegt dat het bedrijf niets met de problemen te maken heeft, omdat er geen ingeleende werknemers (via koppelbazen) op het terrein werken. Bij de staking in het Waterweg-gebied zijn meer dan 6000 arbeiders betrokken.

Vanmorgen zag het ernaar uit dat de staking vanmiddag voorbij zou zijn, maar het personeel van de werven aanvaardt de resultaten van het nachtelijk overleg tussen directies en werknemers-organisaties niet. Het resultaat was, dat een maximum-verschil van 10 procent tussen de lonen van geschoold technisch personeel van de werven en de lonen van werknemers van koppelbazen, die door de werven worden “geleend,” werd aanvaard. De werknemers eisen echter opheffing van het hele verschil, dat soms 100 tot 150 gulden per week bedraagt. “Wij zullen de werknemers niet adviseren weer aan het werk te gaan,” aldus vanmorgen vakbondsbestuurder W. F. Thijssen van de Algemene Nederlandse Metaalbedrijfsbond. “Dat is het werk van de directies. Tenslotte is deze situatie al twintig jaar zo. Zij hebben zelf om deze moeilijkheden gevraagd.”

Het einde van de staking werd vanmiddag niet meer verwacht en mogelijk zal de actie ook morgen voortduren. Nadat vanmorgen om zes uur, na 5½ uur onafgebroken overleg, overeenstemming was bereikt over een nieuwe beloningsstructuur, begon bij Wilton en de RDM het overleg tussen de vakbondsvertegenwoordigers en de ondernemingsraden.

bron: Leeuwarder Courant: hoofdblad van Friesland 27-08-1970


DERTIGDUIZEND MAN IN HELE WATERWEGGEBIED
LEGT WERK NEER

Rotterdamse Haven Plat

Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad 28-08-1970
Het vrije volk: 28-08-1970

ROTTERDAM — De hele Rotterdamse haven ligt plat. De staking in de metaalbedrijven heeft zich vanmiddag uitgebreid over de havens. Ruim dertigduizend mensen hebben vrijwel alle grote bedrijven in Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen lamgelegd.

De stakingsgolf, die gisteren en vooral vandaag eerst goed over het Rotterdamse havengebied spoelde, krijgt het karakter van een algemene staking. De havenacties begonnen vanmiddag om een uur bij Thomsen’s Havenbedrijf, waar honderd man drie schepen stillegden.
De actie sloeg over naar de Lekhaven en vandaaruit werden met hefkranen seinen doorgegeven naar andere bedrijven. Daar werd vrijwel ogenblikkelijk met het werk gestopt. Binnen een half uur hadden zestienduizend man hun werk neergelegd. In de metaal-sector, waar de staking is begonnen, zijn op het ogenblik veertienduizend mensen gestopt met hun werk.
De Rotterdamse staking is ook overgeslagen naar andere delen van ons land. Vanmiddag om 12 uur legden alle 2500 werknemers van Fokker in Amsterdam hun werk neer. Gistermiddag al waren 700 man van de Amsterdamse scheepswerf Verschure in staking gegaan. Bij de Amsterdamse Droogdokmaatschappij dreigen moeilijkheden. Op de werf Oost van de NDSM is een uur gestaakt.
In Gorinchem en Delft hebben werknemers in de metaal-industrie hun werk gisteren voor korte tijd neergelegd, maar na toezeggingen van de directies dat met de vakbonden gesproken zou werden werd het werk hervat. Het gezicht van de staking wordt steeds harder. Bij Gusto dwongen de stakers het kantoorpersoneel de werf te verlaten. Bij de RDM werden de beambten eveneens naar huis gestuurd. De directie van Swarttouw verklaart, dat de stakers intimidatie hebben gebruikt om de staking volledig te maken. Hierbij zouden enkele vernielingen zijn aangericht.
Vanmorgen is op het terrein van de Rijn-Schelde het overleg begonnen tussen de vakbonden en de directies van de RDM, Wilton-Fijenoord, de Rijn-Schelde en de Nieuwe Waterweg. “Deze besprekingen moeten een basisoplossing voor het geschil opleveren. Wij moeten eerst een duidelijk beeld hebben, wat onder ronselaars (bedoeld worden de koppelbazen, red.) moet worden verstaan”, aldus W. F. Thijsse van de NVV-metaalbedrijfsbond.

Het bondsbestuur van de NVV-metaalbedrijfsbond zal vanavond in spoedvergadering bijeenkomen om de situatie te bespreken. De stemming aan de fabriekspoorten was vanmorgen geladen. De stakers moesten buiten de hekken blijven. “Wij pikken het niet meer. We worden schandelijk onderbetaald,” riep een van de stakers. “Dat blijkt uit het loon dat de koppelbazen kunnen bieden. En aan wie? Aan lui, die veel minder vakbekwaamheid meebrengen dan wij. Aan zwervers, die ze in de stad uit de cafés halen en die op de werven alleen maar in het gras liggen. Mensen, die geen boormachine van een schaafmachine kunnen onderscheiden.”
Volgens opgaven zijn er op het ogenblik in het hele Rotterdamse gebied zo’n 500 tot 750 koppelbazen aan het werk. Zij hebben naar ruwe schattingen een 7000 mensen in dienst.
“Onze wrok ontlaadt zich nu tegen het ouderwetse en patriarchale personeelsbeleid van de werkgevers” zo zei vanmorgen J. Terlouw, lid van de ondernemingsraad van de RDM. “Nu is het eindelijk tot een uitbarsting gekomen. Het loonsysteem zal tot op de grond veranderd moeten worden.”
Na dagen en nachten praten en officieel overleg blijven de werknemers bij hun standpunt:

  • Ten minste 30 gulden fundamentele loonsverhoging per week.
  • Een einde maken aan de over-betaling van de uitleenarbeiders, die in sommige gevallen met 100 gulden meer per week naar huis gaan.

Bij de RDM heeft de ondernemingsraad een uitkering van 400 gulden geëist voor de arbeiders, “hoewel daarmee de onderbetaling van de laatste jaren op geen stukken na wordt goedgemaakt”. “Het aanbod van 150 gulden van de directie vinden wij volstrekt onvoldoende,” aldus de heer Terlouw. De directie van Wilton-Fijenoord zou momenteel bereid zijn om te praten over een bonus van ƒ 450,—
Algemeen wordt verwacht, dat de staking lang zal kunnen duren, tenzij de werkgevers snel eieren voor hun geld kiezen. “Wij zijn wel gek om ons verder te laten belazeren. De personeels- en loonpolitiek heeft zolang hier gefaald, dat we blijven doorgaan,” zeiden de stakers.

bron: Het Vrije Volk : democratisch-socialistisch dagblad 28-08-1970


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Laatst bijgewerkt op: 18 augustus 2018

Werf Gusto Schiedam 100 jaar (1962)

Leestijd: 3 minuten

Scheepsbouw bracht bloei

Het Schiedam van de twintigste eeuw is de stad van de scheepsbouw. Om enkele werven te noemen: Wilton Feijenoord, Nieuwe Waterweg, de Jong, Gusto, De Hoop. Het zijn geen oude Schiedamse industrieën ook al hebben Schiedamse schepen vanaf de dertiende eeuw veel welvaart gebracht voor de stad. In de Gouden Eeuw hebben Schiedamse koopvaarders en oorlogsschepen goede bijdragen geleverd tot verwezenlijking van de Nederlandse staat. Dat is op imponerende wijze in het pleinspel dat op 13 september zal worden opgevoerd.

In de negentiende eeuw kwam de Schiedamse scheepsbouw langzaam tot bloei. De eerste werf, ‘De Nijverheid’, werd in 1835 opgericht. Vreugdevol zong men toen: “Een jaartje of wat en weg is het leed. Hoezee, dan brengen de schepen op deze werf te naam gesteld U vreugde in zeeroem en in geld” en voor die werf dichtte men als steun voor de kwijnende drankindustrie: “Moed maar branderijen, onze vlag brengt granen aan, ‘t zal nu beter gaan…”..
Nu werken tienduizend man op de Schiedamse scheepswerven. Wat zij presteren zal getoond worden in het pleinspel “Twintig eeuwen Schiedam presenteren zich…”, dat op donderdag 13 september op het nieuwe Parkeerplein Broersvest zal worden opgevoerd. Over het begin van die huidige industrie schreven wij onderstaand artikel naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van Gusto dat op vrijdag 14 september zal worden gevierd.

………

Smidszoon stichtte wereldbedrijf

Werf Gusto Schiedam 100 jaar

(van een onzer verslaggevers)

HET IS NU vrij gewoon te vermelden dat Gusto weer eens een vreemd vaartuig gebouwd heeft. Sinds tientallen jaren krijgen de vreemde vaartuigen op de werf aan de Maasdijk in Schiedam gestalte. Kortgeleden kwamen nog de kraan-boorponton ‘Seashell’, de ferryboot ‘Free Enterprise’ in de aandacht, maar Gusto maakt ook draagvleugelboten, hopperzuigers: onlangs de Johannes Gahrs, hefkranen en vooral ook baggerzuigers.

Voor de oorlog waren het de tinbaggermolens, die het bedrijf bekendheid gaven. Het was een 23 jarige smidszoon, die dit wereldconcern honderd jaar geleden stichtte. Het eeuwfeest zal op vrijdag 14 september worden gevierd. Gusto is al evenmin als de andere scheepswerven vanaf de oprichting een Schiedams bedrijf. Het zag er in de vorige eeuw somber uit voor Schiedam. Wel werd in 1835 de scheepswerf ‘De Nijverheid’ opgericht, iedereen juichte want het zag ernaar uit dat de slechte tijden voorbij zouden zijn voor Schiedam.

Toch was de branderindustrie aan het eind van de negentiende eeuw kwijnend en van scheepsbouw was nog geen sprake. Zelfs verkocht men zestig jaar geleden de grond met tegenzin aan Gusto. Vooruitstrevende gemeenteraadsleden als M.C.M. de Groot moesten er de nadruk op leggen dat aantrekken van industrieën bestrijden van de werkloosheid was.

Tienduizend
Nu is Schiedam niet meer denkbaar zonder scheepsbouw. Tienduizend werknemers vinden emplooi bij deze tak van industrie. Wilton Feijenoord vierde in 1954 het honderdjarig bestaan en nu heeft Gusto deze eerbiedwaardige leeftijd ook bereikt. Toch kwam Gusto eerst in 1905 naar Schiedam en in de twintiger jaren volgde Wilton Feijenoord. Deze grootste werf kon slechts beginnen in braakliggend land omdat de Holland Amerika Lijn WF een renteloze lening van vijf miljoen gulden verstrekte.
De kinderen van de smid Smulders verleenden al vroeg assistentie in het kleine bedrijf en zo kwam het dat Augustinus Franciscus reeds op 23- jarige leeftijd een eigen bedrijf stichtte in ‘s-Hertogenbosch. Het ging al vlot voorspoedig en zo kon hij de failliete Utrechtse IJzergieterij kopen. Gedurende enkele jaren reisde hij op en neer tussen Den Bosch en Utrecht. Toen er veel werk was in Amsterdam in verband met bruggenbouw e.d. werd ook een bedrijf in Amsterdam gekocht en dit zou later de basis zijn voor de Gusto Staalbouw.
In 1894 werd de werf ‘De Industrie’ te Slikkerveer aangekocht.Deze werf is later weer intensief in gebruik genomen toen bleek dat ook het grote Schiedamse bedrijf niet groot genoeg was. Generaties van de familie Smulders hadden het beheer van het bedrijf dat nu twaalfhonderd werknemers in Schiedam telt. In de crisisjaren werkten er nog slechts enkele personeelsleden op de werf. De ontmantelde werf Smulders kon zich herstellen.

Concentratie
Een bijzonderheid is de naam ‘Gusto’ die een zoon van de oprichter aan zijn villa had gegeven. Gus naar de naam van zijn vader en To naar de naam van zijn moeder, maar A.F. Smulders vond het zo’n goed idee dat hij de naam voor zijn bedrijf adopteerde. Hoewel het honderdjarig bedrijf nog autonoom is , ziet het ernaar uit dat de ontwikkeling naar een sterke concentratie met andere bedrijven leidt.

In de oorlogsjaren is het idee gerijpt om tot deze concentratie te komen. Men dacht toen vooral aan de kostbare research die voor deze bedrijven in gelijke mate geldt en die goed opgezet moet worden om van enig nut te kunnen zijn. Daarom traden Conrad Stork Haarlem, Werf Gusto Schiedam (met de nevenbedrijven). De Klop Sliedrecht, J en K Smit Kinderdijk, L. Smit en Zoon Kinderdijk, Verschure Amsterdam toe tot de Industriële Handels Combinatie, de IHC Holland Shipbuilders and Engineers. Het ziet ernaar uit dat de vorm van samenwerking tussen deze grote bedrijven steeds hechter gaat worden want de tijd is voorbij dat een jeugdige Smidszoon alleen een wereldbedrijf kan stichten.

Bron:Trouw / De Rotterdammer, 30/07/1962; p. 1/2


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Laatst bijgewerkt op: 17 augustus 2018

Het Amstelstation

Leestijd: 5 minuten

Overzicht van het Amstelstation (foto: dagblad de Tijd.)


Het Amstelstation nadert zijn voltooiing


 

DOMEIN VAN SCHILDERS EN TEGELZETTERS

—————————-

Gemeentelijke diensten werken eendrachtig samen op het voorplein
————————–

Onderaardsche gangen en tunnels

000Op een zonnigen en warmen morgen hebben wij op het perron van het Amstelstation, dat op 8 October as. in gebruik zal worden genomen, staan wachten op den trein, die niet kwam! We constateerden dat feit met een plotselingen schrik en voelden ons verlegen worden met ons figuur. Een oogenblik hadden we zelfs den indruk, dat de schilders, de metselaars, de steenzetters en de andere ambachtslieden, die op de perrons nog aan het werk waren, onze vergissing hadden bemerkt en er zich over vermaakten.

000Het was alles zoo vanzelf gegaan. Zonder ingangcontrole, want die is sinds 15 Mei bij de Nederlandsche Spoorwegen opgeheven, waren we het station, dat zijn voltooiing nadert, binnengegaan en na een zwerftocht door onderaardsche gangen aanschouwden we het daglicht weer op het eerste perron.
000Het eenige doel van ons bezoek, dat we, gewapend met een introductie van ir. J. D. M. Bardet, die reeds vijf jaar lang de leiding heeft bij de spoorwegwerken in Oost, aan het Amstel-station bij de Berlagebrug brachten, was indrukken op te doen van den stand van zaken. Toen wij echter staande op het perron, waarlangs ter weerszijden de rails reeds lagen, onze blikken in het rond lieten gaan en op het tweede perron tegen de pilaren bordjes met de aanduiding „Amsterdam—Amstelstation” ontwaarden, toen betrapten we er ons op, dat we op reis wilden en heel genoeglijk op den trein stonden te wachten.

foto: gemeentearchief Schiedam / Werf Gusto
foto: gemeentearchief Schiedam / Werf Gusto

000Nu kwam er gelukkig geen trein. En nadat we den reislust hadden onderdrukt, die de heele bouw en inrichting van het nog onvoltooide station in ons hadden gewekt, zijn we verder gewandeld en gedoold door gangen en langs trappen, door tunnels en door de groote hal, totdat we tenslotte weer op straat stonden, op het voorplein in wording, waar nog een chaotische toestand heerschte. Lees verder Het Amstelstation

Laatst bijgewerkt op: 1 februari 2019

De ondergang van de ‘Tina Scarlett’

Leestijd: 5 minuten

Op 22 april 1960 ‘s middags om half vier werd op de Werf Gusto (locatie Slikkerveer) het casco te water gelaten van de Deense veerboot ‘Tina Scarlett’ Het was een 2000 ton metende veerboot met een lengte overal van 78 meter en bestond uit vier dekken, waarvan een autodek. Het schip kon 500 passagiers vervoeren. De doopplechtigheid werd verricht door mevrouw Jürgen-Jenssen, echtgenote van de directeur van de rederij, de opdrachtgever voor de bouw van het schip. Het schip zou dienst gaan doen in de Deense wateren op de verbinding Denemarken-Zweden. De plechtigheid werd opgeluisterd met muziek van het muziekkorps van Werf Gusto. Na de tewaterlating werd het schip zodanig geprepareerd, dat het een reis kon maken via de Rijn naar de werf van Hansa Stahl und Schiffsbau in Keulen, waar het afgebouwd zou worden.

Schermafdruk 2016-03-04 15.43.11
Foto: kustvaartforum.com

De reis naar Keulen en de afbouw verliepen voorspoedig, alhoewel in latere krantenberichten melding werd gemaakt van ‘vertragingen’ tijdens de bouw. Op 8 oktober verliet de ‘Tina Scarlett’ de werf in Keulen en werd, begeleid door twee sleepboten, versleept van Keulen naar Rotterdam. De dag na de geplande aankomst in Rotterdam (op 10 oktober) zou het schip klaar gemaakt worden voor een proeftocht op zee. Op dat moment waren aan boord 45 man personeel, waarvan het grootste deel Deense bemanning en enkele Duitsers, waaronder een technicus van de werf uit Keulen en een loods met kapiteinsbevoegdheden. De afvaart verliep goed op de sterk stromende Rijn, die zeker met een dergelijk ‘lomp’ groot schip de nodige ervaring en expertise in stuurmanskunst vereiste. Net voor de Duits/Nederlandse grens besloot de stuurman de twee Deutz motoren van de ‘Tina Scarlett’ te starten om zodoende ‘mee te kunnen varen’. Echter, uit latere berichten bleek, dat niets aan boord getest was en de directie van de werf in Keulen op de hoogte was van technische onvolkomenheden, die nog verholpen moesten worden, o.a. aan het roer.

Het roer ‘jamde’ na enige tijd en was er indirect de oorzaak van dat de ‘Tina Scarlett’ onbestuurbaar werd en ten gevolge van de sterke stroming plots dwars op de Rijn kwam te staan en daarmee een speelbal werd van het snelstromende water. De beide begeleidende sleepboten, een voor en een achter, waren te licht om een dergelijk op drift geraakt zeeschip te corrigeren. De kapitein van de voorste sleepboot had geen andere keus dan de tros te kappen omdat het zeeschip zijn sleepboot onder water dreigde te trekken.

Dit is de inleiding tot een van de grootste scheepsrampen op de Rijn. De ‘Tina Scarlett’ boorde zich daarna midscheeps in een kerosinetanker, die op de Rijn voor anker ligt. De beide schepen zitten aan elkaar vast middels verwrongen plaatstaal en stromen getweeën richting Nederland. De Rijn stroomt vol kerosine, maar de licht ontvlambare brandstof vat niet meteen vlam. Er ontstond wel een enorme brand korte tijd later door snel reagerende schippers van Rijnaken, die in de buurt lagen. Het massale opstomen op volle kracht zorgde voor vonken en veranderde de Rijn in een inferno.

Schermafdruk 2016-03-05 01.44.06
Foto: kustvaartforum.com

De ‘Tina Scarlett’ dreef midden in een gigantische plas kerosine en stond binnen een mum van tijd volledig in brand. De 45 opvarenden zaten als ratten in de val en probeerden zo snel mogelijk een goed heenkomen te zoeken. Bij het verlaten van het schip had de stuurman nog de tegenwoordigheid van geest de sprinklerinstallatie aan te zetten, waardoor de brand enigszins bedwongen werd. De brand lokaliseerde zich tot dan toe nog alleen op de scheepshuid aan de buitenkant. De motoren draaiden nog en dat zorgde voor stroom voor de sprinklerinstallatie.

De havenbrandweer van Duisburg was zeer snel ter plaatste en klom aan boord van de ‘Tina Scarlett’ en beging daarbij, volgens het relaas van schippers in de buurt van het schip, een ernstige inschattingsfout, die de ‘Tina Scarlett’ later noodlottig zou worden. Zij zetten de motoren stil en schakelden daarmede de sprinklerinstallatie uit. Echter, op dat moment was de brand aan boord van de ‘Tina Scarlett’ geblust en onder controle.

Daarna brak de brand weer in alle hevigheid uit en men heeft tot 1967 moeten wachten eer men wist wat de oorzaak was van de oplaaiende brand. Men had al die tijd aangenomen, dat het uitbranden alleen ontstaan was door het uitschakelen van de Sprinklerinstallatie.

Schermafdruk 2016-03-04 15.59.10
Foto: kustvaartforum.com

Men had aan boord zelf-opblaasbare reddingboten geïnstalleerd, die eruit zien als een ton (dieptebom) en bij calamiteiten in het water werden gegooid en zich daarna opbliezen tot een reddingsboot, die van alle gemakken voorzien was, als we praten over schipbreuk. Aan boord van zo’n reddingboot zijn ook seinraketten om af te schieten om andere schepen in de buurt opmerkzaam te maken op de aanwezigheid van een schip in nood. De seinraketten explodeerden door onbekende oorzaak en overdekten het schip met een ongewenst vuurwerk, niet alleen buiten maar ook binnen. Binnen een paar seconden was de situatie voor het schip hopeloos en was het reddeloos, omdat de sprinklerinstallatie buiten werking was gesteld. De spuiten van de blusboten waren onvoldoende. Tot op dat moment was het schip zwaar beschadigd, maar beslist nog te repareren, omdat de binnenkant van het schip niets te lijden had gehad.

De beide schepen, de Rijnaak ‘Diamant’ en de ‘Tina Scarlett’ werden daarna aan de grond gezet en brandden volledig uit. Nog had men de hoop, dat de veerboot te redden was, maar door de sterke stroming zakte het schip steeds verder weg in de modder en lag na een week drie meter diep. Het heeft nog jaren geduurd eer het wrak in stukken gezaagd en weggehaald werd.

De directeur van de werf in Keulen werd in eerste instantie als hoofdverdachte aangewezen, omdat hij wist van de onvolkomenheden van het schip op dat moment. De rechter oordeelde echter, dat hij als niet technicus niet kon overzien wat de consequenties daarvan waren en hij had een technicus meegestuurd op de reis naar Rotterdam, die erop moesten toezien dat alles goed werd uitgevoerd. Ook was de sleepbootkapitein aangemerkt als verdachte omdat hij de tros gekapt had, maar dat kon eenvoudig weerlegd worden door te stellen, dat men een verkeerde keus had gemaakt met de te lichte sleepboten. De assuradeur had erin toegestemd het transport te verzekeren indien het schip begeleid werd door twee sleepboten. Men had geen eisen gesteld aan het soort sleepboot. De afwezigheid van een kapitein aan boord vond de rechtbank gecompenseerd door de aanwezigheid van de loods, die kapiteinsbevoegdheden had.

De schuld werd geschoven op de Deense rederij, die de boel op scherp had gezet, ontstaan door tijdsoverschrijdingen tijdens de bouw. De rederij wilde het schip koste wat kost op 10 oktober 1960 in Rotterdam hebben, wetende dat het schip nog niet helemaal klaar was en getest.

Balans, twee doden, 18 zwaar gewonden, miljoenen verliezen voor wachtend Rijnscheepvaart door blokkade, een verwoest zeeschip, drie gezonken Rijnaken en veel menselijk leed.


2018 Stichting Erfgoed Werf Gusto

Laatst bijgewerkt op: 13 februari 2023

Gusto & het Meer v. Maracaibo

Leestijd: 3 minuten
266px-Maracaibo_MODIS_2004jun26
foto: wikipedia

Het Meer van Maracaibo, gelegen in westelijk Venezuela, is het grootste meer van Zuid-Amerika. Het is 13.500 km² groot en op sommige plaatsen 250 meter diep. Gezien de verbinding met de Caraïbische Zee is het water deels zout.

Het meer (en omgeving) is een van de belangrijkste oliewingebieden in Venezuela. Al in 1913 was de Koninklijke Olie actief op zoek naar olie in de regio en in 1914 was de eerste commerciële productie, op bescheiden schaal, van start gegaan. In 1920 werd bij het meer een groot olieveld gevonden, La Rosa.

In december 1922 kwam de doorbraak toen de Barosso olieput werd geslagen en per dag stroomde zo’n 100.000 vaten olie naar boven. Deze ontdekking trok veel andere oliemaatschappijen aan die in de omgeving ook naar olie gingen zoeken. De olieproductie van het land steeg explosief, van 1,4 miljoen vaten in 1921 naar 137 miljoen vaten in 1929. Venezuela was in dat laatste jaar de op een na grootste olieproducent ter wereld, na de Verenigde Staten.

Het gebied is nog steeds een belangrijk producent van olie. Per dag wordt er gemiddeld zo’n 0,7 miljoen vaten gewonnen, dit is ongeveer een kwart van de nationale olieproductie. Het gebied is thans in belang gepasseerd door grote vondsten van zware olie aan de monding van de Orinoco, vlak voordat de delta begint.

Wat we nu kunnen reproduceren aan de hand van de orderlijst en de gevonden foto’s en krantenberichten etc. is het aantal projecten, dat Werf Gusto in de loop de jaren voor de oliewinning in dat gebied in opdracht heeft geproduceerd, aanzienlijk.

Het meer, eigenlijk een groot olieveld heeft de omvang van een derde van Nederland.

Drijvende Bokken
De boortorens werden geïnstalleerd en gebruikt door mobiele teams. Deze torens werden geplaatst en verplaatst (althans voor de B.P.M.) middels een speciaal ontworpen bok. (Co.1057-1958). Deze speciale derrickende bok was gebouwd i.s.m. Verschure in Amsterdam. foto: Gemeentearchief Schiedam / Werf Gusto
Boorpontons
Na plaatsing van de boortoren, werden de torens gekoppeld aan een boorponton. Van dit soort pontons zijn er, door Werf Gusto althans,  in de vijftiger jaren een zevental gebouwd. Bnr.70: G.P.4 Boorponton (1954)
Gekoppelde boortoren + ponton
Na koppeling van de ponton aan een boortoren zag het er zo uit. De pontons waren uitgerust met een helidek, waardoor het mogelijk was voorraden en personeel aan te voeren vanaf het vasteland. maracaibo
Draagvleugelboten
Voor het vervoer van personeel tussen de verschillende pontons heeft Gusto i.o.v. B.P.M. den Haag en met een licentie van Supramar een vijftal Draagvleugelboten gebouwd, die met grote snelheden (65 km. per uur) een busdienst onderhielden met de verschillende boorpontons in het meer. foto: Gemeentearchief Schiedam / Werf Gusto

tekst: wikipedia/ Werf-Gusto.com


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Laatst bijgewerkt op: 17 augustus 2018

Draagvleugelboten

Leestijd: 4 minuten

Met een draagvleugelboot eventjes de eilanden rond.

(Van een onzer verslaggevers)

Het varen met een draagvleugelboot is een vreemde sensatie. Vliegen met een boot, varen met een vliegtuig, men weet het eigenlijk niet. Op uitnodiging van Shell-Nederland en de werf Gusto in Schiedam hebben wij het eens mee mogen maken.

Gusto bouwt draagvleugelboten in licentie voor de Supramar A.G. in Zwitserland. Voor de Shell heeft zij er nu vijf gebouwd. Vier hiervan doen dienst op het Meer van Maracaibo in Venezuela. De Shell boort met behulp van booreilanden in dit meer naar olie en gebruikt er draagvleugelboten om de arbeiders naar de booreilanden te brengen.

Het principe van een draagvleugelboot is eenvoudig. Aan de zijkanten van de romp zijn driehoekige vleugels bevestigd. Als de boot gaat varen en een beetje snelheid krijgt tillen deze vleugels de romp uit het water.

Het gevolg is, dat de weerstand romp-water belangrijk verminderd wordt en het resultaat is dat de boot een kruissnelheid krijgt van ongeveer 65 kilometer per uur ofwel 35 knopen. Omdat het schip niet meer door, maar boven de golven vaart is de beweging in zeegang minder dan bij andere schepen.

De Shellboten kunnen 70 passagiers vervoeren. De ‘PL 8’ heeft een reis over zee naar de Noordkaap gemaakt. In de kajuit zit men met de rug naar de boeg toe, in verband met de hoge snelheid en het fabelachtige vermogen van deze boten.

Het is een vreemde sensatie om om drie minuten over half elf bij Gusto op een bootje te stappen en om precies om 11.01 uur op de klok van de Grote Kerk in Dordrecht te kunnen kijken. De 1350 paardenkrachten van de dieselmotor brachten ons in 28 minuten van Schiedam naar Dordrecht.
Iets dat u op die tijd van de dag niet zou klaarspelen.

Behalve die 1350 pk diesel is er nog een hulpmotor van 150 pk. Die brengt ons uit de haven de rivier op. Dan wordt de grote diesel gestart en in minder dan geen tijd verheft de boot zich, het voorschip meer als het achterschip. We varen op topsnelheid Rotterdam binnen en bij de ‘Maastunnel’ remt kapitein Pieterman een beetje af. Het is te druk.

Gevaarlijk is zo’n boot overigens niet. Als het moet staat-tie stil van topsnelheid naar nul met een remweg, die niet groter is dan een scheepslengte, 20 meter. Dat heet een crashstop. Normaal is de remweg 4 lengtes lang.
Of u nu blokletters schrijft of een sierlijk handschrift heeft: met een draagvleugelboot is het ook mogelijk uw naam en adres op het water te schrijven.

Kalmer, makkers!

Bij ‘Brienenoord’ is de rivier versmald door de aanleg van de ‘Brienenoordbrug’. We varen te snel. Een rijkswaterstaatbootje roept ons tot de orde: “He, makkers het kan wel wat kalmer hoor.” Maar weg zijn we alweer. De ‘Noord’ op naar Dordrecht. We stuiven de ‘Johanna’ uit Heusden en de ‘Goede Hoop’ uit Cuyck voorbij. De schipper hangt uit zijn stuurhut en zijn vrouw laat haar wasgoed in de steek.

Het moet ook een prachtig gezicht zijn: boegwater maken we niet, des te onstuimiger spat het water aan de achtersteven omhoog. Aan boord heeft men geen idee van de snelheid. Aan het voorbijschieten van schepen, het wegschieten van huizen langs de kant krijgt men enige indruk van de snelheid.

Een lichte trilling door het schip verraadt de enorme kracht van de 1350 pk’s. In het ‘Meer van Maracaibo’ is het voorgekomen dat een dergelijke boot op een enorme boomstam stiet. De boot drong er anderhalve meter in.

Door de ‘Dordtse Kil’ komen we op het ‘Hollands Diep’ en hebben de ruimte om kunstjes uit te halen. “Ziet u die rode boei daar?”, zegt kapitein Pieterman, “daar leg ik hem even neer.” Op topsnelheid gaan we erop af. Dan wordt het motorvermogen teruggenomen en de boot valt terug in het water en komt precies bij de boei tot stilstand.

In een kwartiertje zijn we van de ‘Moerdijkbrug’ bij het ‘Spui’. Moerdijk, Strijensas, Willemstad, Numansdorp draaien weg aan de horizon als mistplanken langs een spoorweg. Bij de ‘Beerenplaat’ draaien we de ‘Oude Maas’ in. Het riet langs deze rivier beweegt nauwelijks als we voorbij komen. De boot maakt heel weinig golven en bovendien waaieren deze niet uit. We varen immers niet in, maar erop.

Krankzinnige snelheid.

Bij de ‘Spijkernisserbrug’ ligt een baggerzuiger. Een van de mannen op het dek wijst op zijn voorhoofd, alsof hij al die snelheid maar krankzinnig vindt. Een troep meerkoeten, die in het water ligt te dobberen, vliegt verschrikt op met veel getrappel en vleugelgeslag.

Op de ‘Nieuwe Maas’ is het weer druk. Kapitein Pieterman zoekt naar gaatjes om erdoor te komen. Opeens varen we op een stuk hout dat in een van de vleugels komt te zitten. Pieterman laat de boot schudden als een Rotterdamse stadsbus om het obstakel kwijt te raken.

Dan mindert hij vermogen en met de hulpmotor die een wendbare schroef heeft stuurt hij op de steiger in de ‘Gustohaven’ aan. Het is half een. We zijn eventjes rond IJsselmonde en Hoeksche Waard gevaren.PL-8-1962

Met de ‘PL 8’ gingen we eventjes rond IJsselmonde en de Hoeksche Waard. De lengte o.a. Is 21,65 meter, breedte over de vleugels 7,50 meter, diepgang 3,75 meter planerend 1,35 meter, kruissnelheid 65 kilometer.


Foto boven: Dit is de PL 5, een van de draagveugelboten die de Shell op het Meer van Maracaibo gebruikt voor personeelsvervoer.
tekst en foto’s; Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad 13-10-1962


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Bewaren

Laatst bijgewerkt op: 1 februari 2019

De ‘Sint Annaland’ afgeloopen.

Leestijd: 2 minuten

De ‘Sint Annaland’ afgeloopen.

Heden werd van de Werf “Gusto” der Firma A. F. Smulders alhier, te water gelaten de stalen romp van het schroefstoomschip “Sint Annaland”, in aanbouw voor de Scheepvaart, en Steenkolen Maatschappij te Rotterdam. Tegenwoordig waren e.a. de heer V. H. Los, Directeur van de Scheepvaart en Steenkolen Maatschappij, de heer G. A. Abendanon, wiens echtgenote de doop verrichtte, benevens verschillende andere genoodigden.
Precies te halftwee klonk het waarschuwend belletje en enige oogenblikken daarna gleed het stalen lichaam de helling af, het water spatte op en toen liep het vaartuig vlak en statig over de rivier naar de overzijde, waar het reeds gewend was, zoodat het langs den oever liep. Een paar sleepbooten maakten het nu vast en brachten het stoomschip naar de werf, dien het zo even verlaten had, terug, om verder te worden afgewerkt.
Het stoomschip wordt gebouwd onder speciaal toezicht, volgens klasse 100 A.I van Lloyds; het is van het type verhoogd achterdek, korten bak en lange campagne, met een draagvermogen van 2850 tons deadweight en van de volgende afmetingen:

Lengte tusschen loodlijnen 272′ 0″;

  • Breedte op het grootste spant 39′ 10″;
  • Holte in de zijde tot hoofddek 20′ 9″,
  • Holte in de zijde tot verhoogd dek 23’ 0”.

Het schip is voorzien van een triple expansie machine met oppervlak condensatie, in staat het vaartuig een snelheid te geven van 10 knoopen, terwijl de bemoedigde stoom wordt geleverd door 2 stoomketels met een verwarmend oppervlak van 3336 M2 werkende onder een stoomdruk van 180 lbs. ‘per vierkante Engelsche duim.
Het schip wordt voorts voorzien van een stoom anker- en -stuurlier en van de noodige stoomlaadlieren.
Heel wal toeschouwers hadden zich op den landtong die de Oosterhaven van de Maas scheidt, verzameld, om het afloopen van deze plaats, die daarvoor uitstekend geschikt was te aanschouwen. Eveneens waren heel wat kijkers op het Ooster- en Wester-Havenhoofd.
Dit stoomschip Is de eerste vrachtboot, die op de “Werf Gusto” gebouwd is.

Schiedamsche Courant, 30/03/1916; p. 2/4


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Laatst bijgewerkt op: 17 augustus 2018