G. V. J. Gerosa (20-01-1888 / 06-05-1954)

Leestijd: 4 minuten

Op 1 augustus 1925 trad de heer G.V.J. Gerosa (20-01-1888 te Parijs) in dienst van Werf Gusto. Gerosa was van geboorte Italiaan, maar liet zich in 1916 naturaliseren tot Duitser. Hij werd aangenomen als adjunct-chef de Bureau van het technisch Bureau van Werf Gusto. Na gebleken geschiktheid zou hij de Hoofdingenieur opvolgen. Dat was de heer Vuyk die, dat was bekend, in 1928 met pensioen zou gaan. Het gaf Gerosa de tijd om zich in drie jaar tijd te bewijzen als scheepsbouwkundig ingenieur, zodat hij zijn toekomstige zware functie als Hoofd-ingenieur aankon.

Gerosa solliciteerde n.a.v. een advertentie uit de Rotterdamsche Courant van 18 juni 1924. Op dat moment was hij nog werkzaam als scheepsbouwkundig ingenieur bij J. en A. van der Schuyt’s Scheepswerf en Machinefabriek te Papendrecht. (19191924

Gerosa studeerde af in 1909 aan Kon. Technische Hogeschool in Berlijn als Scheepsbouwkundig ingenieur. In zijn laatste studiejaar heeft hij enige maanden stage gelopen bij de scheepswerf “Blohm & Voss” in Hamburg.  Na zijn studie aanvaardde hij een functie bij de de scheepswerf  “Howaldtswerke” te Kiel. (1912-1919)

Het gesprek tussen Gerosa en Frans Smulders, die hem had uitgenodigd, moet goed zijn verlopen. In juli werd een contract opgesteld en werd Gerosa per 1 augustus 1925 voor de duur van drie jaar aangesteld.

Gerosa hield zich voornamelijk bezig met de verdere ontwikkeling van Drijvende Kranen, Bokken en de latere Tinbaggermolens  “Kantoeng” en “Soengai Liat (de opvolger van de “Kantoeng”). Hij onderhield daarbij voor de twee laatstgenoemden nauwe contacten met het Ministerie van Koloniën, de uiteindelijke opdrachtgever van de tinbaggermolens. Voor de Tinbaggermolen “Soengai Liat” is Gerosa zelfs langere tijd (1938) uitgezonden door Werf Gusto naar Soerabaja. Na het verlies van de “Kantoeng” op weg naar Indonesië werd besloten zijn opvolger ter plaatse te bouwen.

Gerosa is altijd Duitser gebleven en voelde zich eind dertiger jaren sterk aangetrokken tot zijn ‘thuisland’ door de economische resultaten. Nog voor het uitbreken van WO 2 besloot hij lid te worden van de NSDAP. De wegen van Gerosa en Werf Gusto scheidden zich in september 1944.

bron: Het Nederlands Beheersinstituut, dossier 29397
foto: Collectie W. Gerosa / fotograaf: Onbekend


Onder verwijzing naar de laatste alinea van het voorgaande is het wellicht interessant een interview te lezen welke Gerosa toestond aan de Indische Courant op 18 augustus 1938! De journalist bezoekt hem naar aanleiding van  zijn ontwerp van de tinbaggermolen ‘Soengai Liat’, maar vraagt hem terloops naar zijn mening over de toestand van de Nederlandse scheepsbouw en andere daarmee verband houdende zaken. In eerste instantie laat Gerosa een deel van het bouwplan aan de journalist zien.

Mooi plan, niet?! Alleen wat ingewikkeld voor u! Op een enorm vel papier staan kris en kras lijntjes, constructies, hoeken en bogen aangegeven. Er naast een blad met cijfers, niets dan cijfers. Ergens, nonchalant in ruste, liniaal en potlood. De ‘Soengai Liat’ in wording en zijn geestelijke vader, ir V. Gerosa, hoofdingenieur van de werf ,,Gusto” te Schiedam, in enthousiaste bewondering voor het modern-technisch fenomeen, er over heen gebogen. Het type van de technicus, deze Duitser. Zakelijk, kortaf, geestdriftig, waar het de constructie van de ‘Soengai Liat’ betreft, gereserveerd, wanneer wij hem naar zijn plannen vragen.
— Och, wat zal ik zeggen, Ik kom hier alleen voor de constructie van de  ‘Soengai Liat’. Daarna de Straits en Siam, clientèle bezoeken. — En hebt u nu het definitieve plan voor u liggen? Definitief plan?! De heer Gerosa lacht eens en vertelt ons tussen de bedrijven door, dat er minstens een zes honderd tekeningen nodig waren alvorens het gevaarte in Nederland en in Tandjoeng Perak op stapel kon worden gezet!
— Hoe is overigens de gang van zaken in het Nederlandsche scheepsbouwbedrijf, meneer Gerosa? Heel goed; we hebben zelfs af en toe gebrek aan goed technisch personeel.

Wij vernemen, dat de Sovjetregering kortelings een order voor den bouw van rond een dozijn groo-te baggermolens in Nederland heeft geplaatst. Dan heeft Argentinië nog door Dieselmotoren gedreven baggermateriaal besteld, terwijl Siam zit te wachten op een molen voor het uitdiepen van de Menam. Wat de U.S.S.R. aangaat, hooren wij, dat deze bestelling eigenlijk uit defensie-overwegingen is geplaatst. Zoo zal een deel worden gebruikt voor het uitdiepen van den Amoer, terwijl de rest zorg moet dragen voor het op peil houden van de diepte der voornaamste haven en haar toegangswegen in de Witte Zee, o.m. Stalinport (Archangel).

— Hoe staan de staalprijzen er voor?
— Wel, uit Duitsland kunnen wil niet zoveel meer betrekken als vroeger. Komt door het stijgend binnenlands staalverbruik. Natuurlijk is Amerika een grote leverancier en het komt voor ons prettig uit, dat de staalnoteringen daar een week of drie geleden weer verlaagd zijn. Verder betrekken we ons materiaal uit België, Engeland, Hongarije en Tsjecho-Slowakije. De heer Gerosa laat het onderwerp „materiaal” verder rusten.
 — Wat is uw opinie over de toestand in Nederland, speciaal wat het werklozenvraagstuk aangaat? Gerosa zit kennelijk in verlegenheid. Aarzelend zegt hij: — Het is ons Duitsers ten enenmale verboden ons in gesprekken of anderszins uit te laten over de politieke aangelegenheden van de buitenlandse mogendheid, die ons voor ons werk gastvrijheid verleent. Doen wij dat toch, dan zijn alle consequenties voor ons, en garandeert de Duitse regering ons, in geval onaangenaamheden mochten ontstaan, geen bescherming, in welken vorm dan ook. Toch lukt het ons de heer Gorosa, aan het praten te krijgen, maar dat is een andere kwestie en niet voor de drukinkt bestemd.

Over Duitsland sprekende, zagen wij in ir. Gerosa een vurig aanhanger van het nieuwe regiem, Het werklozenvraagstuk en hoe dit in het Derde Rijk tot oplossing komt, industriële en financiële problemen, de sociale verzorging van de Duitse kunstenaar, het jeugdherbergwezen, het leger, de moderne kazernebouw, het wegenvraagstuk, en nog vele onderwerpen werden door hem aangesneden en even grondig als interessant behandeld. Wist u, dat er duizenden werkloze Nederlanders de grens over trekken om ín Duitsland een boterham te vinden?
Wist u, dat er onlangs 30.000 man Italiaans landbouwpersoneel naar het Derde Rijk zijn vertrokken, alleen omdat we handen te kort hebben? Wist u, dat de kazernes er tegenwoordig zo uitzien, dat wij, vreemdeling zijnde, aan insiders vragen: — Wat is dat voor een hotel? Wist u, dat Engeland met 1,8 miljoen werklozen zit en wij dikwijls niet weten hoe we aan personeel moeten komen voor de massa’s objecten, die door Hitler en zijn staf ter hand werden genomen? Wist u, dat we op  het ogenblik een 20.000 man arbeiders hebben tewerk gesteld in de synthetische rubberindustrie? Wat het laatste aangaat, verklaarde ir. Gerosa ons, dat Buma, zijns inziens zeer veel mogelijkheden biedt. Hij ge-ooft zelfs, dat het prijsniveau van dit product in de toekomst gelijk zal komen te staan met dat der natuurlijke rubber.

Een beminnelijk man, deze constructeur van de „Soengai Liat”, een patriot in hart en nieren en een man, die de fouten en tekortkomingen in een ander systeem even goed ziet als de goede kanten ervan.

bron: De Indische Courant 18-08-1938


Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019

Laatst bijgewerkt op: 17 augustus 2023

Scheepsbouwmuseum