De tweede stuur: Ik ben een vrijbuiter
AAN BOORD ZWARTE ZEE, 46° – 59′ N., 11°57′ W., VRIJDAGMIDDAG
Als een reusachtig luxe jacht, dat scherp voor de wind zeilt, hangt de Zwarte Zee op haar stuurboordzijde. Te loevert blijven de zeeën komen. Kolossale waterbergen, die onze sleepboot dreigen te verpletteren, torenen hoog boven ons uit. Zij stormen op ons aan door razendsnelle, schuimbekkende mammoeten. Steeds weer kruipt de Zwarte Zee tegen elke berg op, of die nu van voren, van achteren of van opzij op ons afraast. Gemakkelijk glijdt het schip aan de andere kant dan weer omlaag.
OP HANDEN EN VOETEN
Overigens is het bar slechte weer nu toch nadrukkelijk alles en iedereen parten gaan spelen. Voor het leven aan boord is in de eerste plaats een hoge mate van acrobatie vereist. Wij bevinden ons op een vlak dat om de zoveel seconden krachtig helt, hetzij naar stuurboord, hetzij naar bakboord. Op handen en voeten lopen is voorlopig de vlotste en minst riskante wijze van voortbewegen, maar dat doet natuurlijk niemand. In de messroom voert enkele malen per dag dezelfde groep mannen een aantal dolkomische scènes op. Soepborden bijvoorbeeld worden onder een hoek die van dertig tot 45 graden varieert in de hand gehouden, zonder dat de vloeistof eruit loopt. Sterker nog, het is de enige manier om de soep in de borden te houden. Alle andere zaken op tafel worden goed zeevast gezet tussen de stormlatten. Wij moeten er dan alleen nog voor zorgen zelf niet door een onverwachte beweging van de bank te worden gezwiept. Op het brugdek balanceren de mannen van de middagwacht. Als ik de deur naar het stuurhuis binnenkom, zie ik beneden mij in de diepte tweede stuur Jan Kleywegt op de brugvleugel staan. Een seconde later zijn wij op gelijke hoogte gekomen en kan ik een begin maken met de afstand tussen hem en mij te verkleinen. Wij lopen samen naar achteren bij de schoorsteen, waar een heel klein beetje lij te vinden is tegen de geweldige buien zout water, die na iedere golf dwars over de Zwarte Zee heenbuizen. Wij kijken uit over het achterdek en de sleep, die zes streken aan stuurboord achter ons ligt. Het achterschip krijgt geweldige waterhozen over. Dit is een plaats, waar ik in de kortste keren geen droge draad meer aan het lijf heb. Buiswater en brekers jagen eroverheen en wanneer het achterschip omhoog komt op de volgende snel groeiende berg, spuiten fantastische fonteinen lichtblauw met brede bellenbanen vanonder het berghout vandaan. Vanaf deze plaats kun je de zaak het best overzien. Jan Kleywegt staat er zwijgend bij, de handen diep in de zakken, zwaar door de knieën buigend als de Zwarte Zee weer eens flink doorhaalt. Ik ben een echte vrijbuiter,” verklaart hij na een Poosje. Hij kijkt mij aan vanonder zijn borstelige zwarte wenkbrauwen en voegt eraan toe: „Ik had eigenlijk naar Parijs gewild als ik naar de kunstacademie was gegaan. Maar ja, er was geen geld voor en toen ben ik maar naar de sleepvaart gegaan.
“Een „harde”
Of er geen verschil bestaat tussen die twee. Toch zou hij, geloof ik, in beide gevallen geslaagd zijn. Voor het sleepbedrijf is hij in ieder geval uit het goede hout gesneden. Hij is een harde, die pas tot leven komt als er een heleboel vuiligheid in de lucht zit. Na zijn wacht van vier uur eenmaal teruggekeerd in zijn hut, ontpopt Jan Kleywegt zich als een verdienstelijk houtsnijwerker. “Een deksel voor de naaidoos van mijn vrouw,” zegt hij op het kunststuk wijzend. Hij pakt het op en begint eraan te werken. Voor een paar uur is Jan Kleywegt zeeman af. In de kaartenkamer heeft kapitein Poot zich opgevouwen op een bank en geniet van welverdiende rust. Hij heeft de laatste dagen bitter weinig geslapen nu hij zijn sleep bedreigd weet door de zuidoosterstorm. Binnen handbereik: de weerberichten en een weerkaart, zoals eerste stuurman Leen de Graaff die iedere ochtend maakt. Een bastion van lagedrukgebieden heeft voor ons de doortocht naar het zuiden afgesloten, zoals blijkt uit de kaart. Het zit er voorlopig evenmin in dat de wind de zuidoosthoek zal verlaten, zodat wij — met ons tweede weekend op zee voor de boeg — steeds verder om de west worden verzet.
Bron: Algemeen Dagblad
Tekst: Piet van den Broecke
fotograaf: Onbekend
Artikelenserie uit collectie familie Lissenberg Schiedam
* De Zwarte Zee en Ile de France zijn beide gebouwd door vennoten van I.H.C. Holland N.V. De eerste door Smit te Kinderdijk en de tweede door Werf Gusto te Schiedam
*Donderdag 6 januari vertrok het boorplatform onder grote belangstelling van de Werf te Schiedam. Op de rivier werd het getrokken door de sleepboten Azië, Europa, Schouwenbank en Steenbank, alsmede de sterkste sleepboot ter wereld, de Zwarte Zee. Op zee ging deze laatste alleen verder met de zware sleep voor een tocht van 2600 mijl. De belevenissen gedurende deze lange sleepreis werden dagelijks in het Algemeen Dagblad beschreven onder de aanduiding: “Op vijf poten naar Dakar”!
Tijdens de tocht naar zee werden o.a. filmopnamen gemaakt voor het bioscoopjournaal (Polygoon) en voor de Nederlandse, Duitse en Engelse televisie.
bron: Gusto Berichten No. 2 1966
Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019
Laatst bijgewerkt op: 16 april 2019