Categorie archieven: Proefvaarten

Co. 472 ‘W.D. Seaway’ (1963)

Leestijd: 2 minuten

Om 8 uur aan boord van de W. D. Seaway; 8.45 uur vertrek van de Werf Gusto; 9 uur kopje koffie met 2 belegde broodjes. Intussen varende op de Nieuwe Waterweg. Loods aan boord. Op bevel van de loods sleepboten los en op volle kracht de Nieuwe Waterweg uit. J I uur: buitengaats. Direct zandzuigen en met volle lading proefvaren; achten draaien (van 45°SB naar 45°BB; van 45°BB naar MS enz.). Het achteruit varen beproeven terwijl wij weer aan de koffie zaten.

Op de brug werd mij het koersvaren op kom­pas uitgelegd en ook hoe de diepte van de zee­bodem tot de onderkant van het schip gemeten wordt. Terwijl de zuigbuizen in het water lagen werd me ook uitgelegd wat de diepte hiervan was en ook het aantal graden, dat de eerste buis ten opzichte van de tweede maakte (± 10 tot 15°).

Ondertussen was het tijd geworden om te eten (12 uur). We gingen naar de mess, waar we eerst wat dronken en toen vervolgens soep, aardappelen, snijbonen, witte bonen, gehaktbal en een appel na kregen.

Om 12.30 uur gingen we terug naar Hoek van Holland, waar de gasten van boord gingen. Daarna gingen we van het lichtschip bij Hoek van Holland naar het lichtschip ,,Goeree” varen; dat was 12 à 13 mijl.

lk ging weer naar boven naar het stuurhuis, waar ik de radar ging bekijken en om uitleg vroeg aan de Engelse kapitein. Onder het varen werd verder niet veel gedaan. We zijn toen naar de mess gegaan, waar we een kopje thee met cake nuttigden.

Het schip deinde behoorlijk. Om 16:15 uur terug naar het lichtschip bij Hoek van Holland, waar de lossing plaats vond. De bodemkleppen werden hydraulisch geopend door een soort van slede met kettingen, die naar de kleppen liepen. Het lossen van de lading ging niet zo vlug als men verwacht had. Dat kwam door­dat deze lading abnormaal lang in het schip had gezeten. Door water in de ruimen te spui­ten kwam de lading los. Daarna gingen we terug naar de Werf Gusto. Maar eerst werd er weer gegeten: soep, aardappelen, doperwten, kippenvlees en pudding.

Nu nog even een terugblik: op de middag. De vlag van de maatschappij werd gehesen nadat het schip was overgedragen. Aan dek werd drank geschonken. Na de overdracht werd de Engelse vlag aan de achtersteven gehesen.

Na het avondeten ging ik maar weer naar het stuurhuis, waar ik een praatje maakte met de kok. Hij vond, dat de schepen veel vooruit zijn gegaan met de bouw. De W. D. Seaway vond hij een prachtig schip. Hij had slechts één op­merking, nl. dat er in de hutten aan SB geen en in de hutten aan BB wèl wasbakken zitten. Op de Waterweg varende keek ik in de radar en zag de lijnen van de Nieuwe Waterweg dui­delijk op het scherm. Rotterdam en de havens zijn bij avond zeer mooi.

Om 19.30 uur kwamen we weer bij de Werf Gusto aan, waar de zuiger vastgelegd werd. Dit was het einde van de proefvaart. Voor mij was het een zeer geslaagde proefvaart!


Tekst: G. de Vette
Bron: I.H.C. Het Zeskant november 1963


Alle foto’s Digitale Collectie St. Erfgoed Werf Gusto – Fotografie 1-12 Ton Etman. Rest van de fotografie: Onbekend.

Laatst bijgewerkt op: 15 januari 2024

De proeftocht van het m.s. “Yaracuy”

Leestijd: 3 minuten

Het 3127 b.r.t. (5100 ton d.w.) metende motorschip “Yaracuy”, gebouwd bij de Werf Gusto voor de Venezolaanse Staatsrederij, de C.A. Vene­zolana de Navegación te Caracas, heeft op Vrijdag 27 Mei haar technische en op Dinsdag 31 Mei haar officiële proefvaart volbracht en met succes, want alles liep op rolletjes. Ondanks die rolletjes werd het schip toch niet tijdens de officiële proeftocht overgenomen, aangezien de rederij er om interne redenen de voorkeur aan gaf dit een paar dagen later te doen. De rede die de Heer H. Smulders bij de overdracht op zee zou uitspreken, ging dus niet door en dat was een beetje spijtig voor ondergetekende, ook al om interne redenen die voor U, geachte lezer(es), niet van belang zijn. Maar bovenal was het een teleurstelling voor de Mijnheer van de Wereld­omroep, die vergezeld van zijn secretaresse en technisch instrumentarium een exclusief Spaanse opname had willen maken. Aan het eind van de reis bleek er echter, dank zij de medewerking van enige leden van de beman­ning, toch nog wel iets uit de bus te zijn gekomen, zodat korte tijd na dit evenement, ‘s nachts zo tussen 3 en 4 uur tijdens een uitzending van de Wereldomroep voor Zuid-Amerika meerdere malen de namen “Yaracuy” en “I.H.C.-Holland” de ether zullen zijn ingeslingerd. Aardige reclame en niet duur. Lees verder De proeftocht van het m.s. “Yaracuy”

Laatst bijgewerkt op: 6 november 2019

Proefvaart ‘Louis Perrier’ Co. 278 1955

Leestijd: 4 minuten
De ‘Louis Perrier’ tijdens de proefvaart

Het vertrek van de Werf Gusto was op maandag, 18 april 1955, vastgesteld. Om omstreeks vier uur lopen met doordringend kabaal vele wekkers af. Zoete dromen worden afgebroken. Het grote spel, waarop velen maanden hebben gewacht en waarvan sommigen zich misschien afgevraagd hebben, waarom het allemaal zo lang moest duren, gaat beginnen.
Het blijkt buiten te misten. Met een taxi naar de Werf, waar langzamer­hand alle tochtgenoten binnendruppelen. Tegen vijf uur komen ook de drie bestelde sleepboten van de “Volharding” langszij. Gelukkig trekt de mist langzaam op en als we om halfzes de rivier opgesleept worden, kon­digt zich, tot ieders vreugde, een prachtige dag aan.
Met één sleepboot vóór en twee langszij het achterschip gaat het via Maas Botlek en Dordtse Kil naar het Hollands Diep. Het is, alsof we Hare Majesteit zelf zijn; alle bruggen worden zodra we naderen opengedraaid. Nergens het geringste oponthoud, zodat we uiteindelijk al om een uur of een op de plaats van bestemming aankomen, waar het sleepbedrijf “Eerland” reeds met elf drijvers en een walponton uit Kinderdijk is gearriveerd. Lees verder Proefvaart ‘Louis Perrier’ Co. 278 1955

Laatst bijgewerkt op: 4 november 2019

Snijkop- en Bakkenzuiger “Arlesienne”

Leestijd: 3 minuten

Dit voor de Firma Acker­mans en van Haaren bestemde bijzondere baggervaartuig is gereedgekomen en wordt op het ogenblik bij een der I.H.C.-vennoten (Werf Gusto) beproefd.

Co. 213 Arlésienne”

Het is een dieselelektrische snijkopzuiger, welke dient voor het graven van nieuwe kanalen en is in zoverre van een bijzondere constructie, dat zij bestaat uit vier afzonderlijke vaartuigen n.l.: de eigenlijke zuiger­ponton waarin zijn geplaatst de snijkopladder, de zandpomp en de paaltrommel; de pontoncentrale waarin zijn geïnstalleerd drie grote dieseldynamo aggregaten voor de stroomlevering naar de zandpompmotor, snijkopmotor en diverse hulpwerktuigen en verder twee stabiliteitspontons waarvan één aan de zuigerponton en één aan de pontoncentrale is gekoppeld. Lees verder Snijkop- en Bakkenzuiger “Arlesienne”

Laatst bijgewerkt op: 21 mei 2019

Proefvaart W.D. Seaway Co.472 (1963)

Leestijd: 2 minuten

Om 8 uur aan boord van de W. D. Seaway; 8.45 uur vertrek van de Werf Gusto; 9 uur kopje koffie met 2 belegde broodjes. Intussen varende op de Nieuwe Waterweg. Loods aan boord. Op bevel van de loods sleepboten los en op volle kracht de Nieuwe Waterweg uit. J I uur: buitengaats. Direct zandzuigen en met volle lading proefvaren; achten draaien (van 45°SB naar 45°BB; van 45°BB naar MS enz.). Het achteruit varen beproeven terwijl wij weer aan de koffie zaten.

Op de brug werd mij het koersvaren op kom­pas uitgelegd en ook hoe de diepte van de zee­bodem tot de onderkant van het schip gemeten wordt. Terwijl de zuigbuizen in het water lagen werd me ook uitgelegd wat de diepte hiervan was en ook het aantal graden, dat de eerste buis ten opzichte van de tweede maakte (± 10 tot 15°).

Ondertussen was het tijd geworden om te eten (12 uur). We gingen naar de mess, waar we eerst wat dronken en toen vervolgens soep, aardappelen, snijbonen, witte bonen, gehaktbal en een appel na kregen. Lees verder Proefvaart W.D. Seaway Co.472 (1963)

Laatst bijgewerkt op: 7 mei 2019

Proefvaart “Maxwell” (Co. 380)

Leestijd: 2 minuten

Maandag, 11 mei 1959, vertrok de “Maxwell” naar Lekkerkerk om daar op dinsdag met de baggerproeven te beginnen. Die dag kwamen daar dan ook de technici van Werf Gusto en van het Belgische Minis­terie voor de Congo aan boord. Al spoedig werd met de baggerproeven een aanvang gemaakt. Deze proeven verliepen tot ieders tevredenheid.

De enige moeilijkheid die zich voordeed was, dat er nog al eens moest worden gezocht naar plekjes, waar voldoende zand aanwezig was om de hopper vol te zuigen. Maar voor het overige ging alles “van een leien dakje”. Lees verder Proefvaart “Maxwell” (Co. 380)

Laatst bijgewerkt op: 11 maart 2019

PROEFVAART

Leestijd: 4 minuten

MET DE CUTTER-ZUIGER ”LOUIS PERRIER”, C.O. 278

Het vertrek van de Werf Gusto is op maandag, 18 April 1955, vastgesteld. Om omstreeks vier uur lopen met doordringend kabaal vele wekkers af. Zoete dromen worden afgebroken. Het grote spel, waarop velen maanden op hebben gewacht en waarvan sommigen zich misschien afgevraagd hebben, waarom het allemaal zo lang moest duren, gaat beginnen. Het blijkt buiten te misten. Met een taxi naar de Werf, waar langzamerhand alle tochtgenoten binnendruppelen. Tegen vijf uur komen ook de drie bestelde sleepboten van de „Volharding” langszij. Gelukkig trekt de mist langzaam op en als we om halfzes de rivier opgesleept worden, kondigt zich, tot ieders vreugde, een prachtige dag aan.
 

“DE LOUIS PERRIER”

Met één sleepboot vóór en twee langszij het achterschip gaat het via Maas, Botlek en Dordtse Kil naar het Hollands Diep. Het is, alsof we Hare Majesteit zelf zijn; alle bruggen worden zodra we naderen opengedraaid. Nergens het geringste oponthoud, zodat we uiteindelijk al om een uur of een op de plaats van bestemming aankomen, waar het sleepbedrijf „Eerland” reeds met elf drijvers en een walponton uit Kinderdijk is gearriveerd. Halverwege de Kil is bakenmeester Van Noord van de Rijkswaterstaat met zijn prachtig, op een motorjacht gelijkend schip langszij gekomen. Tijdens de verdere tocht naar het Hollands Diep wordt aan de hand van een grondboringskaart uitgemaakt, waar we precies moeten gaan liggen om kleileem onder de cutter te krijgen. Alles gaat van een leien dakje en tegen veler verwachting in, liggen we om vijf uur gesteld, net als de heer A. Smulders in zijn vliegtuig poolshoogte komt nemen.

In de loop van de middag is gebleken, dat de voedingswater-voorwarmer lek is. Via de mobilofooninstallatie van bakenmeester Van Noord wordt op de Werf een rolpakking besteld. De avond en een gedeelte van de nacht wordt gebruikt om het lek te stoppen. Sommigen maken van de ‘heerlijk’ rustige nacht gebruik om eens uitgebreid van gedachten te wisselen. Na een enigszins onrustige slaap (je moet aan alles wennen, en zeker aan een paar uitlaatketels van Dieselmotoren in de buurt van je kooi) gaan we dinsdagmorgen om acht uur draaien. Eerst voorzichtig aan; ten slotte moet onze baggerbaas, de heer Boogaard, nog gevoel op de zuiger krijgen. Dat duurt echter niet lang en al gauw komt er een prachtige donkere straal uit het einde van de persleiding. Jammer, dat onze Alto-concentraat-meter nog niet werkt.

Weldra blijkt, dat de voorzijlierdraden slechts dan goed op de trommels gewikkeld worden, wanneer ze tijdens het afwikkelen strak gehouden worden. De drievelden-Kramer schakeling van de voorzijliermotoren maakt het mogelijk de vierende lier op „halen” te zetten, zodat deze wordt doorgetrokken. Dit heeft als hoofddoel, het over de grond rollen van de van boven naar beneden snijdende cutter bij werken in harde grond tegen te gaan. De trekkrachten werden nu echter zo groot, dat de ankers thuis gedraaid werden.
Daar er geen remlichtstand op de controllers van de voorzijlier-motoren aanwezig was, werden de ingebouwde platenremmen met de hand gelicht. De draad der afvierende lier werd nu strak gehouden door de kracht, benodigd voor het overwinnen van de inwendige wrijving van de lier. Dit had het gewenste resultaat en we hebben wat dit betreft geen moeilijkheden meer ondervonden. Naderhand is een remlichtstand op de controllers aangebracht.
Wat het thuisdraaien van de ankers betreft, hier zullen we in het Suezkanaal geen last van hebben, want daar wordt op zijdraden gewerkt.

‘s Middags komt er een aantal genodigden aan boord. Natuurlijk zijn er enige woorden over de zuiger gevallen en iedereen wil nu het resultaat zien, terwijl ook de exceptionele afmetingen en vermogen een aantrekkingskracht vormen. Plotseling wordt de zandpomp gestopt. Er blijkt een kogellager uit de smeerolie-set van het zandpompasblok uitgelopen te zijn. Baas v. d. Neut vertoont zijn kunsten op de draaibank, die we gelukkig aan boord hebben en tovert uit een stuk brons een passende vervangingsring. Jammer, vooral voor de bezoekers, dat het na de montage zo laat geworden is, dat van draaien niets meer kan komen. Als woensdagmorgen om een uur of tien de vertegenwoordigers van de Suez-Kanaal Maatschappij, benevens een groot aantal genodigden arriveren, draaien we al een paar uur. De heer Boogaard heeft van deze uren gebruik gemaakt om een flinke bres voor de cutter te vormen, zodat er bij de aankomst van de bezoekers een dikke zwarte straal uit de perspijp komt. Dat maakt altijd een goede indruk!

Weldra is het zwart van de mensen op de brug, die links en rechts vragen afvuren. Ergens in een hoek worden een paar versterkers afgeregeld door de heren van Alto. Helaas legt na een uur de geleende omvormer het loodje, zodat van een nauwkeurige afstelling der Alto-installatie niets kan komen. Deze installatie bestaat uit twee delen, n.l. een Altoflux, zijnde een meter met toebehoren, die de snelheid van het mengsel in de persleiding aangeeft en een Altocon, aangevende de concentratie van het zand in het mengsel. Ook kan men het aantal m3 grond aflezen, dat door de zuiger gepompt is. Met een helikopter vliegt een cameraman van de IHC boven de zuiger rond, want ook van dit bijzondere werktuig wordt een reclamefilm gemaakt.

Om een uur komt er een Directieboot met belangstellenden van de Rijkswaterstaat langszij. Vrijwel iedereen is geïmponeerd door de afmetingen en het zandpompvermogen (3300 apk) van de „Louis Perrier”, terwijl, voor velen de paalwagen een onbekende grootheid blijkt te zijn. Langzamerhand druipen de bezoekers weer af: om een uur of vijf stoppen we met zuigen en treffen zoveel mogelijk voorbereidingen voor het vertrek, dat op donderdag is bepaald.
Donderdagmorgen komt bakenmeester Van Noord ons nog even de hand schudden. We hopen, dat het niet de laatste keer zal zijn, want wij hebben van hem buitengewoon veel medewerking ondervonden gedurende deze dagen. Na een sleepreis in omgekeerde richting te hebben volbracht, arriveren wij om precies zeven uur aan de Werf in Schiedam, voldaan over de goede resultaten van de vorige dag.

E. A. S. (Gusto).


bron: Rijkswaterstaat
foto’s: Rijkswaterstaat | Werf Gusto
Ingezonden door B. Berkhout

Stichting Erfgoed Werf Gusto (2017)

Laatst bijgewerkt op: 1 oktober 2017