Op Vijf Poten Naar Dakar* (13)

Leestijd: 4 minuten

WIND EN ZEE DREVEN ONS TERUG

Olieman Toon kent de walvisvaart

A/B ZWARTE ZEE. 41° 10′ NOORD, 16° 10′ WEST, VRIJDAGMIDDAG

Een sleepreis van 2600 mijl.

,Het is een bloedig bedrijf. Ze zouden er eens van de dierenbescherming achteraan moeten kunnen. Ik heb het meegemaakt, dat er vijf harpoenen in zaten en dat ie nog wegzwom’. Het is al jaren geleden, maar Toon Roozeboom uit Vlaardingen, nestor van de bemanning en olieman op de Zwarte Zee, kan zich er nóg over opwinden.

TEGENWIND TE STERK
Hij staat in de machinekamer tussen de twee machtige „karren” en praat over zijn ervaringen in de walvisvaart. Ik ben de smalle trapjes afgedaald. omdat het aan dek nog steeds huilen is. Voor het eerst sinds ons vertrek heeft kapitein Poot zelfs bakzeil moeten halen en we sukkelen langzaam in noordwestelijke richting. De stormachtige tegenwind is de Zwarte Zee in de loop van de ochtend te machtig geworden.

Olieman Toon Koozeburg (58) is de nestor van de bemanning; een veteraan uit de visserij, kustvaart, koopvaardij en walvisvaart

Tegenslag
Wind en zee dreven ons terug in de richting waaruit we gekomen waren. De duizenden ,,paarden” van de Zwarte Zee waren nog wel tegen dit geweld bestand geweest, maar de kansen op breken van de tros namen gelijktijdig meer dan evenredig toe. Daarom geeft kapitein Poot voorlopig liever wat terrein prijs. Van harte gaat dat niet, omdat we in het etmaal dat achter ons ligt slechts 45 mijl vorderden en zo slecht zijn we niet eerder opgeschoten. We kampen nu al dagen met tegenslag en dan te bedenken, dat enkele honderden mijlen verderop de omstandigheden waarschijnlijk veel beter zijn.

Vlug terug naar de machinekamer, waar Toon Roozeboom verder vertelt over zijn vijf ijzige seizoenen in het gebied van de Zuidpool. Hij voer daar van 1951 tot 1957 als stoker en olieman op de jagers die de Willem Barentsz van walvissen moesten voorzien. Zo’n jager is nog een heel schip. ,,Zevenhonderd registertonnen en een machinevermogen van 2.700 pk. Er voeren ongeveer vijftien man op. Het waren omgebouwde Canadese korvetten”, aldus de toelichting van Toon Roozeboom.

Pakijs
„We waren een half jaar van huis en zaten door elkaar vier maanden onafgebroken in het pakijs. Er werd veel verdiend, maar daarvoor werkten we zeven dagen in de week en tenminste twaalf uur per dag. Het eerste jaar vingen we 261 vissen; toen ik voor het laatst meeging niet meer dan 98.” Toon Roozeboom deelt dit koel en zakelijk en met een kennelijke voorliefde voor cijfers mee. Voor de rest blijft hij er onverschillig onder. Hij draagt, op mijn verzoek, een episode uit zijn leven voor en dat is het dan. Hij heeft in zijn leven evenwel heel wat meer gedaan dan op walvisjagers varen. Vele jaren heeft hij doorgebracht in de machinekamers van koopvaardij- en vissersschepen. Zelfs werkte hij een poosje aan de wal, hoewel de ware zwerversgeest zich nimmer verloochende. „In die tijd was ik lid van een reisvereniging.”

Reepschieter
Ook Toon Roozeboom begon zijn zeemansloopbaan op de visserij. als reepschieter toen hij veertien was. „Dat was op de Vlaardingen 38, een stoomlogger, zomer en winter op de haringvangst.” Alles bij elkaar voer hij een jaar op loggers en trawlers. In 1949 kwam hij Smit & Co. als olieman op de fonkelnieuwe Noordzee. Toon Roozeboom was meteen zestien maanden van huis, slepend van Nederland naar Australië, vandaar naar Nieuw- Zeeland en terug naar Australië — en met de „losse” boot op Kaapstad aan. Na een paar reisjes op Portugees Oost-Afrika keerde de Noordzee tenslotte toch weer naar Nederland terug. „Het was mijn langste reis en tevens mijn mooiste”, vindt Toon Roozeboom. „Ik heb weleens meer een gezellige boot gehad, maar dit sloeg alles.”

Hup, Holland, hup
Ik wijs op zijn rug, waar op zijn werktenue uitstekend de naam Ierse Zee te lezen is en veronderstel dat dit schip zijn favoriete sleepboot is. De Ierse Zee is de vroegere Zwarte Zee, een beroemde sleper, die zijn naam aan onze super sleepboot heeft moeten afstaan. „Nee”, zegt Toon. „Daar heb ik namelijk vier maanden op gevaren. Maar ik dank er wel mijn mooiste belevenis aan. Weet je wel, toen we de Seven Seas vastmaakten. Hup. Holland, hup, zongen die mensen. Zoiets maak je nooit meer mee.”
De kans lijkt klein. Vooral omdat Toon Roozeboom zich voorgenomen heeft over anderhalf jaar voorgoed de wal op te gaan. ,,Dan ben ik zestig”, zegt hij. „Het is mooi geweest zo.” Heel mooi zelfs, maar wedden dm. Toon weer lid wordt van een reisvereniging?

WORDT VERVOLGD.

Bron: Algemeen Dagblad
Tekst: Piet van den Broecke
fotograaf: Onbekend
Artikelenserie uit collectie familie Lissenberg Schiedam
De Zwarte Zee en Ile de France zijn beide gebouwd door vennoten van I.H.C. Holland N.V. De eerste door Smit te Kinderdijk en de tweede door Werf Gusto te Schiedam.

*Donderdag 6 januari vertrok het boorplatform onder grote belang­stelling van de Werf te Schiedam. Op de rivier werd het getrokken door de sleepboten Azië, Europa, Schouwenbank en Steenbank, alsmede de sterkste sleepboot ter we­reld, de Zwarte Zee. Op zee ging deze laatste alleen verder met de zware sleep voor een tocht van 2600 mijl. De belevenissen gedurende deze lange sleepreis werden dagelijks in het Algemeen Dagblad beschreven onder de aanduiding: “Op vijf poten naar Dakar”!

Tijdens de tocht naar zee werden o.a. filmopnamen gemaakt voor het bioscoopjournaal (Polygoon) en voor de Nederlandse, Duitse en Engelse televisie.
bron: Gusto Berichten No. 2 1966


Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019

Laatst bijgewerkt op: 26 april 2019