Dit voor de Firma Ackermans en van Haaren bestemde bijzondere baggervaartuig is gereedgekomen en wordt op het ogenblik bij een der I.H.C.-vennoten (Werf Gusto) beproefd.
Het is een dieselelektrische snijkopzuiger, welke dient voor het graven van nieuwe kanalen en is in zoverre van een bijzondere constructie, dat zij bestaat uit vier afzonderlijke vaartuigen n.l.: de eigenlijke zuigerponton waarin zijn geplaatst de snijkopladder, de zandpomp en de paaltrommel; de pontoncentrale waarin zijn geïnstalleerd drie grote dieseldynamo aggregaten voor de stroomlevering naar de zandpompmotor, snijkopmotor en diverse hulpwerktuigen en verder twee stabiliteitspontons waarvan één aan de zuigerponton en één aan de pontoncentrale is gekoppeld.
De zuigerponton en pontoncentrale zijn achter elkaar geplaatst en door een speciale soepele verbinding aan elkaar verbonden.
De via de zuigbuis opgezogen grond kan door een persleiding naar het achterschip en verder door een drijvende leiding naar de wal worden geperst. Ook kan deze opgezogen grond door de bakkenlaadbuizen, die zich op de pontoncentrale bevinden, geperst worden en zodoende ook langszij liggende bakken vol laden.
Op de zuigerponton is kok nog een bakkenzuigbuis-installatie gemonteerd, waarmee de grond uit de langszij liggende zandbakken gezogen en naar de wal geperst kan worden. In dit geval ligt de zuiger langs de wal gemeerd. De “Arlésienne” is de tweede van dit soort snijkopzuigers, welke aan de Firma Ackermans en van Haaren geleverd wordt. De eerste droeg de naam “Gironde”, Beide zuigers zijn speciaal ontworpen om behulpzaam te zijn bij uit te voeren baggerwerken in het binnenland van Frankrijk en België, waar korte en nauwe ondiepe sluizen en laagliggende bruggen gepasseerd moeten kunnen worden en waar toch ook een zo groot mogelijke grondopbrengst geleverd moet kunnen worden. Dit zou met één complete zuiger niet mogelijk zijn, daarom zijn ze gesplitst in twee hoofdpontons met stabiliteitspontons.
Elk der hoofdpontons heeft een max. lengte van 33 m. max. breedte van 4,95 m en een max. diepgang 1,80 m.
Voor het passeren van vaste bruggen is de bovenbouw afneembaar tot de z.g. ,.kruiplijn” 3,40 m :boven water.
De belde afneembare zijpontons garanderen een ruime stabiliteit voor de vaartuigen. In het achtergedeelte van de zuigerponton is een z.g. patent ,.spudrotor” oftewel paaltrommel aangebracht. Deze bestaat uit een plaatstalen trommel waarin twee palen verticaal beweegbaar zijn opgehangen. Belde palen laat men met de punten in de grond zakken, waardoor de zuigerponton als het ware hieraan verankerd ligt. De zuigerponton kan zich nu vrij om de trommel bewegen.
Door middel van de voorzijdraden wordt de in het voorschip aangebrachte zuigbuis met draaiende snijkop heen en weer gehaald waardoor een zuiver profiel gebaggerd kan worden.
Als nu een snede met de snijkop gebaggerd is, wordt een der palen uit de grond getrokken en de paaltrommel door middel van een lierwerk voor een zeker gedeelte gedraaid rond de andere nog In de grond stekende paal.
Hierdoor wordt de zuiger vooruit gedrukt, de paal dan weer in de grond gedrukt en kan de snijkop door het verhalen van de zuiger weer een nieuwe snede grond losmaken.
Alle lieren en hulpwerktuigen aan boord worden elektrisch aangedreven. Voor het werken hetzij als snijkopzuiger hetzij als bakkenzuiger zijn twee afzonderlijke bedieningshuizen voorzien, van waaruit de gehele besturing van de zuiger kan geschieden.
Wij verwachten dat bij verschijning van dit artikel in “Het Zeskant” na geslaagde beproevingen, de zuiger zal zijn overgenomen en dat zodoende weer een nieuw werktuig is toegevoegd aan de vloot van vele reeds door de I.H.C. afgeleverde baggervaartuigen.
bron: I.H.C. Het Zeskant mei 1954
tekst: P.C.A. (Werf Gusto)
Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019
Laatst bijgewerkt op: 21 mei 2019