Oude Maasbrug Dordrecht

Leestijd: 2 minuten

1939: De  brug over de Oude Maas in Dordrecht.
Deze overbrugging is gelegen in de Rijksweg van Rotterdam naar Moerdijk, westelijk van de spoorbrug uit 1872. Ze verving een pontveer dat overigens nog wel tot 1966 in dienst bleef. Aan de noordzijde waren drie openingen van ongeveer 30 m. Daarna volgden twee grote openingen van ongeveer 84 en 74 m, terwijl aan de zuidzijde een dubbele basculebrug (Gusto Staalbouw*) was gelegen met een doorvaartwijdte van 48 m. De doorvaarthoogte was onder de vaste bruggen ongeveer 11 m boven hoog water.
De breedte van het rijdek was 11 m met aan weerszijden schampkanten van 0,5 m zodat de wijdte russen de hoofdliggers 12 m was. Buiten de hoofdliggers lagen zijpaden voor wielrijders en voetgangers met een breedte van 4 m. De aanbrug aan de noordzijde werd gedragen door volwandig geconstrueerde hoofdliggers met een hoogte van 2,9 m die over drie openingen doorgingen met overspanningen van 33,6 m. Ze lagen op een onderlinge afstand van 13,0m hart op hart. Daartussen waren geconstrueerde dwarsdragers, hart op hart 5,6 m, hoog ongeveer 1,6 m, en langsdragers van gewalste balken. De hoofdliggers waren van St. 52, de overige delen van St. 37. De bruggen over de grote openingen hadden vakwerkhoofdliggers volgens het v-patroon. Ze hadden overspanningen van 88,7 en 77 m en waren doorgaand over de beide openingen. De veldlengten waren 7,4 en 7,7 m, de systeemhoogte was 9,3 m. De dwarsdragers, hart op hart 7,4 en 7,7 m, waren volwandig geconstrueerd met een hoogte van ongeveer 2 m. Daartussen lagen langsdragers van gewalste balken. De hoofdliggers en de dwarsdragers waren van St.52, de overige delen van St.37. Zowel de aanbrug als de hoofdbruggen hadden een betonnen dek.

Met de onderbouw werd begonnen in november 1935. Op 24 juni 1939 werd de brug feestelijk geopend door de minister van waterstaat mr. dr. J.A.M. van Buuren.
De bovenbouw van de twee grote overspanningen werd vervaardigd door Werkspoor in Amsterdam. De aanbrug aan de noordzijde werd gemaakt door de Nederlandsche Staalindustrie in Rotterdam.

De bruggen die de twee grote openingen overspanden, werden eerst bij de bouw van de grote boogbrug over de Waal in Nijmegen als montagebruggen gebruikt. Ze werden in 1937 op gekoppelde elevatorbakken naar Dordrecht gevaren. Bij het passeren van de vaste bruggen in Zaltbommel en Baanhoek moesten de bakken worden volgepompt om te zakken en daarna weer leeggepompt, omdat het transport met gevulde pontons het sleepwerk te zwaar zou maken. Omdat de spoorbrug in Dordrecht in de weg lag, moest via de hefbruggen in Barendrecht, Spijkenisse en Rotterdam worden gevaren. Soms, waar de doorvaartwijdte te klein was, moesten de bakken dwars op de stroom worden gesleept. De vaarroute was 140 km, het langste transport van een brug over water.

In Dordrecht aangekomen moesten de bruggen eerst nog enkele meters worden opgevijzeld waarna ze, door het pompen van water in de bakken, op de opleggingen gelegd werden. Het transport geschiedde door het Bouw- en Montagebedrijf in Rotterdam.
De overbrugging werd tijdens de Tweede Wereldoorlog niet beschadigd en is tegenwoordig nog in de oorspronkelijke vorm aanwezig.

Toen in 1977 de Drechttunnel onder de Oude Maas in gebruik werd genomen kreeg de overbrugging de functie van ‘stadsbrug’ tussen Dordrecht en Zwijndrecht. De Gemeente Dordrecht heeft in 2006 een aanvraag ingediend om de ‘Oude Maas’ brug te verklaren tot rijksmonument.

Bron: stadsontwikkeling Dordrecht d.d. 29 mei 2006
Foto: Rijkswaterstaat


 

Laatst bijgewerkt op: 25 april 2022