1974
ROTTERDAM, woensdag
IHC-Holland zal dit jaar opnieuw enkele stroppen te verwerken krijgen, nadat het concern de strop op de bouw van drie booreilanden bij de Amerikaanse dochter IHC Holland Marine Corp. geheel ten laste van het afgelopen boekjaar heeft verwerkt.
Dit bleek in een maandag gehouden bijeenkomst ter toelichting van het jaarverslag over 1972 President D.L.H. Smit van het IHC-concern zei hier: We verwachten dit jaar een bescheiden positief resultaat te zullen behalen. “Gevraagd” naar een nadere precisering van het woord „bescheiden” antwoordde de heer Smit, dat het bestuur na de stroppen van verleden jaar nu uiterst voorzichtig is met prognoses. Hij wees daarbij verder op de sterke kostenstijging, vooral van lonen en materialen.
———De prijs van een ton staal bedroeg in 1973 nog ca. f 650, is nu rond f 900 en bij aanvragen voor staal voor levering In 1977 bedraagt deze zelfs f 1300 per ton”, aldus de IHC-president. Men wees erop, dat er nu soms ook sprake was van vertraging in de afleveringen.
———Na lang touwtrekken kwam in de toelichting naar voren, dat het “bescheiden positief resultaat” gezien moet worden inclusief te verwachten verliezen op lopende orders. “Dit jaar zijn er extra risico’s op orders, waar we rekening mee moeten houden. Wel zijn daarvoor intern voorzieningen getroffen”, aldus het IHC-bestuur.
———Hoewel men vanouds te verwachten verliezen op onderhanden werken bij IHC direct geheel neemt, terwijl de winst op onderhanden werken pas bij de oplevering wordt geboekt en het bestuur mede gezien de voor die verwachte verliezen bij benadering moet weten hoe hoog die tegenvallers zullen zijn, wilde men hierover nauwelijks meer kwijt.z
———Het bleek, dat o.m. met de lopende order voor een aantal sleepboten voor Russische rekening dezelfde opdrachtgever overigens als voor de reeds bekendgemaakte zojuist verkregen order voor de bouw van een pijpenlegger — problemen waren gerezen, waarvoor een deel van die voorzieningen bestemd is. Welk bedrag men dan intern hiertoe geraamd heeft wilde het -bestuur echter niet kwijt. Er was wat met de stabiliteit van de schepen, dat is nu opgelost. “Bovendien is het ontwerp van de schepen jarenlang geëvolueerd, zodat er van de oorspronkelijke plannen weinig overbleef”, aldus het bestuur.
———Een andere lopende order, waarop duidelijk een verlies verwacht kan worden betreft die voor de bouw van een zogenaamde ‘derde generatie’ pijpenlegger bij IHC Gusto in opdracht van Viking Jersey Equipment Ltd.. “Dit vaartuig zou volgens de plannen omstreeks deze tijd gereed moeten zijn, maar het komt nu ca. mei 1975 gereed”, aldus bestuurslid de heer B. Schuil. “Er is dus zo’n 9 á 10 maanden vertraging ”
———De heer Schuil lichtte toe, dat het hierbij gaat om een order van thans ca. 170 mln.
Over de op deze order te verwachten verliezen zet de heer Schuil.
———„Normaal rekenen wij met een afwijking op het totale orderbedrag van zo’n plus of min 10 pct. “In die marge zitten wij”. Het bestuur is wel van plan om ook deze strop geheel ten laste van 1974 te brengen. Zal het resultaat mede door genoemde tegenvallers over 1974 nog “bescheiden positief” zijn, voor 1975 is het bestuur optimistischer: “Ik denk wel dat dan 1975 er goed uitziet”, aldus de heer Smit tijdens de toelichting.
———Duidelijk werd verder, dat IHC voor dit laar en volgende jaren geen fiscale verliescompensatie met betrekking tot de vorig jaar geleden verliezen meer behoeft te verwachten.
———Een fraaie ontwikkeling vertoonde de orderportefeuille van IHC dit jaar tot nu toe. Steeg de post Orders in portefeuille vorig jaar van f 826 mln. ultimo 1972 tot ruim f 1 miljard, thans bedraagt deze volgens het jaarverslag ca. f 1.4 miljard. Van die nog te verwerken orders was eind 1973 f 763 mln. (ultimo ’72 f 610 mln.) nog te verwerken. Een order van in totaal f 340 mln. van China werd nog in 1973 verkregen.
———Van de op dit moment nog niet verwerkte orders neemt de Baggerdivisie ca. f 420 mln. voor zijn rekening en de Offshore divisie f 458 mln.
———Per eind 1973 bestond 54 pct. van de totale orderportefeuille uit werk voor de Baggerdivisie, 38 pct. voor de Offshore en ca. 8 pct. uit opdrachten voor de divisie Deelnemingen.
———Zoals reeds gemeld bedroeg het totale bruto verlies op de orders voor de drie in de VS te bouwen booreilanden f 100.7 min. Hiervan werd reeds f 5.9 mln. ten laste van het resultaat van 1972 gebracht, zodat het bruto verlies op deze orders over 1973 uitkwam op ƒ 94.8 mln.
———Dit saldo werd als volgt verdeeld: ten laste van de voorzieningen latente belastingverplichtingen f 33,5 mln., ten laste van voorziening onderhanden werken f 4 mln., ten laste van de reserve f 43,1 mln. en ten laste van de winst op de overige activiteiten f 14.2 mln.
Vooruitbetaald
De brutowinst op die overige activiteiten steeg vorig jaar tot f 39.2 (f 36.7) mln. Dit mede dankzij een positief saldo buitengewone baten en lasten ad f 4.9 mln. tegen slechts een kleine f 6 ton over 1972. ———Naar verwachting zal in 1974 voor ca. f 19,4 mln. geïnvesteerd worden, zo vertelde het bestuur. Dit o.m. bij de werf Verschure en ter afronding van de modernisering van de productiemodellen in Kinderdijk.
——— Het eigen vermogen per aandeel IHC daalde door de afboeking ten laste van de algemene reserve van een groot deel van het verlies in de VS en verder door uitbreiding van het kapitaal als gevolg van het keuzedividend van 1972 en omwisseling van converteerbare obligaties tot f 25.34 per eind 1973 tegen f 36.67 eind 1972. Het aandelenkapitaal bedroeg ultimo ’73 f 31.5 (f 29.8) mln.
De Telegraaf 04-09-1974
Laatst bijgewerkt op: 2 januari 2016