Foto: Collectie St.-Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.
Foto: Collectie St.-Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.
Zaterdag (9 September 1911) is van de werf Gusto alhier, met goed gevolg te water gelaten, de stalen romp van een zelfstoomend zuig-baggervaartuig met persinrichting, hetwelk genoemde werf van de Nederlandsche regeering in bestelling kreeg. De romp heelt de volgende hoofdafmeetingen: lang 70 meter, breed 11 meter en hol 5 meter. Het vaattuig zal voorzien worden met vier hoofdmachines waarvan 2 elk van 450 P.K. en 2 van 280 P.K. elk, benevens de noodige lieren, welke gevoed worden door twee scheepsketels, elk met een verwarmend oppervlak van 165 M2. en werkend met een druk van 12 KG per c.M2. Het werktuig is in staat zijn eigen laadruim te vullen en tot op een diepte van 5 tot 25 meter beneden de oppervlakte van het water te zuigen. De zandpompen zullen in staat zijn het laadruim van 700 M3. inhoud in 35 minuten met vaste specie te vullen, waarin de tijd voor het laten zakken, alsook die voor het ophijschen der centrale zuigbuizen is inbegrepen. Het vaartuig zal geheel electrisch verlicht worden en den naam dragen van Java. Na voltooiing zal het schip onder eigen stoom de reis naar zijn bestemming Soerabaja ondernemen.
Bron:
Schiedamsche Courant | 1911 |
Gister heeft de minister van Koloniën; gelijk gemeld, aan de werf “Gusto” den grootste slibzuiger bezichtigd, welken genoemde firma voor het departement van koloniën heeft gebouwd.
Het vaartuig, bestemd tot verbetering van het Westgat van de haven van Soerabaja, heeft de volgende afmetingen: lengte tusschen de loodlijnen 70.56 meter, breedte 11.47 meter, holte 4.88 meter, baggerdiepte 5 tot 25 meter. Het is voorzien van twee triple expansie machines elk van 280 I.P.K. voor het drijven der zandpompen en twee triple expansie machines van 450 I.P.K. voor de voortstuwing van het schip. Stoom wordt geleverd door 2 ketels elk met een verwarmend oppervlak van 125 M² en een werkdruk van 12 atmosfeer. Bij de proefbaggering welke plaats vond op de Zeeuwsche stroomen, werd het laadruim van 700 M³ inhoud, in 15 minuten met dikke slib gevuld.
Het schip zal onder eigen stoom de reis naar Nederlandsch-Indië volbrengen.
Bron:
Nieuwe Schiedamsche Courant, 01/03/1912
Foto: Collectie St.-Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.
Van de werf “Gusto” alhier is met goed gevolg van stapel geloopen de stalen romp van een drijvende kraan met een hefvermogen Van 150 tons. Het schip heeft de volgende afmetingen : lengte 39 M. ; breedte 19 M. ; holte voor 4.70 ; holte achter 2.30. De kraan kan hijschen tot op eene hoogte van 60 Meter boven de oppervlakte van het water; de groote uitlading is 45.50 M. het grootste hefver-mogen 150 tons. Ook wanneer de last aan den haak is opgehangen, kan de kraan zwenken en derricken en blijft daarbij het kraanschip dwarsscheeps geheel horizontaal liggen, dus zonder eenige slagzij. Dit is de derde van vier geheel gelijke kranen welke de firma voor Italië in aanbouw of afgeleverd heeft. De vier werktuigen zijn bestemd voor het opstellen van zware stukken geschut en affuiten aan boord van slagschepen.
Bron:
Nieuwe Schiedamsche Courant, 7/11/1911
De Nederlandsche zeesleepboot „Theems”, sleepende een drijvende kraan van Schiedam naar Taranto, is 10 Juni ‘s middags ter besemming aangekomen.
Foto: Collectie J. Smulders – Fotograaf: Onbekend.
Het denkbeeld van vaste torenkranen is voor de geheele werf doorgevoerd op de werf Gusto van de Firma A. F. Smulders te Schiedam. Deze is in het bezit van 6 stuks draaikranen, hefvermogen 2 tot 6 ton, vlucht tot 30 Meter. De tekening geeft een duidelijk beeld van zulk een kraan. De besturing geschiedt vanuit een huisje aan de draaibare spil.
De vaste opstelling biedt een groote veiligheid; de draaibare armen worden, wanneer de kranen geen dienst doen van de rem vrijgemaakt, zoodat zij naar de windrichting kunnen worden gewend. Dit heeft het voordeel van een zoo gering mogelijk buigend moment, dat vooral bij stormweer van grooten invloed is op de materiaalbelasting en op de stabiliteit. Er moeten echter veel kranen aanwezig zijn om alle plaatsen op het schip te kunnen bereiken.
DE HIJSCHWERKTUIGEN OP DE NEDERLANDSCHE SCHEEPSWERVEN
Door H. J. HUTYGEN, INGENIEUR BIJ DE N.V. DE NED. STAALINDUSTRIE TE ROTTERDAM
Uittreksel van de voordracht, gehouden op 17 maart jl. in de Vereeniging van Technici op Scheepvaartgebied
Bron:
Het Schip: 24 september 1920
Foto: demeijer.qualityteam.net – Fotograaf: Onbekend.
Gisteren is van de Werf Gusto met goed gevolg van stapel geloopen de stalen romp van een zeesleepboot Het schip heeft de volgende hoofdafmetingen: lengte op de loodlijnen 30 M.„ breedte 6.50 M., holte 3.75 M., en is voorzien van een verticale triple expansiemachine, welke 450 I.P.K. kan ontwikkelen. Deze machine wordt gevoed door een ketel niet een verwarmend oppervlak van 130 M.2 en een stoomspanning van 12½ atmospheeren.
Het vaartuig is voorzien van een krachtige centrifugaalpomp, gedreven door een afzonderlijke compound machine, welke pomp in het bijzonder voor bergingsdoeleinden is bestemd. De vaarsnelheid is 10 knoopen. Deze sleepboot is bestemd voor een Zuid-Amerikaansche haven en zal de reis daarheen onder eigen stoom. volbrengen,
Bron:
Schiedamsche Courant, 1/12/1911
1912 Delivered to Entreprise Générale du Port de Mar del Plata, Mar del Plata, Argentina. Named ‘Albatros’.
1917 Acquired on behalf of War Office renamed ‘Verdun’ for delivery voyage.
1917 Owner UK War Office (Director of Inland Waterways), London, renamed ‘HS 49’.
1921 Sold to Crichton Thompson & Co Ltd., London.
1925 Owners British & International Investment Trust Ltd., London.
1927 Sold to Remorquage A. Letzer SA, Antwerp, renamed ‘Richard’.
1940 Req by MOWT, managed by Risdon Beazley Ltd., Southampton.
1943 Renamed ‘Richard II’.
1944 Transferred to Admiralty service.
1944 At Dungeness pumping out Mulberry units.
1945 Returned to owners, re-renamed ‘Richard’.
1953-1954 Chartered to Maatschappij der Brugsche Zeevaart-Inrichtingen, Zeebrugge.
1961 Scrapped at Van der Loo Antwerp.
Bron:
thamestugs.co.uk
Foto: Collectie St.-Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.
De Steenkolen-Handelsvereeniging heeft overgenomen van de bouwmeesters (N. V. Werf Gusto firma A. F. SMULDERS) de voor haar rekening gebouwde elevateur-transporteur „West-falen”, een machine voor de overlading van kolen uit Rijn-schepen en lichters aan boord der zeeschepen, meer speciaal voor wat betreft het bunkeren der booten.
Bij de officieele beproeving bleek deze machine de reusachtige capaciteit te bezitten van ruim 1000 ton per uur, een vermogen zooals op dit gebied een unicum mag genoemd worden en zelfs in het algemeen voor de mechanische beweging nog wel niet overtroffen zal zijn. Van welk een belangrijke aanwinst deze „Westfalen” is, zal wel spoedig blijken.
Afgedacht van de snelheid bij de overlading, werkt de machine zeer bekwaam en weegt daarbij zeer zuiver. Eene zoodanige overlading wordt in de buitenlandsche havens althans in dezen omvang nergens aangetroffen, terwijl de tijdsbesparing reeds daarom voor de zeebooten de noodzakelijkheid wegneemt om voor de bunkering naar Engelsche havens te trekken. Waar Rotterdam reeds sedert eenigen tijd in toenemende mate een kolenhaven van groote beteekenis is geworden, voorziet deze machine in een dringende behoefte.
Bron:
Marineblad jrg 27, 1912/1913 [volgno 7] 01-01-1913
Foto: Collectie St.-Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.
SAGRES, (Gibraltar) 23 Juli. Gepasseerd zeesleepboot „Schelde”, kapt. W. Verschoor, met drijvende kraan. no. 431 op sleeptouw van Schiedam naar Spezia.
Bron:
Schiedamsche Courant, 24/07/1912
Bnr. 432: Profiel & Bakkenzuiger
Foto: Collectie St.-Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.
Foto: Collectie St.-Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.
Foto: Collectie GustoMSC – Fotograaf: Onbekend.
Van de werf „Gusto” alhier is met goed gevolg te water gelaten de stalen romp van een zeewaardigen hopper, welke de firma Smulders voor buitenlandsche rekening in aanbouw heeft.
De hoofdafmetingen van dit vaartuig zijn:
– Lengte 44 m.,
– Breedte 8.80 m.,
– Holte 4.40 m.,
– Hopper capaciteit 400 m3.
Het schip zal worden voorzien van een triple expansie machine, welke 300 I.P.K. ontwikkelt en van een ketel van 100 m2 verwarmend oppervlak en een stoomdruk van 13.5 kg.
Verder zullen de noodige stoomlieren aan boord zijn voor het bedienen van de ankers en de hopperdeuren en voor het manoeuvreren. Het schip zal de reis naar zijn bestemmingsplaats onder eigen stoom volbrengen.
Bron:
Nieuwe Schiedamsche Courant, 01/08/1912
Foto: Collectie St.-Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.
Foto: Collectie St.-Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.
Heden werd met goed gevolg van de werf “Gusto” der firma A. F. Smulders alhier te water gelaten de stalen romp van een zeewaardigen hopper, zijnde de tweede van een viertal, welke die firma voor buitenlandsche rekening in aanbouw heeft. De doopplechtigheid geschiedde door mejuffrouw Ida Dekker, die onder het uitspreken van den gebruikelijken zegewensch, door op een knop te drukken de laatste schoor deed wegvallen en het vaartuig statig te water deed glijden. De hoofdafmetingen van dit vaartuig zijn: Lengte 44 Meter, breedte 8.80 M., holte 4.40 M., hopper-capaciteit 400 M3. Het schip zal worden voorzien van een triple expansie machine, welke ruim 300 I.P.K. ontwikkelt en van een ketel van 100 M2 verwarmd oppervlak, werkende onder een stoomdruk van 135 Kg. Verder zullen de noodige stoomlieren aan boord zijn voor het bedienen van de ankers, de hopperdeuren en het manoeuvreeren. Het vaartuig zal de reis naar zijn bestemmings-plaats onder eigen stoom volbrengen.
Bron:
Nieuwe Schiedamsche Courant, 21/08/1912
*afgebeeld het identieke zusterschip Castor
Foto: Collectie GustoMSC – Fotograaf: Onbekend.
Heden werd met goed gevolg van de Werf Gusto der Firma A. F. Smulders alhier te water gelaten de stalen romp van een zeewaardigen hopper, zijnde de laatste van een viertal, welke deze firma voor buitenlandsche rekening in aanbouw heeft. De doopplechtigheid geschiedde door jongejuffrouw Truida Dekker, die onder het uitspreken van den gebruikelijken zegewensch, de laatste schoor deed wegvallen en het vaartuig statig te water deed glijden. De hoofdafmetingen van het vaartuig zijn: lengte 44 M., breedte 8,80 M., holte 4,40 M., hoppercapaciteit 400 M3. Het schip zal worden voorzien van een triple-expansie machine, welke ruim 300 I.P.K. ,ontwikkelt en van een ketel, van 100 M2 verwarmend oppervlak werkend onder een stoomdruk van 13,5 Kg. Verder zullen de noodige stoomlieren aan boord zijn voor het bedienen der hopperdeuren, der ankers en voor het manoeuvreeren. Het vaartuig zal de reis naar zijn bestemmingsplaats onder eigen stoom volbrengen.
Bron:
Nieuwe Schiedamsche Courant, 24/09/1912
| ←1913 | 1911→ |
Laatst bijgewerkt op: 24 april 2024
