De periode in Slikkerveer was er een van onstuimige groei. In 9 jaar tijd werden ± 200 orders afgewerkt, waarvan het merendeel bestemd voor het segment baggeren. Het grootste aandeel in de orders waren stoomhoppers, onderlossers, kantelbakken, baggermolens en ook de eerste zeewaardige baggermolens werden afgeleverd. Bijna alle opdrachten voor buitenlandse rekening, zoals voor Rusland, China, Duitsland, Italië, Uruguay, Brazilië, Egypte, Spanje en België om er enkele te noemen.
De wapens en vlaggen van al die landen waarvoor gebouwd was waren in het kantoorpand van de later (1905) in Schiedam geopende scheepswerf terug te vinden als gebrandschilderde voorstellingen in de glazen koepel op de Modellenzaal. In 1896 trad Frans Smulders in dienst van het bedrijf van zijn vader. In 1900 namen de beide zoons Henri en Frans Smulders de dagelijkse leiding over van de bedrijven van hun vader (Utrecht & Slikkerveer).
Opvallende objecten in deze periode waren het Dokponton voor Luanda (Bnr. 287- 1903). De enige objecten voor de Nederlandse markt waren de sleepboot Gusto voor eigen rekening (Bnr. 209-1895) en de twee zolderschuiten de I en de II (Bnr’s. 265-1900 en 301-1905). In 1900 bouwde A.F. Smulders twee drijvende bokken met elk een hijsvermogen van 80 ton, de eerst volgende order op dit gebied stamde pas uit 1908.
De sleepboot Gusto, eigenlijk meer een salonboot, werd voornamelijk gebruikt als ‘heen en weer’ van de werf in Slikkerveer naar het kantoorpand annex woonhuis van de familie Smulders in Rotterdam aan het Haringvliet.
In 1905 liep Bnr. 294 van de helling. Het was een 600 ton zeewaardige kolentransporteur. Deze kolentransporteur was ontwikkeld in nauwe samenwerking met de SHV (Steenkolen Handels Vereniging) in Rotterdam. Deze eersteling zou zorgen voor grotere opvolgers met meer verwerkingscapaciteit van kolen per uur. De ontwikkeling van deze machines/schepen bracht een revolutie teweeg in de wereld van kolenbunkering dat tot dan toe met mankracht werd gedaan.
Bunkering op deze manier ging vele malen sneller dan het aan boord brengen van kolen door mankracht. Het invoeren van deze machines/schepen bracht wel veel onrust onder de kolensjouwers. Het was natuurlijk smerig en zwaar werk, maar zorgde wel voor ‘brood op de plank’. Om de gemoederen niet al te veel te verhitten kreeg het schip op de helling de werknaam Parana dat moest duiden op een order voor Argentinië. Het schip werd opgeleverd als Pluto toen het overhandigd werd aan de SHV in Rotterdam. Het schip werd afgebouwd in Schiedam in 1905.
Utrechtsche IJzergieterij 1872 <<< | >>> Werf Gusto Schiedam 1905-1940
Laatst bijgewerkt op: 30 april 2024