Utrechtsche IJzergieterij 1872

Leestijd: 2 minuten

 

Spoorbrug bij Culemborg

In 1872 ging het nieuwe bedrijf van start. Dezelfde werkzaamheden als in ‘s-Hertogenbosch werden voortgezet maar dan op grotere schaal. De bouw van schepen en pontons moest men uitbesteden aan derden, daar het nieuwe bedrijf niet aan water lag. Men werd daardoor afhankelijk van andere bedrijven wat de oplevering betrof van schepen en pontons nodig voor baggermolens etc. Dit ging op den duur wringen en men keek in de 90’er jaren uit naar een andere locatie aan open water. De periode in Utrecht was wel een uiterst succesvolle. Een van de eerste grote opdrachten was het verstevigen van de dubbelspoor Spoorburg bij Kuilenburg (Culemborg).

In september 1874 jaar tekenden de drie broers (Augustinus Franciscus, Carolus Wilhelmus en Johannes Lodovicus) een akte ter oprichting van een NV onder de naam ‘Utrechtsche IJzergieterij’. In 1880 scheidden de wegen van A.F. Smulders en zijn broers zich. De broers Louis en Charles Smulders zetten hun eigen bedrijf op in Utrecht en werden bekend onder de naam ‘Jaffa’.

Er werden nog een aantal bedrijven geacquireerd. A.F. Smulders kocht in 1880 in Tegelen het in financiële moeilijkheden verkerende Canoy & Herfkens (steenfabricage). Hij bekleedde daar eerst zelf de post van directeur, maar droeg alles een aantal jaren over aan zijn zoon Piet Smulders. In 1887 kocht A.F. Smulders de machinefabriek annex ijzergieterij Atlas in Amsterdam. Waarschijnlijk was dit vanwege de vele opdrachten in Amsterdam en Noord-Holland. Zoon Henri Smulders, die zich in 1880 aansloot bij het bedrijf van zijn vader en ooms werd daar directeur. Het aangekochte bedrijf werd weer van de hand gedaan in 1889. In 1893 kocht A.F. Smulders de Ketelmakerij ‘Renson & Co’ in Grâce-Berleur in België. Zijn zoon Louis Smulders werd daar directeur. De schaalvergroting binnen de baggerindustrie noopte hen toch uit te kijken naar een werf aan het water. De pontons en schepen werden groter en groter. In 1894 kocht men de werf ‘De Industrie‘ van P. Smit jr. in Slikkerveer en werd daardoor onafhankelijk van derden op het gebied van scheepvaart. De gezinnen van Henri en Frans Smulders verhuisden naar Rotterdam. Daar wordt tevens een verkoopkantoor opgezet aan het Haringvliet te Rotterdam.In de jaren erna verlegde het bedrijf langzaam de werkzaamheden, van bemalingsmachines, locomobielen, stalen kapconstructies, stalen spoorbruggen, kunstbotermachines, naar baggermaterialen. In 1882 leverde  het bedrijf de eerste baggermolens aan Volker. Het jaar 1885 was een belangrijk jaar voor het bedrijf, omdat toen een bestelling geplaatst werd voor tien excavateurs door J.C. van Hattum, die ingezet zouden worden bij het graven van het Panamakanaal. Het bedrijf maakte in die periode o.a. ook baggermateriaal voor Egypte (Suez), Duitsland (Noord-Oostzeekanaal), Keulen/Düsseldorf (kanalisatie van de Rijn), China (haven van Tientsin), Antwerpen, Gent en dichter bij huis, voor het nieuwe Merwedekanaal.

Protestbrief van 32 IJzergieterijen aan den minister van Koloniën in 1880

foto: Beeldbank Utrecht
(Test van de eerste excavateur in Bussum)



St. Erfgoed Werf Gusto 2019

Bewaren

Laatst bijgewerkt op: 28 februari 2020

Scheepsbouwmuseum