Als opvolger van de Minensuchboot 1935 vertoonde de Mboot 40 enkele ontwerp gelijkenissen, maar was van een andere oorsprong. Omdat de Minensuchboot 1935 vrij ingewikkeld en duur was om te bouwen, was de nieuwe klasse van schepen gebaseerd op het laatste mijnenjager ontwerp van de Eerste Wereldoorlog, de Mboot 16. Het resultaat was een schip dat ongeveer kwalitatief 10% de mindere was dan de Minensuchboot 1935, maar nam maar de helft van de tijd in beslag om te bouwen.
Net als zijn voorgangers, werden deze boten niet alleen gebruikt voor de mijnenjacht alleen, maar werden ook gebruikt voor escorte-operaties en andere soorten operaties. Met hun steenkool gestookte ketels konden deze schepen worden bediend, dat kwam goed van pas omdat de brandstofvoorziening van de Kriegsmarine een kritiek niveau had bereikt.
Van de 131 gebouwde schepen – de meeste van hen werden op Nederlandse scheepswerven gebouwd – gingen 63 schepen verloren tijdens de oorlog. 30 schepen werden in beslag genomen door de Sovjets, 25 door de VS en dertien door de Britten. De schepen die werden gebruikt door de Sovjet-marine werden ingezet tot de jaren ’60, de meeste van hen in de Baltische Zee. Vijf van deze eerder door de VS in beslag genomen schepen werden later door de VS teruggegeven aan de nieuw gevormde Bundesmarine in 1957.
De laatste actieve schepen in deze klasse waren vier schepen van de Roemeense marine die nog in dienst waren als Corvettes in 1994. dat waren de: Demokratia, Descatusaria, Desrobrea en Dreptatea.
Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019
Laatst bijgewerkt op: 12 september 2023