Gusto Staalbouw

Leestijd: 6 minuten

Gusto Staalbouw vormde een redelijk zelfstandig geheel binnen Werf Gusto. In Nederland was Gusto Staalbouw bekend door haar montagewerkzaamheden aan tunnels (Maastunnel), reparatie en nieuwbouw van bruggen (Brienenoord), bouw van hoogovens (Hoogoven IV, VI en VII  –  1971), Deltawerken (Haringvliet), gebouwen (Marconiplein), bouw  en onderhoud van raffinaderijen en chemische fabrieken (Dow) e.d.

Staalbouw had een eigen calculatieafdeling, een bedrijfsbureau, een orderadministratie/assurantie-afdeling en later ook een eigen tekenkamer.

Al in 1892 richtte A.F. Smulders (tijdelijk) een bedrijf op in Amsterdam voor grote werkzaamheden aan o.a. de Hogesluis, de Blauwbrug en de Gasfabriek. De voorloper van Gusto Staalbouw dus in feite.

Op het “Kaarsenterrein” achter op de werf in Schiedam, waar tot rond 1935 de ‘Apollo’ Kaarsenfabriek was gevestigd, werd in de zestiger jaren een afdeling Fixed Platforms gestart. In de Powerloods werden de constructies samengesteld, klaar voor montage op het buitenterrein.

Gusto Geleen
Onder Gusto Staalbouw viel ook Gusto Staal- en Mijnbouw in Geleen. Dit bedrijf aan de Kampstraat was in 1941 aangekocht en deed dienst als toeleveringsbedrijf voor De Staatsmijnen. De bouw van mijnschachten e.d. was de expertise en corebusiness. Later werd ook montagewerk verricht voor DSM, ENCI en Budelco.

Eind 1973 waren er 225 medewerkers in dienst in Geleen, enkele dat in 1974 middels gedwongen ontslagen werd teruggebracht tot ongeveer 150. Een tweede ontslag ronde volgde in 1976, toen besloten moest worden alleen de fabriek in Geleen open te houden, voornamelijk voor de fabricage van palen voor hefeilanden, pontons voor Beavers e.d. (ca. 100 medewerkers).

In 1985 werd Gusto Geleen verkocht aan Joep van den Nieuwenhuyzen wegens een voortdurend gebrek aan werk.

Lastechnisch bedrijf De Kleijn
Onder Gusto Staalbouw ressorteerde ook Lastechnisch bedrijf De Kleijn, gevestigd in Sliedrecht.

De problemen met onderaannemers zoals die zich in 1972 manifesteerden (staking) kwamen natuurlijk niet uit de lucht vallen. Goede vakmensen – zeker voor offshore-werk – waren nauwelijks te krijgen en dus werd er naar onderaannemers (meestal koppelbazen) gegrepen om het werk klaar te krijgen.

Toen zich in 1971 dan ook de kans voordeed om Lastechnisch bedrijf De Kleijn te kopen liet Gusto Staalbouw die kans niet aan zich voorbij gaan. Een bedrijf met ca. 100 medewerkers, waarvan velen met het fel begeerde 2G/5G-certificaat (later 6G) hadden en dus prima aan jackets en decks konden lassen. Maar het bedrijf kon ook hefeilanden bouwen, zoals o.a. de Stevin ’73. Als IHC De Kleijn kreeg het bedrijf  in 1973 ook een eigen Ondernemingsraad.  In juni 1973 telde IHC De Kleijn 315 medewerkers; de montageploeg op Hoogovens was inmiddels toegevoegd aan het bedrijf. Per 1 oktober  1973 rapporteerde de directie van het bedrijf aan het Hoofd van de Offshore Divisie van IHC Holland.

Eind 1973 zou IHC De Kleijn de kern gaan vormen van IHC Gusto Staalbouw BV.

IHC Gusto Staalbouw B.V.


De start
Per 1 oktober 1973 werd door de directie van IHC Gusto BV besloten  – mogelijk mede als gevolg van de acties van de Staalbouwers in 1972 en het grote verschil in beloning tussen hen en de werfmensen – tot oprichting van IHC Gusto Staalbouw B.V. (samen met de hoofdvestiging bij IHC De Kleijn) op het terrein van de laatste in Sliedrecht. De Raad van Bestuur van IHC Holland NV stelde zich achter dit besluit.

In deze nieuwe onderneming werden ondergebracht IHC  De Kleijn en de afdelingen van Gusto Staalbouw in Schiedam (incl. calculatie, tekenkamer, werkvoorbereiding e.d.) en Gusto Geleen; ook de montage-afdelingen bij Hoogovens en in Europoort werden hierbij gevoegd. Tot eerste directeur van IHC Gusto Staalbouw BV werd benoemd de heer Th. W. de Kleijn, tot dan toe directeur van het gelijknamige Lastechnisch bedrijf. Dit bedrijf beschikte zelf niet over een staf die in staat was om een dergelijke grote reorganisatie in goede banen te leiden. Een nieuw bedrijf met op dat moment nog meer dan  800 medewerkers was in een handomdraai  geboren. Maar hoe moest het verder?

Het was de Raad van Bestuur van IHC Holland NV die aan de heer  De Kleijn volmacht gaf die medewerkers van IHC Gusto BV mee te nemen, die benodigd waren om IHC Gusto Staalbouw BV op poten te zetten. Op 1 januari bestond ‘de staf’ naast Theo de Kleijn als directeur van IHC Gusto Staalbouw vooral uit Schiedam overgenomen medewerkers. Gedeeltelijk bleven deze medewerkers kantoor houden in Schiedam, gedeeltelijk pendelde men met bedrijfsbusjes dagelijks naar Sliedrecht.

Naar Slikkerveer

Luchtfoto van de werf Gusto Slikkerveer

De vestiging van IHC Gusto Staalbouw BV te Sliedrecht voldeed niet aan de vereisten voor een productie-bedrijf. Weliswaar werden er o.a. pon-tons gebouwd voor hefeilanden, maar werf lay-out, hijs vermogen, kantoorfaciliteiten e.d. voldeden geenszins aan de normen van een  IHC Holland NV vestiging. 

Reden voor de directie eind 1974 een plan te schrijven om de hoofdvestiging van IHC Gusto Staalbouw BV over te plaatsen van Sliedrecht naar de werf van Gusto Slikkerveer. De Raad van Bestuur van IHC Holland NV bracht hierop in februari 1975 een Info-nota uit, waarin een mogelijke samenvoeging van IHC Gusto Staalbouw BV met de afdeling Slikkerveer van IHC Gusto BV  werd aangekondigd. Na het uitbrengen van een studie-nota in maart 1975 konden alle betrokken partijen vrede hebben met dit plan en werd in de loop van 1975 de hoofdvestiging van IHC Gusto Staalbouw BV verplaatst van Sliedrecht naar Slikkerveer.

Organisatie en lay-out

De omgevallen 30 ton Torenkraan 1974.

Met de nodige aanpassingen – een “tijdelijk” kantoor voor directie en staf en een nieuwe kantine met plaats voor ongeveer 400 medewerkers – werd de werf geschikt gemaakt voor de nieuwe bezetting. Ook de lay-out van het  werfterrein  werd aangepast;  de bestaande haven werd gedeeltelijk gedempt om plaats te maken voor loodsen van onderaannemers en een groot gedeelte van het buitenterrein werd verhard. Zo ontstond een locatie met twee hellingen die tot één te koppelen waren (50 meter breed), bediend door een nieuwe torenkraan met een hijsvermogen van 50 ton (de oude 30-tonner was omgevallen in 1974);  waar ook grote constructies zoals cutterladders, jackets, decks, secties en olieoverslagboeien gebouwd konden worden.

De organisatie werd aangepast door het afstoten van alle montage-afdelingen, zowel bij Hoogovens alsook in Europoort en in Gusto Geleen. Het totaal aantal medewerkers bedroeg na deze afslanking nog 400 man, waarvan 200 op Slikkerveer, 100 in Schiedam en 100 in Geleen.

Door nog wat verdere aanpassingen van de accommodatie in Slikkerveer – o.a. een mobiele montagehal op het verharde buitenterrein  en het instellen van een tweeploegendienst  – werd het mogelijk in de loop van 1976 alle medewerkers uit Schiedam over te plaatsen naar Slikkerveer. De in Schiedam steeds uitgevoerde werkzaamheden zoals het bouwen van jackets en decks werden in het vervolg in Slikkerveer uitgevoerd. De uit Schiedam meegekomen en later vernieuwde bevelmachine bewees daarbij uitstekende diensten, evenals het feit dat de meeste lassers van Staalbouw over een 2G/5G-certificaat (of 6G)beschikten.

Activiteiten
Tussen 1974 en 1980 werden een groot aantal activiteiten door IHC Gusto Staalbouw BV  uitgevoerd, o.a.:

hefeiland IB 901 voor Interbeton (1974)
hefeiland Steel Belle voor Stevin/Philipp Holzman (1975)
hefeiland Mona voor Stevin (1976)
cutterzuiger Sliedrecht 33 voor Kon. Adriaan Volker Groep (1976)
splittrail Thames voor Prins van Wijngaarden (1977)
wandelend hefeiland Avala voor PIM (1978)
casco zelfvarende cutterzuiger Marco Polo voor Jan de Nul (1979)
4 watertankers via IHC France voor Libië
cutterladder Simon Stevin voor RDM (1978/1979)
revisie van vele SBM’s
revisie  ELSBM voor BNOC
secties voor IHC Gusto en IHC Smit

Jacket gebouwd door IHC Gusto Staalbouw BV

Bovendien werden vanaf 1976 een flink aantal jackets en decks gebouwd in Slikkerveer  voor o.a. Pennzoil Nederland Company (operator voor de Noordwinning groep waar ook IHC een aandeel in had), maar ook voor Unocal, Placid en  Amoco . De Noordzee stond er vol mee, o.a. in de blokken K10, K11, K12, K13 en P14.

Fabricage ‘palen’ bij Gusto Geleen

Palen voor hefeilanden werden hoofdzakelijk in Geleen samengesteld. Een bijzonderheid daarin waren de palen voor de Seafox I in opdracht van MSC; twee zijden waren van Naxtra 70 en twee van T1-staal. Dat betekende lassen met voorverwarming tot 180°C! Deze palen werden ook niet in secties naar de werf vervoerd waar het ponton werd gebouwd (Boele Bolnes), maar in z’n geheel samengesteld en met een binnenvaartschip naar de Jobshaven in Rotterdam gebracht om direct in het eiland te worden gehesen. Ook pontons voor Beavers van IHC De Klop werden regelmatig in Geleen vervaardigd.

Tenslotte
Bij gebrek aan voldoende werk binnen IHC Holland NV werd in 1982 een aanzienlijk aantal medewerkers ontslagen, ook bij IHC Gusto Staalbouw BV in Slikkerveer en Gusto Geleen. Toen IHC Holland NV in 1987 moest besluiten tot de zoveelste grote reorganisatie viel ook voor IHC Gusto Staalbouw BV definitief het doek en werd de werf in 1988 gesloten. Gusto Geleen was in 1985 al verkocht aan Joep van den Nieuwenhuyzen.

Zo bleef er na de sluiting van IHC Gusto BV in 1978 en IHC Gusto Staalbouw BV in 1988 niets meer over van de befaamde werven die ooit ontstonden uit Werf Gusto v/h Fa. A.F. Smulders.

Bron: ‘Van Werf Gusto naar IHC Gusto Staalbouw’ – B. van Dam


 

 

Laatst bijgewerkt op: 1 mei 2024

Geschiedenis van een Schiedamse scheepswerf