De periode 1940-1945 was voor Werf Gusto gedurende lange tijd na WO II een fase die veel discussie en aandacht opeiste. De beschuldigingen aan het adres van de leiding van de werf destijds, als zou de werf zich op 23 mei 1940 vrijwillig hebben aangemeld bij de Duitse bezetter middels een contract, is natuurlijk ook geen sinecure. De leiding van de werf is in 1947 vanwege deze beschuldiging veroordeeld voor “ economische collaboratie”. Het proces duurde enkele dagen. Een keur van hoge marine-officieren¹) trad op als getuigen a décharge, maar het mocht niet baten.
Was Werf Gusto de enige scheepswerf, die bouwde voor de bezetter? Nee, geenszins. Elke werf in Nederland droeg haar steentje bij. Nee, het was een collectief gebeuren, waar je als werf aan mee moest doen, of je nu wilde of niet. Wat er zich precies in de directiekamers heeft afgespeeld van scheepswerven als Wilton Feijenoord, Werf Gusto etc. laat zich raden. Wat natuurlijk een belangrijke rol meespeelde in het geheel was, dat Nederland in korte tijd overrompeld werd en al op 13 mei 1940 zonder daadkrachtige leiding zat.
Beslissingen hier te lande werden in die eerste dagen van de oorlog dan ook genomen door Generaals van de Koninklijke Landmacht, zoals Generaal Winkelman er een van was. De toestand was onoverzichtelijk, zo niet chaotisch. Uit de boeken van Dr. Lou de Jong – Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog – , die daarin ook de situatie rond de Nederlandse scheepswerven in Rotterdam in die eerst oorlogsdagen beschreef, beschrijft ook een sfeer van: ‘iedereen doet maar wat hij denkt dat goed is’.
Werf Gusto was in die dagen extra kwetsbaar, omdat zij kort voor het uitbreken van de oorlog een grote opdracht had ontvangen van de Koninklijke Marine voor de bouw van 20 Motortorpedoboten, de zgn. Powerboats. Deze boten moesten gebouwd worden volgens een nieuw ontwerp van een Engelse werf. Het concept was omgeven met geheimen op het gebied van voortstuwing e.d. Men had voor aanvang van de bouw van de boten door Werf Gusto er één, als voorbeeld, laten maken in Engeland (eind 1939) en die lag op het moment van uitbreken van de oorlog op 10 mei 1940 gevechtsklaar aan de steiger bij Werf Gusto. Deze ‘Powerboat’ heeft ook daadwerkelijk meegedaan aan de gevechten om de Maasbruggen in Rotterdam. De boot is uiteindelijk met toestemming van de legertop via Hoek van Holland uitgeweken naar Engeland en werd later na aanpassingen door de Engelsen toegevoegd aan hun Noordzeevloot.
In dit machtsvacuüm heeft de leiding van Werf Gusto zich destijds wellicht genoodzaakt gezien eigen beslissingen te nemen, die hen op dat moment in staat stelde op dezelfde voet verder te gaan, maar hen uiteindelijk ook niet vrijwaarden van maatregelen van de bezetter, zoals het gijzelen van een van de directieleden voor langere tijd in 1940²) en het planmatig vernietigen van delen van de werf in 1944.
Dieper ingaan rond de problematiek van dit onderwerp valt buiten het bestek van deze website.
¹) De aanklacht tegen de leiding van Werf Gusto bestond ook uit het gegeven, dat men bij het aangaan van het contract met de Duitse bezetter, vrijwillig geheimen had overhandigd, die verbonden waren met de Powerboats. Vandaar de aanwezigheid van de Marine-officieren.
²) (om het verzet in Schiedam te breken werden hooggeplaatste lokale figuren gegijzeld en geïnterneerd. Deze tactiek werd in verschillende steden gehanteerd).
bronnen:
Dr. L. de Jong- Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog
Stichting Erfgoed Werf Gusto (2017)
Laatst bijgewerkt op: 1 oktober 2017