Gusto Staalbouw

Leestijd: 2 minuten

Gusto Staalbouw vormde een redelijk zelfstandig geheel binnen Werf Gusto. In Nederland was Gusto Staalbouw bekend door haar montagewerkzaamheden aan tunnels (Maastunnel), reparatie en nieuwbouw van bruggen (Brienenoord), bouw van hoogovens (Hoogoven IV, VI en VII  –  1971), Deltawerken (Haringvliet), gebouwen (Marconiplein), bouw  en onderhoud van raffinaderijen en chemische fabrieken (Dow) e.d.

Staalbouw had een eigen calculatieafdeling, een bedrijfsbureau, een orderadministratie/assurantie-afdeling en later ook een eigen tekenkamer.

Al in 1892 richtte A.F. Smulders (tijdelijk) een bedrijf op in Amsterdam voor grote werkzaamheden aan o.a. de Hogesluis, de Blauwbrug en de Gasfabriek. De voorloper van Gusto Staalbouw dus in feite.

Op het “Kaarsenterrein” achter op de werf in Schiedam werd in de zestiger jaren een afdeling Fixed Platforms gestart. In de Powerloods werden de constructies samengesteld, klaar voor montage op het buitenterrein.

Gusto Geleen
Onder Gusto Staalbouw viel ook Gusto Staal- en Mijnbouw in Geleen. Dit bedrijf aan de Kampstraat was in 1941 aangekocht en deed dienst als toeleveringsbedrijf voor De Staatsmijnen. De bouw van mijnschachten e.d. was de expertise en corebusiness. Later werd ook montagewerk verricht voor DSM, ENCI en Budelco.

Eind 1973 waren er 225 medewerkers in dienst in Geleen, enkele dat in 1974 middels gedwongen ontslagen werd teruggebracht tot ongeveer 150. Een tweede ontslag ronde volgde in 1976, toen besloten moest worden alleen de fabriek in Geleen open te houden, voornamelijk voor de fabricage van palen voor hefeilanden, pontons voor Beavers e.d. (ca. 100 medewerkers).

In 1985 werd Gusto Geleen verkocht aan Joep van den Nieuwenhuyzen wegens een voortdurend gebrek aan werk.

Lastechnisch bedrijf De Kleijn
Onder Gusto Staalbouw ressorteerde ook Lastechnisch bedrijf De Kleijn, gevestigd in Sliedrecht.

De problemen met onderaannemers zoals die zich in 1972 manifesteerden (staking) kwamen natuurlijk niet uit de lucht vallen. Goede vakmensen – zeker voor offshore-werk – waren nauwelijks te krijgen en dus werd er naar onderaannemers (meestal koppelbazen) gegrepen om het werk klaar te krijgen.

Toen zich in 1971 dan ook de kans voordeed om Lastechnisch bedrijf De Kleijn te kopen liet Gusto Staalbouw die kans niet aan zich voorbij gaan. Een bedrijf met ca. 100 medewerkers, waarvan velen met het fel begeerde 2G/5G-certificaat (later 6G) hadden en dus prima aan jackets en decks konden lassen. Maar het bedrijf kon ook hefeilanden bouwen, zoals o.a. de Stevin ’73. Als IHC De Kleijn kreeg het bedrijf  in 1973 ook een eigen Ondernemingsraad.  In juni 1973 telde IHC De Kleijn 315 medewerkers; de montageploeg op Hoogovens was inmiddels toegevoegd aan het bedrijf. Per 1 oktober  1973 rapporteerde de directie van het bedrijf aan het Hoofd van de Offshore Divisie van IHC Holland.

Eind 1973 zou IHC De Kleijn de kern gaan vormen van IHC Gusto Staalbouw BV.


Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019

Laatst bijgewerkt op: 19 april 2022

Scheepsbouwmuseum