Op 5 maart 1969 werd het lierhuis van Werf Gusto naar de scheepswerf van Van der Giessen-de Noord vervoerd. Daar werd op 6 maart het lierhuis (340 ton) over de taats getild . De hijshoogte van 35 meter was kantje boord voor de bok!
Op 18 juni 1969 werd door scheepswerf Van der Giessen-de Noord het kraaneiland/pijpenlegger ‘Choctaw’ overgedragen aan Santa Fé International in Los Angeles. Het kraaneiland/pijpenlegger waarvoor Werf Gusto de kraan met een maximaal hefvermogen van 800 ton leverde, werd via het Panamakanaal naar Australië gesleept. Daar zou het werk verrichten voor Esso.
Het kraaneiland was bestemd voor montage van constructiewerken voor de olie- en gaswinning op zee. Het bestond uit twee onderling verbonden pontons, elk voorzien van vier kolommen waarop twee dekken lagen. Het kraaneiland kon in drijvende als in half afgezonken toestand worden gebruikt. Dit laatste werd gedaan bij slecht weer.
Bijzonderheid van deze kraan was, dat hij niet werd vastgezet met een doorgeknikte arm, zoals bij de Micoperi kraan. Deze kraan had een trekschakelconstructie aan de achterzijde van de ballastkist. Op deze manier kon de kraan in vastgezette positie 800 ton hijsen.
De breedte was beperkt omdat het nog het Panamakanaal moest kunnen passeren, maar dit had nadelige gevolgen voor de stabiliteit, zodat het als kraanschip weinig succesvol was. Als pijpenlegger was het concept wel succesvol, zodat er de nodige schepen op gebaseerd werden, zoals de Choctaw II, de Viking Piper, de Semac I en de Castoro Sei.
Alle foto’s: Digitale Collectie St. Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.
Laatst bijgewerkt op: 9 augustus 2023