Het scheepswerfterrein aan de Ringdijk in Slikkerveer kent inmiddels een lange geschiedenis. Bij het uitbreken van WO II lag de werf er verlaten bij. De laatste eigenaar Scheepswerf ‘Intermaas’, die het complex in 1917 van Werf Gusto had gekocht, had wegens faillissement in 1937 de werkzaamheden gestaakt. De werf was daarop opgekocht door de N.V. Scheepsbouwbelangen1 om te voorkomen dat derden de werf voor een appel en een ei zouden opkopen en daar tegen sterk gereduceerde kostprijs schepen zou gaan bouwen, waardoor de concurrentiepositie van de al bestaande scheepswerven nog verder verslechterd zou worden. Werf Gusto in Schiedam gebruikte de werf in WO II om o.a. materiaal op te slaan van de powerboten, die voor de oorlog besteld waren door de Koninklijke Marine. Tijdens de bezetting van Nederland in mei 1940 waren een aantal van deze powerboten in aanbouw op de Schiedamse werf. De Duitse bezetter had twee door Werf Gusto afgebouwde powerboten (in het Duits Schnellboote), de S201nl en S202nl uitgebreid laten testen in de wateren rond het Noorden van Duitsland. De twee powerboten werden afgekeurd en doorverkocht door de Kriegsmarine aan de marine van Bulgarije. De overige powerboten uit de order van de Koninklijke marine werden in delen doorverkocht aan de marine van Bulgarije en Roemenië. De oude werf in Slikkerveer diende als tijdelijke opslag.
Uit de beelden blijkt, dat de werf niet operabel was als scheepswerf tot zeker het einde van 1941. De opmerkingen in sommige publicaties als zou Werf Gusto in bezettingstijd goed verdienen en zelfs daardoor haar bestaande werf in Schiedam moeten uitbreiden met deze gehuurde oude werf in Slikkerveer lijkt hiermee te sterk uitgedrukt.
1. Volgens de Staatscourant No. 53 is in Den Haag opgericht de N. V. Scheepsbouwbelangen. Het kapitaal bedraagt f 100.000, verdeeld in 40 aandelen van f 2500. Het doel der vennootschap is het behartigen van de belangen van in Nederland gevestigde ondernemingen op het gebied van de scheepsbouw, met name het steunen van de scheepsbouwindustrie door het verwerven van overtollige en/of verouderde scheepswerven, het slopen en vervreemden van opstallen en werktuigen, het te gelde maken van voorradige goederen en inventaris en het vervreemden van terreinen, onder voorwaarden, welke een verder gebruik voor scheepswerven uitsluiten. De aandelen luiden op naam. De eersten keer worden tot commissarissen benoemd de naamloze vennootschappen-oprichtsters: Dok- en Werf-Maatschappij Wilton-Fijenoord N. V.; De Rotterd. Droogdok Mij.; N. V. Kon. Mij. „De Schelde”; N. V. C. van der Giessen & Zonen’s Scheepswerven; N. V. Ned. Scheepsbouw Mij.; Machinefabriek en Scheepswerf van P. Smit Jr. N. V.; N. V. Werf Gusto v.h. firma A. F. Smulders. Geplaatst en volgestort zijn 28 aandelen. Tot directeur is benoemd de heer Th. de Hoog te Rotterdam.
Laatst bijgewerkt op: 8 juni 2024