Hoewel soms vermoed wordt dat de naam Gusto al gebruikt werd na de vestiging in Slikkerveer, komt de naam in die periode in krantenknipsels niet voor. Wel werd de naam Machinefabriek en scheepswerf ‘De Industrie, Firma A.F. Smulders’ gebruikt werd. In wezen op dezelfde wijze waarop na de verhuizing van Den Bosch naar Utrecht ook de oude bedrijfsnaam en die van de persoon A.F. Smulders gecombineerd werd.
In de dagbladen werd vrijwel uitsluitend gesproken over de Firma A.F. Smulders in Slikkerveer en slechts een enkele keer over de combinatie Werf de Industrie, Firma A.F. Smulders. Dit briefhoofd werd dus gebruikt zo’n twee jaar nadat de werf was overgenomen. Piet Smit jr. gebruikte nadat hij zijn oude werf aan Smulders had verkocht, voor zijn nieuwe werf in Varkenoord (Rotterdam-IJsselmonde) nog tot 1912 de naam “De Industrie”. Ook uit krantenberichten uit die dagen blijkt dat Piet Smit jr. die naam is blijven gebruiken, ook bij zijn nieuwe werf. Bijvoorbeeld in dit bericht over de kiellegging voor een sleepboot:
Een week later werd bij de tewaterlating van een andere sleepboot opnieuw gesproken over de werf “De Industrie” van P. Smit Jr. (Rotterdamsch Nieuwsblad 27 September 1897). Deze situatie kon natuurlijk verwarring creëren. Het is dan ook geen wonder dat in de berichtgeving over de werf van Smulders al gauw uitsluitend gesproken wordt over de Firma A.F. Smulders.
De afleiding van de naam Gusto als gebruikt voor de werf is algemeen bekend. Minder bekend is dat deze naam binnen de familiekring en familiebedrijven vaker gebruikt is. En ook al verschillende keren voordat hij voor de werf in Schiedam gebruikt werd. Volgens de bouwlijst is er in 1895 door A.F. Smulders een sleepboot met de naam Gusto gebouwd (Foto: 1). Op 16 juli 1895 werden de Portugese admiraal Ferreira do Amarral met zijn adjudant en de heer Luis da Cunha de Mancellos door Henri Smulders van het Oude Hoofd te Rotterdam met het stoombootje Gusto naar Slikkerveer gebracht om het daar in aanbouw zijnde drijvend droogdok te inspecteren. Na afloop van het bezoek bracht men met de Gusto nog een bezoek aan Dordrecht alvorens naar Rotterdam terug te keren (Utrechts Nieuwsblad 20 Juli 1895). Op 25 Februari 1903 werd het schip met deze naam genoemd in het Rotterdamsch Nieuwsblad toen het de twee opvarenden redde van het tjalkschip Op Hoop van Zegen dat, geladen met takkenbossen, ter hoogte van Slikkerveer water maakte en zonk. Op 30 Juni 1903 meldde het Rotterdamsch Nieuwsblad dat de Gusto gebruikt was om getooid met vlaggen op zondag de internationale zeilwedstrijd van Rotterdam naar Hoek-van-Holland van de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas bij te wonen.
A.F. Smulders liet in 1897 de bouw van een buitenhuis (Foto: 2) bij Venlo aanbesteden (De Ingenieur 12(10) 6 Maart 1897; zie bij A.F. Smulders). Of de bouw door zijn zoon Piet Smulders is overgenomen, of dat Piet later het huis betrok, is niet bekend. Piet Smulders liet in Tegelen even voor 1900 de villa Gusto bouwen. Op zondag 30 juli 1899 viel een kind van hem van het balkon en kwam met zijn achterhoofd op de stenen stoep terecht. Het werd een wonder geacht dat het kind nog in leven was (De Nieuwe Koerier 3 Augustus 1899). Deze villa is in 1944 bij de bevrijding van Blerick door Brits granaatvuur geheel verwoest.
Het gebruik van de naam Gusto voor de werf is, tot nog toe, voor het eerst gevonden in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 25 April 1905 (toen een werknemer zijn hand beknelde bij het versjouwen van balken). Hoewel de plaats in het bericht niet genoemd werd, gebeurde dat op de nog in aanbouw zijnde werf in Schiedam.
Op 8 Juni 1905 werd bij een bericht over de overplaatsing van het personeel uit Slikkerveer met nadruk vermeld dat de nieuwe werf de naam Gusto droeg. Begin juli 1905 deelde de directie in advertenties in verschillende dagbladen mee dat het bedrijf zijn hoofdkantoor van Rotterdam naar Schiedam verplaatste en werd de naam Werf Gusto formeel gebruikt. Het bedrijf als geheel werd nog steeds Firma A.F. Smulders genoemd.
In 1914 werd de motordirectieboot Gusto II gebouwd. Het is niet bekend of de geïnstalleerde motor een Gusto dieselmotor was zoals het bedrijf in die tijd fabriceerde.
Het Giusto Blazersensemble is in februari 1982 ontstaan door samenvoeging van twee bestaande Haagse blaaskwintetten om de Sérenade van Dvộrάk te spelen. De naam ‘Giusto’ dankt het ensemble aan de villa Gusto; een monumentaal pand aan de Scheveningseweg in Den Haag, waar het ensemble een tijd lang mocht repeteren. De stap van Gusto naar Giusto, (wat ‘juiste’ betekent) was klein. Het ensemble bestond uit vergevorderde amateurs of beginnende conservatorium-studenten. Veel van de inmiddels oud- leden zijn professionele musici geworden en hebben een orkestbaan in Nederlandse beroepsorkesten.
Natuurlijk moest de Werf Gusto op een gegeven moment als erkend bouwer van drijvende kranen over een eigen drijvende kraan beschikken. In 1914 werd die kraan gebouwd onder bouwnummer 482. Deze kraan heette ‘Gusto’. In 1922 werd deze verkocht aan de haven van Antwerpen en werd, nog met de naam ‘Gusto’ op het kraanhuis, versleept naar Antwerpen. Vandaar dat de kraan in de Antwerpse volksmond al snel de naam ‘Grote Gust’ kreeg. De werf nam na verkoop vandeze kraan een andere door hen zelf gebouwde kraan in dienst. Ook deze (Bouwnummer 552) in 1922 gebouwde kraan kreeg de naam ‘Gusto’. Op 24 mei 1927 werd deze kraan bijvoorbeeld gebruikt bij het van de werf lossen van een deel van denieuwe Koemarktbrug bestemd voor Schiedam. Begin 30’er jaren 1930 werd hij aan de Sovjet-Unie verkocht.
Op 1 september 1927 brachten de heer Malan, Minister van Spoorwegen en Havens van Zuid-Afrika samen met de directeur van de Railways Board de heer Wilcoks een bezoek o.a. aan de Werf Gusto. Zij bekeken daar de werking van een elektrische 150-tons kraan, waarschijnlijk de Gusto (Bnr. 552-1922). Dit omdat zij geïnteresseerd waren in de aanschaf van zo’n kraan voor het lossen van locomotieven in Zuid-Afrika (Het Vaderland 2 September 1927). Als we kijken naar de drijvende kranen van Dunbar (Foto: 3) en van Kaapstad (Foto: 4) uit die tijd, heeft men destijds toch anders beslist.
Na de verkoop van de kraan ‘Gusto’ aan de U.S.S.R. werd voor de werf zelf de drijvende kraan met het bouwnummer 571, gebouwd in 1924, in dienst genomen. Deze kraan kreeg officieel geen naam. Het was deze kraan, afgebeeld op een foto (Foto: 5) uit het Archief Rotterdam, die klaar lag voor vertrek naar de haven van Hamburg in 1940. Naar alle waarschijnlijkheid gezonken tijdens het transport ter hoogte van Texel na gespot te zijn door Engelse jachtbommenwerpers. Demag heeft voor de Hamburgse haven in 1941 een nieuwe 100 ton drijvende kraan gebouwd. Waarom de kraan met het bouwnummer 571 op de bouwlijsten van Gusto staat met de naam H.H.L.A III is niet met zekerheid te zeggen. Op de Duitse website hhla.de lezen we, dat de de Demagkraan van 100 ton in 1941 niet gebouwd werd voor de haven van Hamburg, maar voor de Kriegsmarine en ingezet werd op de scheepswerven in de regio Hamburg. Pas begin 60’er jaren ging deze kraan in dienst bij de HHLA en kreeg de naam H.H.L.A. III. Op de bouwlijsten van Werf Gusto staat vermeld, dat de 571 verkocht/geleverd werd aan de Hafen & Lagerhaus Hamburg en niet aan de Kriegsmarine. Onzekerheden alom.
Laatst bijgewerkt op: 15 mei 2024