In aanwezigheid van een groep gastenbuit Venezuela en Curaçao, werd bij Werf Gusto de kiel gelegd voor het motorschip “Merida”, dat door de I.H.C. Holland onder Co. nummer 272 voor Venezolaanse rekening gebouwd wordt.
Het contract voor de “Merida” en drie zusterschepen werd door de I.H.C. Holland verkregen. Twee schepen worden gebouwd bij de scheepswerven ‘Vuyck” en “De Noord”.
Onder de aanwezigen bevonden zich vele vertegenwoordigers van de directie der rederij, welke de schepen besteld heeft en van de I.H.C.-agentschappen in Venezuela en Curaçao.
bron: I.H.C. Het Zeskant september 1953
„Merida” te water
MEVROUW JIMENEZ DRUKTE IN CARACAS OP EEN KNOP
Schiedam. — Het is niet de eerste maal, dat een schip radiografisch te water is gelaten, maar toch was Vrijdagmiddag in Nederland de belangstelling te Schiedam op de werf Gusto groot, en eveneens zal dit het geval zijn geweest te Caracas. Daar immers zou mevrouw Jiménez, de echtgenote Van de president van Venezuela, op een knop drukken en aldus via een speciale radioverbinding via Scheveningen met Schiedam, de te-water-lating van het ms. „Mérida” verrichten. De havenaalmoezenier van Rotterdam, pater Van den Burgh, verrichtte de doopplechtigheid. Na de gebruikelijke gebeden in het Latijn ging hij over tot de zegening. Hij hield vervolgens een korte toespraak in het Spaans. Namens de directie van de werf Gusto verzocht de heer Smulders aan mevrouw Jiménez in Caracas op een knop te /drukken. Ze voldeed prompt aan dit verzoek en het schip gleed statig te water.
Hierna spraken de heren Smulders, de directeur van de werf, en de vice-president van de Venezolaanse maatschappij, de korvetten-kapitein Aristides Rojas, in het Spaans gelukwensen uit, waarna de radioverbinding werd beëindigd.
Bij de plechtigheid werden door de muziekvereniging „Gusto” de Venezolaanse en Nederlandse volksliederen gespeeld.
De „Mérida” zal gaan varen in de zgn. Venezuela-lijn van La Guayra naar New York, waarvoor ook de drie andere schepen bestemd zijn, die alsnog door Nederland zullen worden gebouwd voor rekening van dezelfde maatschappen. Na de tewaterlating van de „Mérida” werd de kiel gelegd voor het tweede schip, de „Yaracuy”.
Bron: Amigoe di Curacao : weekblad voor de Curaçaose eilanden 03-07-1954
Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019