Bnr. 867: Menoembing 1947 (Co. 1)

Foto: Digitale Collectie St. Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.

“Ik doop u: Menoembing”, De  klink was weggehaald, en terwijl de eerste zeetinbaggermolen, bestemd voor het ministerie van Overzeese gebiedsdelen, van de werf Gusto voorheen firma A . F. Smulders te Schiedam, weggleed over de afloopgoten naar zijn element, barstte een fles champagne tegen de romp uiteen.  Het was klokslag drie uur, toen  mej. Inckel, dochter van de directeur van het technisch bureau van het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen, deze doopplechtigheid, met alle ceremonieel  daaraan verbonden, verrichtte. De „Menoembing” zo genoemd naar een bergtop op Banka, maakt deel uit van een serie van acht van deze drijvende fabrieken, welke door de regering zijn besteld. Inderdaad „drijvende fabrieken” want op deze molens geschiedt alles, van de opbaggering der specie af tot en met de levering van het schone erts.

De doopplechtigheid

Tegen half drie verzamelden zich in de ontvangkamer van het hoofdgebouw van de Werf Gusto de genodigden onder wie dr. J, P. Banier, gecommitteerde voor Indische Zaken aan het departement van Overzeese Gebiedsdelen, de heer P. J. Houwert, dir. van de Billiton Mij., oud-min. Ir. 0. C. A. van de Jeude, commissaris van die Mij., vele hoofdingenieurs en technische ambtenaren van het departement van Overzeese Gebiedsdelen en van de Billiton Mij., de burgemeester van Schiedam mr. W. J. Peek en de directie ingenieurs en toezicht_houdend personeel van de Werf Gusto. Op de werf was bij de helling een groot platform gebouwd; versierd met de Nederlandsche kleuren en het geel-zwart van Schiedam .

Boven de hoofden der aanwezigen zaten de lassers en klinkers tot in de hoogste spanten van hijskranen en in aanbouw zijnde schepen. Op de tinmolen zelf stonden de mannen, die hem aan banden moesten leggen, zodra hij in zijn element was. De doopplechtigheid zou verricht worden door mej. F. J. Inckel, dochter van de directeur van het Technisch Bureau van het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen. Klokslag 3 uur haalde zij de handie over. Probeerde dit althans, want de klink zat zo stevig vast, dat een mannenhand de zwaarste tegenstand moest overwinnen. Van de toeschouwers op de hoge zitplaatsen klonken adviezen als „harder blazen” of „wegduwen”, maar de „Menoembing” bleef onwrikbaar op zijn plaats, Mej. Inckel duwde harder tegen de glimmende handle; er klonk een hol geluid als van een rollende steen in het ponton; het leek alsof de molen even wachtte om de ketenen af te gooien, toen begon hij te glijden, de fles volgde hem met een zwaai, en vergruizelde tegen den plaatijzeren wand. Schuimend droop de champagne in drie witte vlekken over de zwarte romp, „Ik doop U Menoembing” ging verloren in het gejuich van de toeschouwers en het gillen van de sirene; de vaart van het glijdende monster nam toe, de achterkant gleed in het water met een doffe plons; kort daarop lag het gehele geval licht dansend op de Nieuwen Waterweg, door de vaart afdrijvend naar de rivier. Drie sleepbootjes namen onmiddellijk de lastige knaap onder toezicht, de trossen werden vast gemaakt en vijf minuten later lag de nieuwe aanwinst van onze tinbedrijven getemd voor de wal. In de hijskraan hing de eerste plaat van de T. M. 3, de volgende tinmolen, waarvan de kiel gelegd werd. terwijl de afloopgoten nog gloeiend waren.

De speeches

Intussen had de heer Conijn, een der directeuren van de werf Gusto in de ontvangkamer het woord ‘genomen, om de aanwezigen te danken voor hun komst. Speciaal de heren van de technische dienst, de ingenieurs en het toezicht houdend personeel wilde hij in die dankbaarheid betrekken, Hij hoopte, dat de molen de achting zou afdwingen, van de bewoners van Indië. Aan, Mej. Inckel overhandigde hij een souvenir.

Dr, J. P. Banier, bracht de gelukwensen over van de Minister van Overzeese Gebiedsdelen, die door drukke werkzaamheden verhinderd was zelf te komen. Ook namens de Indische regering feliciteerde hij de directie met het opgeleverde werk. De tinmolen is bestemd voor Banka en dit feit stelde de te water lating volgens spreker in een bijzonder licht. De economische reconstructie en rehabilitatie van Indië stond in nauw verband met en had grote invloed op de politieke vormgeving, zoals die in Bangkalpinang op Banka ook besproken was. Spreker noemde deze tewaterlating het bereiken van een mijlpaal voor Indië en het vaderland.

Tot slot sprak Dr. Banier den wens uit, dat de verhouding tussen de vier samenwerkende scheepsbouwbedrijven en het ministerie langdurig even goed zou blijven en dat de oplevering van de andere molens met dezelfde snelheid zou geschieden. 

De Directeur van de Billiton de heer F. J. Houwert noemde initiatief nemen niet moeilijk, moeilijk was de uitwerking ervan, Banka, Billiton en Singkep waren in zijn ogen de schatkist van Ned. Indië, maar men moest er uit putten. Daarvoor zouden de emmertjes van de “Menoembing” zorgen. Hij wenste de directie geluk met de voorspoedige tewaterlating. Zich wendend tot de directeur van L. Smits Internationale Sleepdienst, sprak hij de hoop uit, dat hij op de medewerking van die firma weer kon rekenen, als de molen over een paar maanden klaar was om weggebracht te worden. „Uw glorie, Hollands glorie”, Mej. Inckel hoopte, dat het een gelukkige doop mocht zijn; het mooiste cadeau voor haar zou zijn, dat de molen zou meehelpen tot de herleving van de welvaart, zodat er van hem in Oost en West gezegd kon worden: „Er werd wat groots verricht” 

Enkele cijfers

Groots ook in de letterlijke zin, getuige de volgende cijfers: De hoofdafmetingen van het ponton zijn: lengte 66 M., breedte 20 M. dus een dekoppervlak van 1.320 M2. Het gewicht van het gevaarte zoals het te water gaat, is circa 1.500.000 kg., wanneer de molen geheel gereed is, circa 3.500.000 kg. De geweldige emmerladder, d.i. het geconstrueerde gedeelte waarin de emmers rondlopen en dat ná de tewaterlating wordt gemonteerd, heeft een lengte van 57 M, en weegt niet minder dan circa 275.000 kg. Deze ladder veroorlooft te baggeren tot een diepte van 30 M. Wanneer straks de bovenbouw geheel gemonteerd is, bedraagt de totaallengte 130 M, bij een hoogte van circa 24 M. boven water.

bron: Nieuw Schiedamsche Courant 1947


Stichting Erfgoed Werf Gusto