“De onderbouw is aangenomen door de N.V. Internationale Gewapend-Betonbouw te Breda. De bovenbouw over het zomerbed is aangenomen door de N.V. Werkspoor te Amsterdam: een gedeelte van dezen bovenbouw wordt vervaardigd in de werkplaatsen van de Kon. NS. Machinefabriek voorheen Begemann te Helmond. de N.V. Nederlandsche Staalindustrie te Rotterdam, de Werf Gusto te Schiedam, de N.V. Burgerhout’s Scheepswerf en Machinefabriek te Rotterdam en de firma Frans Smulders te Utrecht. Tegelijkertijd met de brug voor gewoon verkeer wordt naast de oude spoorbrug, welke reeds van 1869 dateert, op de oude pijlers een tweede spoorbrug gebouwd. De bovenbouw van deze brug over het winterbed is aangenomen door de N.V. Kon. Mij. de Schelde te Vlissingen. terwijl deze bruggen worden gemonteerd door de N.V. Bijker’s Aannemingsbedrijf te Haarlem. De bovenbouw van de spoorburg over het zomerbed is aangenomen door de N.V. Werkspoor te Am-sterdam; een gedeelte van dezen bovenbouw wordt vervaardigd in de werkplaatsen van de N.V. Pletterij voorheen L. I. Enthoven en Cie. te Delft, de fa. Penn en Bauduin te Dordrecht en de werf Gusto te Schiedam.”
Bron: Prov. Noord-Brabantsche & ‘s-Hertogenbossche Crnt, 6 juli 1932
In het kader van het Rijkswegenplan van 1927 werd in 1928 door de toenmalige Minister van Waterstaat Mr. H. van der Vegte het Bruggenbureau ingesteld. Als verantwoordelijk ambtenaar van Rijkswaterstaat werd de heer ir. W.J.H. Harmsen aangesteld als leidinggevende. Het was zijn taak in kort tijdbestek de ‘problemen’, voor het steeds intensiever wordende verkeer, met de rivieren op te lossen. Daarvoor moesten grote bruggen gebouwd worden. De projecten waren te groot om uitgevoerd te worden door een bedrijf.
In de jaren daaraan voorafgaand waren al drie grote constructeurs op het gebied van staalconstructies samen gaan werken, dat waren N.V. Pletterij te Delft, Penn & Bauduin te Dordrecht en de firma Kloos te Kinderdijk. Deze bedrijven voerden regelmatig overleg (er waren per bedrijf drie vertegenwoordigers) en hadden laten zien, dat ze prima konden samenwerken en het werk in kortere tijd konden opleveren dan bedrijven, die alleen dit soort projecten moesten uitvoeren. Vanaf 1925 had deze combinatie al reeds 6 grote bruggen opgeleverd.
Deze drie grote bedrijven, aangevuld met N.V. Werkspoor te Amsterdam werkten weer samen met kleinere ‘onderaannemers’, die geregistreerd stonden bij Rijkswaterstaat als gecertificeerde bruggenbouwer, zoals Werf Gusto er een van was.
De eerst grote oeververbinding in het Rijkswegenplan 1927 was de brug bij Keizersveer over de Bergsche Maas, die in oktober 1931 werd opgeleverd.
De tweede was de ‘IJsselbrug’ bij Zwolle, start van de bouw was in 1927 en de derde kwam tot stand in 1932 met de oplevering van de verkeersbrug bij Zaltbommel. Het werk bij de bruggen in Zaltbommel bestond uit diverse projecten, zoals onderbouw, bovenbouw boven het winterbed en bovenbouw van het zomerbed van de rivier. Niet alleen werd de verkeersbrug gebouwd maar tevens werd de ernaast liggende spoorbrug (daterend uit 1869) verbreed.
Voor de verkeersbrug waren door N.V. Werkspoor te Amsterdam; Werf Gusto, N.V. Ned. Staalindustrie te Rotterdam, Burgerhout’s Scheepswerf en Machinefabriek te Rotterdam en Frans Smulders uit Utrecht gecontracteerd. Uit te voeren werkzaamheden waren voor de bovenbouw van het zomerbed.
Aan Werf Gusto werd door N.V. Werkspoor Amsterdam de opdracht verleend voor het leveren van staalconstructies voor de bouw boven het zomerbed van zowel de verkeersbrug als de spoorbrug. Bij de verbreding van de spoorbrug waren buiten Werf Gusto eveneens de bedrijven N.V. Pletterij te Delft en Penn & Bauduin uit Dordrecht betrokken bij de bouw.
Vanaf 1932 stonden nog een groot aantal bruggen in de planning, dat waren in de juiste volgorde:
Brug bij Nijmegen over de Waal, Brug bij Muiden over het Merwedekanaal, Hefbrug over de Oude Maas bij Spijkenisse, Arnhem brug over de Rijn en de brug bij Vreeswijk (Vianen) over de lek. In 1932 stonden de bruggen bij Dordrecht en Moerdijk (nog) in de wacht.
Bron: Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932
Stichting Erfgoed Werf Gusto 2018
* In de 70’er jaren werd de originele ‘Bommelsche’ brug vervangen door de ‘Martinus Nijhoff’ brug (foto boven). Deze brug werd, na de opening van de nieuwe brug (ook ‘Martinus Nijhoff’ genoemd) in 2002, in 2012 gesloopt. Delen van de staalconstructie zijn verspreid in Nederland als kunstobject geplaatst.