Op 28 mei 1915 werden door Werf Gusto twee pontons te water gelaten voor een Elevator, die zij in aanbouw had voor Ackermans & van Haaren. Deze Elevator was in de eerste plaats bestemd voor het ophogen van terreinen en zodanig ingericht, dat de in bakken aangevoerde grond werd gelost en op de wal gebracht. Dit kon met of zonder toevoeging van water geschieden. In het eerste geval stortte de emmerketting, die de grond gelost had, deze op een transportband en in het tweede geval in een spuitgoot, waardoor de met water gemengde grond naar de loswal wegstroomde.
Transportband en spuitgoot staken 30 meter buiten de ponton en hadden aan hun stortpunt nog een hoogte van 6 meter boven de waterlijn. Voorts kon deze Elevateur ook als bakkenzuiger werken, waarbij de grond op de gewone wijze door een zandpomp uit de bakken werd opgezogen en weggeperst. De vrije doorvaart tussen de schepen bedroeg 8,50 meter en de vrije doorvaarhoogte boven de lastlijn 5 meter. De afmetingen van elke ponton waren als volgt: lengte 34 meter, breedte 6,50 meter en holte 2,60 meter.
De emmerkettingen en de zandpomp werden aangedreven door een verticale compoundmachine van 160 P.K, terwijl een kleinere machine diende voor het aandrijven van de water centrifugaalpomp en de transportband. De stoom werd geleverd door 2 ketels met een verwarmend oppervalk van 120 m2, werkende onder een stoomdruk van 8 atmosfeer. Voorts zou er een direct gekoppelde dynamo zijn voor de algemene verlichting.
Schiedamsche Courant, 28/05/1915; p. 2/4
Stichting Erfgoed Werf Gusto 2018