In vele berichten in de pers over de kolennood in 1917, die de gezinnen gedurende de wintermaanden zouden bedreigen, stond ook een gunstig bericht, dat zeker welkom zou zijn geweest. Hier en daar doken reeds berichten op omtrent bruinkoolontginningen in Zuid Limburg. De directie van de Maatschappij Bergerode te Sittard deelde in augustus 1917 hierover het volgende mee:
“Het concessieveld Energie van de Maatschappij Bergerode gelegen tussen Sittard en Heerlen, bij het dorp Brunssum, zal op grote schaal worden ontgonnen. Dit veld bevatte volgens globale berekeningen 6 miljoen ton, dus zes honderdduizend spoorwagens van 10.000 kg. bruinkolen.”
Om dit voor de winter 1917 zo kostbaar materiaal te ontginnen, was men begonnen een grote installatie te maken. Excavateurs (bovengrond baggermachine), locomotieven voor het vervoer waren aangeschaft, klein spoor werd gelegd om van de verschillende bruinkoolgroeven de kolen te brengen naar een grote hooggelegen verladingssteiger, waaronder de spoorwagons geladen konden worden.
Voor rekening van de bruinkoolmijn werd door de directie van de Staatsmijnen een spoorwegverbinding gelegd van deze steiger naar het spoorwegemplacement, van de nieuwe staatsmijn Hendrik.
Indien door onvoorziene omstandigheden geen vertragingen zouden ontstaan bij het bouwen van de ontginningsinstallatie (Werf Gusto) of aan de aansluitingsspoorweg naar de mijn Hendrik, zou men eind september 1917 reeds in veel huisgezinnen deze voor ‘huisbrand’ zo bijzonder geschikte brandstof kunnen stoken.
bron: Nieuwe Schiedamsche Courant, 21/08/1917; p. 3/4
foto: Gemeentearchief Schiedam / fotograaf: Onbekend
Stichting Erfgoed Werf Gusto