Een fotoboek samengesteld met foto’s van bijna alle onderdelen en ruimtes van een boorschip. De foto’s hebben betrekking op diverse gebouwde boorschepen door IHC Gusto BV. (onderling zaten er verschillen in, slechts waarneembaar door de echte kenners). Alle foto’s zijn afkomstig  uit de digitale collectie van de St. Erfgoed Werf Gusto. Om ze geschikt te maken voor plaatsing op de website zijn ze allemaal bewerkt.

De verklarende teksten bij de foto’s zijn van de hand van Peter Mackenbach en Ben Berkhout.

Verklarende Woordenlijst:

1. Gyrokompas = Wordt gebruikt voor navigatiedoeleinden
2. Combibediening Re-entry= Tijdens boor- en herstelwerkzaamheden worden operators geconfronteerd met verschillende uitdagingen die de integriteit van de boorput kunnen bedreigen, kunnen leiden tot vastzittende apparatuur of een zijspoor nodig hebben om nieuwe productiezones te vinden.
   Of ze nu worden gebruikt als een onvoorziene reactie op boorputproblemen of als een gepland ontwikkelingsproces voor boorputten, re-entry-systemen bieden geoptimaliseerde oplossingen. In een steeds groter wordend bereik van boorputcondities, diepten en afmetingen kunnen re-entrysystemen het risico en de kosten van het boren van een nieuwe put verminderen.
3. RTS Cilinders = Risener Tensioners. Houden de boortoten op zijn plaats. Werkt als een kompas op zee.
4. DP = Dynamic Positioned is een systeem dat de positie en koers van een schip automatisch constant houdt door gebruik te maken van de eigen schroeven. Werkzaamheden op zee die anders niet mogelijk zouden zijn – doordat er bijvoorbeeld niet geankerd kan worden door obstakels op de zeebodem (pijpleidingen of andere structuren) of door een te grote waterdiepte – zijn door dynamic positioning wel uit te voeren.
5. Rotary Table = Een draaitafel is een mechanisch apparaat op een boorinstallatie dat rechtsom draaiende kracht levert aan de boorserie om het boren van een boorgat te vergemakkelijken. Rotatiesnelheid is het aantal keren dat de draaitafel een volledige omwenteling maakt in één minuut (rpm).
6. Pipe racking System = Offshore, de opslagbakken voor boorpijp, boorkragen en casing. Het offshore buizenrek werkt op dezelfde manier als de onshore versie. Vanwege ruimtebeperkingen zijn offshore pijprekken vaak smaller en bevatten ze routinematig veel lagen pijp. Het onshore pijpenrek heeft meestal weinig gestapelde lagen en strekt zich in plaats daarvan zijdelings uit als dat nodig is om de buisvormige goederen vast te houden, omdat ruimte niet schaars is.
7. Choke Manifold = Een set hogedrukkleppen en bijbehorende leidingen die gewoonlijk ten minste twee instelbare smoorspoelen bevatten, zodanig opgesteld dat één instelbare smoorspoel kan worden geïsoleerd en buiten gebruik kan worden gesteld voor reparatie en renovatie, terwijl de bronstroom door de andere wordt geleid.
8. Riser pipes = Een pijp met een grote diameter die de onderzeese BOP-stapel verbindt met een drijvend oppervlakteplatform om modder terug naar de oppervlakte te brengen. Zonder de stijgbuis zou de modder gewoon uit de bovenkant van de stapel op de zeebodem terechtkomen. De stijgbuis kan losjes worden beschouwd als een tijdelijke verlenging van de boorput naar de oppervlakte.
9. Koomey Unit = Een accumulator of Koomey-eenheid is een eenheid die wordt gebruikt om Rams BOP, Annular BOP, HCR en sommige hydraulische apparatuur hydraulisch te bedienen
10. BOP = Blow Out Preventer
11. Swivel = Een mechanisch apparaat dat het gewicht van de boorkolom ophangt. Het is ontworpen om rotatie van de boorserie eronder mogelijk te maken, waardoor grote hoeveelheden boorspoeling onder hoge druk tussen het circulatiesysteem van het platform en de boorserie worden getransporteerd.
12. Jacking system = Het jack-up systeem is een op maat ontwikkeld meerpunts hefsysteem. Een typische systeemopstelling omvat vier jack-up units die onder elke hoek van een lading zijn geplaatst.
13. SB + BB = Stuurboord + Bakboord
14. Draw work Winch = is de primaire hijsmachine die een onderdeel is van een roterende boorinstallatie. De belangrijkste functie is om een ​​middel te bieden om de bewegende blokken omhoog en omlaag te brengen.
15. Travelling Block = Het stel schijven dat op en neer beweegt in de boortoren. De staalkabel die er doorheen is geregen, wordt teruggevoerd naar de stationaire kroonblokken die zich op de bovenkant van de boortoren bevinden. Dit katrolsysteem geeft een groot mechanisch voordeel aan de werking van de staalkabelboorlijn, waardoor zware lasten uit de boorput kunnen worden getild of neergelaten.