Op vijf poten naar Dakar* (2)

Leestijd: 5 minuten

Nabeschouwing op zee

„DAT IS WINST VOOR AJAX… “

A/B ZWARTE ZEE. 49° 40’ NOORD. 02° 45′ WEST. ZONDAGAVOND


Een sleepreis van 2600 mijl.

Kees Langeraad, de marconist en ook drukker en bezorger van de scheepskrant, kijkt zojuist, de laatste editie van de Oceaanpost in. Door die krant weet iedereen aan boord, twee uur na het laatste fluitsignaal in de Rotterdamse Kuip, dat Ajax en Feijenoord ieder één punt hebben gescoord. “Dat is winst voor Ajax en verlies voor Feijenoord”, zeggen de Rotterdammers. Alleen de derde werktuigkundige Piet van der Sluijs (37) uit Maassluis kijkt tevreden: “Een punt hebben ze tenminste.

Kapitein Poot op de bovenbrug van zijn schip. In de moeilijke ogenblikken is hij een eenzaam man.

Kapitein Poot lacht weer…
Intussen kan kapitein Poot weer lachen. Het was even na drie uur vanmiddag, toen de sombere gezichten op de brug opklaarden nadat marconist Kees van Langeraad de kaartenkamer was binnengesneld. Hij bracht zijn laatste weerbericht mee, waaruit bleek dat de depressie die ons een tijdlang bedreigde, niet zou komen maar met rasse schreden om de noord was gegaan. Wij varen nu ongestoord de wijd opengesperde bek van het Kanaal uit en het ergste wat ons voorlopig te wachten staat is een matig windje uit het zuidoosten. De vorstelijke nasi goreng die de kok, Aad Rotteveel, voor vanavond had klaargemaakt, smaakte daarom des te beter.

Eenzame strijd tegen de stroom
„Niets wijst er eigenlijk op dat we slecht weer krijgen”, had kapitein Poot vanmorgen nog gezegd. Hij ijsbeerde met gefronst voorhoofd heen en weer op de brug en keek onophoudelijk naar de vrijwel wolkenloze hemel. Het was bijzonder fraai weer. Jan van Genten en mantelmeeuwen stoeiden in een helder zonnetje boven het diepblauw kolkende kielzog van de Zwarte Zee. Een zwakke bries voerde de lange deining uit de Oceaan kalm onder het schip door. Ik zou voor het leven willen tekenen voor de vrede en rust van zondagochtenden als deze. Maar kapitein Poot niet, die aan de lopende band tegenstrijdige weerberichten kreeg voorgeschoteld en die zo graag zou willen weten. waar hij aan toe was. Op zulke ogenblikken is de gezagvoerder van het schip een eenzaam man. Hij moet helemaal alleen beslissen en dan drukt de verantwoordelijkheid zwaar, hoewel hij dat misschien nooit zal toegeven. Voor een sleepbootkapitein geldt dat in nog sterker mate, aangezien hij bovendien verantwoordelijk is voor de sleep. En de Ile de France is een kapitaal object van meer dan 25 miljoen gulden.

Sluipvaart
Het weekeind was zo rustig ingezet. Het begon vrijdagavond met een soort sluipvaart door de donkere Straat van Dover. De lichten op de boulevards van Dover en Folkestone gleden als snoeren flonkerende kralen aan stuurboord voorbij. Ver weg naar het zuiden knipoogde het baken van Gris-Nez, een lonkend oog van Marianne, dat maar al te snel vervaagde in de nevel. Een krachtige stroom sleurde ons met een zevenmijlsvaart langs Dungeness. Zaterdagmorgen bij het dagworden, terwijl de maats bezig waren de tros verder uit te vieren, begon de swell te lopen, de lange deining van de Atlantische Oceaan, die de Zwarte Zee sindsdien traag van de ene zijde op de andere legt. De Ile de France volgde nu op vijfhonderd meter en de eerste golven klauterden schuimbekkend over de rand van het platform.

Piet van der Sluijs legt liefkozend zijn hand op de armdikke sleeptros, die onder het dek op de roltrommel zit.

„Schootan”
Het middagbestek toonde aan, dat wij in de voorafgaande 24 uur 92 mijl hadden afgelegd; opnieuw een gemiddelde van rond de vier mijl. De scheepsstaf verzamelde zich opgewekt in de rooksalon voor het „schootan”, de dagelijkse borrel voor de middaghap. Maar toen kwam de waarschuwing dat er storm in aantocht was. Tegen zondagavond zouden we in de narigheid zitten. Kapitein Poot besloot onmiddellijk lij te zoeken onder de Franse wal en Kees van Langeraad dook met bekwame spoed in zijn radiostation om contact op te nemen met de Schelde (2500 ipk), een andere sleper van Smit, die met een ponton onderweg is naar Bimbay en die een dag na de Zwarte Zee uit Schiedam was vertrokken. „Niet zo mooi’, was de rustige reactie van kapitein Jaap Slotboom van de Schelde, zodra hij hoorde dat er storm op til was. „Als ze maar wachten tot wij ook het oppertje gevonden hebben”. Met zijn veel lichtere sleep liep de Schelde langzaam op ons in. Vanmorgen zit hij nog maar veertig mijl achter de brede rug van de Ile de France.

Geen risico
Kapitein Slotboom had intussen een besluit genomen: Hij zou de haven van Cherbourg binnenlopen om te schuilen en zonodig de Zwarte Zee te assisteren. Onze sleper had het alleen vermoedelijk best geklaard, maar bij Smit nemen ze nu eenmaal geen enkel risico. Tien mijl verderop, in het zeegebied waar in 1944 de geallieerde invasievloot slag leverde met de Duitse batterijen op de Normandische kust, voerde de Zwarte Zee de hele ochtend door haar eenzame strijd tegen de stroom, die met onwaarschijnlijk grote kracht om Cap de la Haye heen het oostelijk deel van het Kanaal inperste. Urenlang vorderden we geen streep en gedurende enige tijd werden we zelfs achteruit gezogen, hoewel hoofd-machinist Cor Sas de zweep had gelegd over de negenduizend ,,paarden” van de Zwarte Zee.

Tegen de middag kenterde het tij en schoven we langs Alderney en Casquets verder richting Ouessant, het eiland voor de westkust van Bretagne, waar straks de Golf van Biscaje ons wacht. Ergens in die enorme slok water zal de Schelde ons voorbij stomen. Die blijft niet meer in de haven nu het weer is opgeklaard.

 Voor meer bespiegelingen is geen tijd. De sleepdraad moet verder worden gevierd. Met een angstaanjagend gekras, als van een goederentrein die tot stilstand komt, wikkelen zich nog eens vierhonderd meter staaldraad van de trawl. Wanneer de avond valt, danst de Ile de France op bijna een kilometer achter de Zwarte Zee, helder verlicht en als een prehistorisch reuzendier, dat tegen zijn zin met de poten omhoog een vierde nacht op zee tegemoet gaat.

WORDT VERVOLGD.

Bron: Algemeen Dagblad
Tekst: Piet van den Broecke
fotograaf: Onbekend
Artikelenserie uit collectie familie Lissenberg Schiedam
* De Zwarte Zee en Ile de France zijn beide gebouwd door vennoten van I.H.C. Holland N.V. De eerste door Smit te Kinderdijk en de tweede door Werf Gusto te Schiedam


*Donderdag 6 januari vertrok het boorplatform onder grote belang­stelling van de Werf te Schiedam.  Op de rivier werd het getrokken door de sleepboten Azië, Europa, Schouwenbank en Steenbank, alsmede de sterkste sleepboot ter we­reld, de Zwarte Zee.  Op zee ging deze laatste alleen verder met de zware sleep voor een tocht van 2600 mijl. De belevenissen gedurende deze lange sleepreis werden dagelijks in het Algemeen Dagblad beschreven onder de aanduiding: “Op vijf poten naar Dakar”!

Tijdens de tocht naar zee werden o.a. filmopnamen gemaakt voor het bioscoopjournaal (Polygoon) en voor de Nederlandse, Duitse en Engelse televisie.
bron: Gusto Berichten No. 2 1966


Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019

Laatst bijgewerkt op: 13 april 2019