Diep verankerd in de aarde, machtig en massief, hoog oprijzend in het luchtruim naast de Machinefabriek, stond daar de oude fabrieksschoorsteen. Nog hoger reikte de slanke metalen draad met de platina spits, die met noodweer de bliksemstralen als ‘t ware uitnodigde daar hun woest spel te beëindigen en hun vernietigende krachten in de schoot van de altijd bereid zijnde aarde te ontlasten.
Jaar na jaar was de N.V. Wester tevergeefs op hem losgestormd, rukte dan nijdig de dikke rookwolken, die hij verspreidde aan flarden, zodat zij wonderlijke figuren vormden, die met grote snelheid werden voortgedreven in de sombere winterhemel. Als je dan onder aan zijn voet stond en omhoog keek naar die voorbij zwevende wolken, kreeg je het gevoel als toen op die kleine vrachtzoeker, worstelend in de kolkende golf van Biscaje, waarbij je maag feilloos de werking imiteerde van een knarsende lenspomp. Sommige dee!nemers a.an een zekere proefvaart met een der Gustoscheppingen op een Noordzee die swing-neigingen vertoonde, kennen dat gevoel wel…
Toen was daar op eenmaal het gerucht, dat wonderlijke iets, dat de gebeurtenissen altijd vooruitsnelt, om te vertellen, dat de kolos geveld moest worden. Meedogenloze slopershanden volbrachten in enige dagen, wat de elementen tientallen van jaren geprobeerd hadden. Toch gaf de oude schoorsteen zich niet zo snel gewonnen. Roekeloze moed was er voor nodig om slechts een klein gedeelte naar beneden te krijgen. Hardnekkig weigerde de stutbalk op die hoogte aangebracht, door te branden.
Totaal overbluft staarden wij die rustige kerel na, die het geval moest slopen, toen hij, met een valhelm op, en gewapend met een voorhamer, aan de binnenkant naar boven begon te klimmen, Na enige minuten hoorden we aan de doffe hamerslagen, dat de man werkelijk zijn dolzinnig plan ten uitvoer bracht. Dan begon het daarboven te kraken, het losgehakte gedeelte begon voorover te hellen, al sneller en sneller, stortte dan omlaag en boorde zich onder donderend geraas diep in de bodem.
Toen de dikke stofwolk van kalk en roet was weggetrokken, kwam uit een van de gaten aan de voet een grote rat te voorschijn. Hij keek ons met zijn verstandige kraaloogjes aan, streek met zijn voorpootjes door zijn snorharen en verdween rustig onder de werkplaats van de scheepselectriciens om zich daar een nieuw nest te bouwen, de oude onverbeterlijke optimist. Dan verscheen de sloper. Nam de helm van het hoofd, rolde met ietwat bevende handen een sigaret, klopte de stof van zijn kleding en ging weg, alsof er niets gebeurd was. Beteuterd zetten wij ons toen ook in beweging. Zo viel een monument uit een vervlogen tijdperk, de tijd waarin de pioniers leefden, die met onwrikbaar doorzettingsvermogen en geloof aan de toekomst de hechte basis legden van het bedrijf, zoals dat nu geworden is.
De schoorsteen werd geveld, niet als teken van verval. maar uit noodzaak voor diep ingrijpende veranderingen, die de voorwaarden moesten scheppen om grote, nieuwe orders uit te kunnen voeren, zo nodig voor ons aller bestaan. De herinnering aan dat simpele stuk metselwerk kwam, toen wij op diezelfde plaats ons eerste succes behaalden in de strijd tegen het water, binnengedrongen op die lugubere, onvergetelijke zaterdagnacht.
bron: I.H.C. Het Zeskant september 1953
tekst: P.J.J.S.
tekening:P.J.Mulders
Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019
Laatst bijgewerkt op: 15 mei 2019