(Van onze correspondent)
IJMUIDEN. — Kapitein Gatersleben en zijn mannen zijn in de haven van IJmuiden teruggekeerd na met hun zware hef- en bergingsvaartuig „Help” van de rederij Wijsmuller aan de Afrikaanse westkust een bijzonder zwaar karwei te hebben geklaard. In zes weken tijds zijn ze erin geslaagd het wrak van een grote Franse zuiger de „Antwerpen III”#, te verwijderen uit de havenmond van Pointe Noir in de republiek Kongo.
De havenautoriteiten van Pointe Noir hadden voorgesteld het wrak, dat op 250 meter buiten de haveningang in ruim elf meter diep water was gekapseisd en gezonken, eenvoudig in stukken te schieten om de vaarroute vrij te maken. De technici van Wijsmuller dachten er anders over aan de hand van een groot aantal berekeningen kwamen ze tot de conclusie, dat er een meer praktische methode beproefd kon worden. En kapitein Gatersleben heeft de Antwerpen III” geheel volgens de plannen gelicht, met behulp van samengeperste lucht en het 250 ton hefvermogen van zijn robuuste bergingsvaartuig.
Geen notedopje
De „Antwerpen III” is beslist geen notedopje. De zuiger, die 1200 ton weegt, is 65 meter lang en elf meter breed. Het schip, eigendom van een Franse rederij, werd in 1923 gebouwd bij de Werf Gusto te Schiedam. Voor de zeelui van Wijsmuller was het beslist geen onbekende. De zeesleper „Friesland” had de zuiger vorig jaar nog van Rio de Janeiro naar Pointe Noir gesleept. In die West-Afrikaanse haven is de „Antwerpen III” voor het laatst in actie geweest. Tijdens het transport van grond en slib kapseisde het vaartuig, zonk en kwam op zijn rechterzijde, op de zeebodem terecht, precies in de aanvaarroute, de lichtenlijn van de haven van Pointe Noir. De havenautoriteiten van Point Noir volstonden met de mededeling aan de eigenaren van de zuiger en aan de assuradeuren, dat het wrak moest verdwijnen. Het leek hun het beste het wrak in stukken te schieten en op enkele honderden meters af stand van de plaats waar de „Antwerpen III” was gezonken, naast het lichaam van een van de pieren van Pointe Noir in zee te storten. Er moest in open zee worden gewerkt en daarom had men weinig keuze wie met de berging zou moeten werden belast. Half maart kreeg de firma Wijsmuller opdracht het wrak op te ruimen. Terwijl de „Help” onderweg was naar Pointe Noir werden op het kantoor van Wijsmuller te IJmuiden in drie weken tijd alle berekeningen uitgevoerd voor dit lichtingskarwei. Deze berekeningen gaven alle hoop op succes.
Luchtvulling
Voor het naar boven brengen van de ,,Antwerpen III” had de „Help” al veel materiaal, waaronder grote luchtcompressoren en kikvors en standaardduikeruitrustingen en camels aan boord. Camels zijn rubberen heftanks, die op of in het wrak worden bevestigd, waarna zij met lucht worden gevuld. In combinatie met deze camels is het hefvermogen van de „Help” 2000 ton. Het gereedmaken van de „Antwerpen III” om het wrak in het geheel met geperste lucht drijvend te brengen, was een boeiend maar moeilijk karwei voor de duikers van de „Help”.
Scheerdraden werden onder de zuiger doorgenomen en daarna begon het karwei om de gehele zuiger klaar te maken voor geperste lucht. De duikers moesten daarbij nauwgezet te werk gaan. Alle openingen en aansluitingen voor de luchtslangen van de compressoren en voor de afvoer van het water moesten worden aangebracht. Achter elkaar kwamen de luchtkasten van de zuiger, de bemanningsverblijven en het voorschip, de machinekamer en de brandstoftanks aan de beurt. Tal van openingen in de zuiger, zoals schijnlichten, lichtkokers, wc-afvoeren en deuren moesten worden gedicht. Onder water werd er veel gelast en gebruik gemaakt van de schiethamer om bouten en luchtaansluitingen in te schieten. Dit karwei werd in drie weken uitgevoerd op de kentering van de regentijd, waarbij in het gebied van de Kongo tornado’s voorkomen. De mannen van kapitein Gatersleben hebben veel last gehad van de harde wind, waardoor de kabels soms braken. Toch kon in deze periode nog het beste worden gewerkt en alles werd op alles gezet om met het werk gereed te komen voor de periode van zware deining zou aanbreken.
Na een laatste inspectie, kon de operatie beginnen. De mobiele compressor, die op een vlot was geplaatst en de compressor van de ,,Help”, stuwden de lucht in het wrak. De ,,Help” spande ook al zijn kracht in en zakte bij het voorschip steeds dieper in het water. De berekeningen en het werkplan bleken juist te zijn. Gespannen keek men aan boord van de ,,Help” toe, terwijl er langzaam beweging kwam in het wrak. De „Antwerpen III” kwam tenslotte geheel volgens het plan met de kiel boven drijven. De operatie was gelukt.
bron: Amigoe di Curacao : weekblad voor de Curacaosche eilanden 01-08-1963
# Gusto heeft in 1923 en in 1925 twee vrijwel identieke zuigers gemaakt voor Ackermans & Van Haaren. In 1923 was dat de “Gelderland III” en in 1925 was dat de “Antwerpen III”. De laatste was beduidend korter en had minder inhoud dan de “Gelderland III”. Uitgaande van de genoemde afmetingen van de “Antwerpen III” in het artikel kunnen we voorzichtig de conclusie trekken, dat het in het artikel genoemde bouwjaar 1923 niet juist is. Dit moet zijn 1925.
Stichting Erfgoed Werf Gusto
Laatst bijgewerkt op: 17 augustus 2018