“De Anteo”
Een lange stoot op de stoomfluit. De Nederlandsche vlag, die aan den achtersteven waait, wordt tot teeken van afscheid gehaald en geheschen en het drijvende krachtmonster, zouden we geneigd zijn te zeggen, zet zich in beweging, verlaat de geboorteplaats, tevens ons vaderland, om koers te zetten naar de Italiaansche oorlogshaven Spezia.
Sedert twee jaren werd aan de Werf Gusto alhier, gewerkt aan de vervaardiging van een drijvenden bok, in staat voorwerpen, zich tot op een diepte van 60 á 70 meter onder water bevindende, daaruit te lichten, voorwerpen van een maximum gewicht van 400 ton, of te wel 400.000 K.G., een bak tevens ingericht om die voorwerpen, na ze van uit de diepte te hebben opgehaald, behoedzaam aan eigen boord neer te leggen, zoo de lengte daarvan althans niet veel meer dan 50 M. bedraagt. Die drijvende bok dan verliet Zaterdagochtend ten plm. 11 uur v.m onder eigen stoom een van de aanlegsteigers van voormelde werf, om het ruime sop te kiezen en een reis van een 3-tal weken ongeveer te aanvaarden, ten einde via Gibraltar, de bestemming te bereiken. Vertraging in de aflevering van enkele machinedeelen, die van elders moesten worden betrokken, afkeuring van andere, die niet in staat bleken de ontzettende krachtproeven te weerstaan, die volgens contract geëischt konden en moesten worden, zouden de machines kunnen verrichten het werk, waarvoor zij hadden te dienen, deze omstandigheden leidden tot maandenlange vertraging in de voltooiing van het geheel, een vertraging geheel buiten toedoen, van de constructeurs.
Een beschrijving van de inrichting en het nadere doel van dezen drijvenden bok, die 50 M. lang en ongeveer de helft breed is, laten we aan deskundigen over; door deze vestigen we slechts de aandacht op het feit, dat door de uitvoering van de opdracht van het Italiaansche Gouvernement, om een inrichting te leveren waarmede men desgewenscht zeer zware voorwerpen als bijv. een wrak of een onderzeeboot uit vrij diep water zou kunnen lichten, door het personeel ,,Gusto“ is ontworpen (en dat is wel het voornaamste van den arbeid), en tot volkomen tevredenheid van dat Gouvernement is afgeleverd, want het vaartuig werd begin December reeds gekeurd, goedgekeurd en overgenomen.
Door de vervaardiging van dezen bok is misschien wel een inrichting geleverd, eenig in Europa, mogelijk ook daarbuiten; een inrichting, die, ofschoon principieel voor oorlogsdoeleinden ontworpen, ook belangrijke andere diensten zal kunnen bewijzen en zeker onze Nederlandsche Scheepsbouw-ingenieurs, zoowel als al de uitvoerders van hun ontwerpen, tot groote eer strekt. Wat een gewicht van 400 ton beteekent en hoe zwaar dat eigenlijk wel zoo wat is, zij door ‘t volgende eenigszins toegelicht. Een sneltrein-locomotief, zulk een groote geele van de N. C. S. bijv., of een hooge zwarte van H. IJ. S., weegt om en om een 50 ton, welnu neemt een achttal van zulke wagentjes bij elkaar, en ge zijt er, denkt ze verder een 60 á 70 M. onder de oppervlakte van ‘t water, (hoe hoog is de toren van Schiedam?) Waren deze locomotieven tot één kluwen zaam gepakt, de beide hijschkranen van de „Anteo” dragen aan 4 staaldraden het geheel ensemble uit de diepte, tot boven den waterspiegel en —’le tour est fait’. Hulde aan ontwerpers, ook aan de uitvoerders.
Men meldt ons van andere zijde omtrent dezen kraan: De hoofdafmetingen van het vaartuig zijn de volgende: lengte tusschen loodlijnen 50 M., breedte 24 M., holte 4.4 M. Op het schip zijn twee kranen geplaatst, op een afstand van 15 M. met een ‘ hijschvermogen van 200 ton; zij zijn draaibaar, waardoor de afstand tusschen de hijschpunten kan varieeren van 12-18 M. en zulks in verband met het verschil in afmetingen van de te lichten onderzeebooten. De kraan licht vanaf 60 M. onder den waterspiegel en met een snelheid van ruim één meter per minuut. De kraanarmen zijn derrickend, teneinde den last binnen boord te kunnen brengen, waar een inrichting is gemaakt om deze op te doen rusten. De vaarsnelheid met een last van 900 ton aan boord bedraagt ruim 8 mijl per uur. Het lierwerk wordt gedreven door twee stoommachines van 200 I.P.K. elk, terwijl de twee stuwschroeven in beweging worden gebracht door 2 stoommachines van circa 400 I.P.K. elk. De stoom voor bovengenoemde machines, evenals voor de hulpmachines, wordt geleverd door 2 stoomketels met een verwarmend oppervlak van 200 M2 en werkende, onder een stoomdruk van 8 atmosferen. Het vaartuig wordt geheel electrisch verlicht. Het hijschvermogen dezer kraan is grooter dan dat van eenige andere, tot nu toe gebouwde, kraan ter wereld.
bron: Schiedamsche Courant, 05/01/1914; p. 2/4
Stichting Erfgoed Werf Gusto
Laatst bijgewerkt op: 11 februari 2023