3 Drijvende Kranen voor Italië (1911)

Leestijd: 3 minuten

Headerfoto: Marinehaven van Tarente (I) in 1930.


In 1910 kreeg A.F. Smulders (Werf Gusto) de opdracht van de Italiaanse Marine voor de bouw van twee drijvende kranen en van een particuliere werf in Genua. De kranen, met een hijsvermogen van 150 ton, moesten deze last  kunnen dragen op 60 meter boven de waterspiegel en 26,5 meter buiten de eigen ponton. De kranen konden 40 ton tillen bij een uitval vanaf het eigen ponton van 45,5 meter.

De Italiaanse Marine bestelde de twee kranen voor haar Marinehavens in Spezia, en Tarente. Deze kranen zouden worden ingezet om te assisteren bij de plaatsing van geschutskoepels op haar nieuw te bouwen en te onderhouden marineschepen. De kraan voor de particuliere werf was voor het bedrijf Ansaldo Genua.

De volgende bouwnummers werden door de werf uitgegeven:

Bnr. Bouwjaar Projectnaam
410 1911 ‘150 ton voor Spezia’
415 1911 ‘Tourelle’ 150/90 ton
422 1911 ‘150/110 ton voor Taranto’

De 410 met bestemming Marinehaven Spezia, 415 met bestemming Ansaldo Genua en de 422 met bestemming de Marinehaven van Tarento.

  • Bnr. 410: Kraan voor Spezia (1911)
    foto: delcampe.net

    Op 24/07/1911 begint de sleep van de eerste grote kraan (met Bnr. 410) naar Spezia aan de Italiaanse kust. Gewicht ca. 1.200 ton. De sleep wordt uitgevoerd door zeesleepboot de Schelde van de Intern. Sleepdienst Maatschappij onder commando van kapitein W. Verschoor. Diezelfde dag nog keert de sleper terug naar Schiedam, omdat de gezagvoerder vond, dat de kraan niet goed gefixeerd was.

  • Nieuwe Schiedamsche Courant, 02/09/1911; p. 2/6
    Gisterenmiddag hebben aan de werf „Gusto” der firma A. F. Smulders te Schiedam, met alleszins goeden uitslag de beproevingen plaats gehad van een drijvende kraan, zoals de firma er een drietal te leveren had, twee voor de Italiaansche regeering, een voor een particuliere werf in Italië.De eerste kraan (Bnr. 410)  dezer dagen ter bestemden plaatse is aangekomen. Deze sieraden der Nederlandsche nijverheid, welke reeds vroeger in onze kolommen zijn besproken, hebben een hefvermogen van 150 ton bij 26.50 meter uitlading en van 40 ton bij 45.50 meter; de top verheft zich 60 meter boven den waterspiegel. Onder de autoriteiten en verdere belangstellenden, die de beproevingen bijwoonden, bevonden zich o.m. de oud-minister dr. Kraus, de ingenieurs ‘t Hooft en D. A. v. Heyst als vertegenwoordigers resp. van den minister van Marine en den minister van Waterstaat, de hoofdingenieur der Marine, de directeur van gemeentewerken te Amsterdam, directeur en onderdirecteur van gemeentewerken te Rotterdam, de burgemeester en de directeur van gemeentewerken dezer gemeente, prof. A. D. F. W. Lichtenbelt van Rotterdam, verscheidene professoren en den bedrijfsingenieur der T. H. S., de directeur van het Technisch Bureau aan het Dep. v. Koloniën, de inspecteur en hoofdingenieur van het Stoomwezen, de heer G. J. de Jongh, oud-directeur van gemeentewerken te Rotterdam en vele andere autoriteiten.
  • Schiedamsche Courant, 26/09/1911; p. 2/4

De drijvende kraan: No. 415.

“De Nederlandsche sleepboot „Schelde”, die de drijvende kraan No. 415, welke op de werf Gusto alhier is gebouwd, van hier naar Spezia zou slepen, is te Falmouth aangekomen en heeft daar het bericht verzonden dat de kraan in de Golf van Biscaye op 46 raden N. en 6 graden W. is omgeslagen en gezonken. Den 12’en September vertrok de sleepboot met de kraan van hier en gisteren werd het bericht hier ontvangen. Nader vernemen wij nog dat tot hedenmiddag geen nadere mededelingen omtrent het ongeluk zijn ontvangen; morgen wordt echter de sleepboot hier verwacht. Van alle kranen die door de firma Smulders zijn gebouwd en verzonden, is deze reuzenkraan de eerste die op reis is verloren gegaan. En deze kraan, een unicum onder de kranen, had een enorm draagvermogen, zoodat tot op 26.5 meter buiten het midden van het vaartuig een last van 150 ton kon worden gehesen; wel een bewijs dus dat het vast op het water lag. Naast de kracht van den storm zullen dus nog wel andere oorzaken hebben medegewerkt aan dit ongeluk.”


2018 Stichting Erfgoed Werf Gusto

Laatst bijgewerkt op: 2 maart 2020