Opdrachtgever: Furness Withy & Co, Ltd, Liverpool.
Tonnage: 4407 brt, 7080 dwt, 9940 twvp.
Hoofdafmetingen: L = 371,1′, B = 50,2′, H = 8,80 m, d = 26,5′.
Voortstuwing: NW triple expansie stoommachine, 1620 apk, snelheid 9 kn.
Verdere gegevens: Geregistreerd in Liverpool.
Historie:
Het schip werd in 1918 als s.s. “Sidlaw Range” gebouwd voor goederenvervoer op de route: Rotterdam – UK – oostkust USA.
In 1922 ging het schip als s.s. “Kamir” naar The “K” Steamship Co, Ltd, 118 Fenchurch Street, London (managers Kaye, Son & Co Ltd.). Ze werd geregistreerd in Londen. Ze vervoerde toen meestal kolen op de uitreis en graan en stukgoed op de terugreis.
In 1934 ging ze als s.s. “Kyriakoula” naar A.G. & D.G. Lemos & Tramp Shipping Developement Co Ltd., Piraeus, Griekenland en werd aldaar geregistreerd.
Op 26 februari 1941, in ballast op reis van Liverpool naar Halifax, werd het schip door de Duitsers gebombardeerd en is daarna gezonken in positie 55°02′ NB en 16°25′ WL.
Bron: rdm-archief.nl/old/
Tonnage: 4368 brt, 7500 dwt, 10750 twvp.
Hoofdafmetingen: L = 112,77 m, B = 15,31, H = 8,80 m, d = 7,50 m.
Voortstuwing: NW triple expansie stoommachine, 3 cilinders, 1980 apk, snelheid 10,5 kn.
Verdere gegevens: Roepletters NLWF.
Het schip kon 8 passagiers en 118 dekpassagiers vervoeren.
Historie:
Kiellegging op 01-08-1917, tewaterlating op 19-08-1919 en oplevering op 18-10-1919.
Het schip, met een lading stukgoed op weg van Hamburg via Amsterdam naar Valpaiso, strandde op 14 juni 1926 ter hoogte van Santa Clara Island in de Golf van Guayaquil en ging daarbij verloren. De bemanning kon worden gered.
Bron: rdm-archief.nl/old/
Tonnage: 4575 brt, 2460 nrt, 7383 dwt, 9940 twvp.
Hoofdafmetingen: L = 117,30 m, B = 15,27 m, H = 8,80 m, d = 7,89 m.
Voortstuwing: Triple expansie stoommachine, 1800 ipk, 1620 apk, snelheid 10 kn.
Gedurende een renovatie werd een stoommachine met een lage druk turbine, 2000 ipk, in het schip geplaatst.
Historie:
Het casco van dit schip werd gebouwd bij de N.V. Lobithsche Scheepsbouw Maatschappij Gebr. Bodewes in Lobith (bouwnummer 187). Het casco in aanbouw werd in maart 1921 gekocht door Trafik AB Grängesberg-Oxelösund (TGO), Gränges AB, Stockholm, Zweden. De verdere afbouw geschiedde bij Scheepswerf Nieuwe Waterweg in Schiedam.
Op 19-06-1940, op het traject tussen Newcastle en Le Havre, werd het schip door de Duitse Marine gedwongen naar Nantes te varen. Het schip werd daar in beslag genomen en onder Duitse vlag gesteld. Ze kwam in beheer bij Reed, Eugen Friedrich, Hamburg, Duitsland en werd omgedoopt in s.s. “Argonaut”.
Op 29-12-1942 kwam ze in aanvaring met de Noorse “Banco” uit Bøkfjorden en zonk. Er waren 14 slachtoffers te betreuren.
Bron: rdm-archief.nl/old/
Tonnage: 4427 brt, 7080 dwt, 9940 twvp.
Hoofdafmetingen: Loa = 126,66 m, Lpp = 112,80 m, B = 15,25 m, d = 8,85 m.
Voortstuwing: NW triple expansie stoommachine, 3 cilinders, 2000 ipk, 1620 apk, snelheid 10 kn.
Verdere gegevens: Roepletters NCDW.
Historie:
Kiellegging op 25-01-1918, tewaterlating op 06-12-1919, proefvaart op 13-02-1920 en oplevering op 24-02-1920. De doopster was Mevr. Chraighton, de echtgenote van de directeur van de bouwwerf.
Eerst werd ze als s.s. “Zevenbergen” voor Furness Scheepvaart Maatschappij in Rotterdam op stapel gezet. Tijdens de afbouw werd ze door een Spaans bedrijf aangekocht en onder de naam s.s. “Maria A de Numbru” te water gelaten. Uiteindelijk kwam ze in 1920 als s.s. “Albireo” voor Van Nievelt, Goudriaan & Co in de vaart.
Op 30-05-1939 ging ze als s.s. “Hans Schmidt” naar Schmidt H., Duitsland.
Op 24-01-1943, tijdens een reis van Pola naar Venetië, in de Adriatische Zee nabij Pola door een mijn tot zinken gebracht.
Bron: rdm-archief.nl/old/
Tonnage: ca. 50 ton, 130 twvp.
Hoofdafmetingen: L = 15,15 m, B = 10,00 m, H = 1,60 m.
Voortstuwing: Geen. Kromhout motor, no. 15291, voor hijsvermogen.
Verdere gegevens: Brandmerk 9769 b Rott, 1956.
Moa’s waren grote niet-vliegende vogels, die leefden in Nieuw-Zeeland.
Historie:
In 1919 (volgens S&Dv) door de NW aan de RDM opgeleverd.
Andere bronnen vermelden dat deze drijvende bok in 1919 door de NW aan de NW opgeleverd werd als “Schiedam” en pas in 1926 naar de RDM ging als de drijvende bok “Moa”.
In 1970 doorhaling van de teboekstelling en gesloopt.
Bron: rdm-archief.nl/old/
Tonnage: 6915 brt, 9772 dwt, 14024 twvp.
Hoofdafmetingen: L = 122,69 m, B = 17,78 m, H = 11,30 m, d = 7,25 m.
Voortstuwing: NW triple expansie stoommachine, 3 cilinders, 3300 ipk, 2970 apk, proeftochtsnelheid 12,75 kn.
Verdere gegevens: Roepletters PDGW.
Shelterdek stoomschip met 5 laadruimen voor de vrachtvaart, 10 hutpassagiers en 77 dekpassagiers.
Historie:
Kiellegging op 18-04-1919, tewaterlating op 31-12-1920 en oplevering op 05-04-1921.
Op 27-03-1935 verkocht en als s.s. “Dzhurma” naar Dalstroi, Rusland.
In 1969 (of eerder) vermoedelijk gesloopt.
Bron: rdm-archief.nl/old/
Tonnage: 6941 brt, 9850 dwt, 14024 twvp.
Hoofdafmetingen: L = 122,69 m, B = 17,78 m, H = 11,30 m, d = 7,25 m.
Voortstuwing: Vickers hoge en lage druk turbine met 4 stoomketels, 3200 apk, proeftochtsnelheid 15 kn.
Verdere gegevens: Roepletters PDGH.
Shelterdek stoomschip met 5 laadruimen en 22 lieren. Het schip kon 12 hutpassagiers en 75 dekpassagiers vervoeren.
Historie:
Kiellegging op 16-12-1919, tewaterlating op 02-07-1921 en oplevering op 10-12-1921.
Op 18-03-1929, tijdens een reis van Cooal naar Amsterdam, brak er brand uit aan boord in positie 44°20′ NB en 27°50′ WL. De sleepboot “Zwarte Zee” werd vanuit de Azoren ter assistentie gestuurd. Op 20-03-1929 kwam de sleepboot met het schip op de Azoren aan. De brand werd met stoom geblust.
Op 23-12-1940, tijdens een reis van Londen naar Bombay met een lading cement en stukgoed, werd het schip op de Oban Roads aan de Westkust van Schotland door Duitse vliegtuigen tot zinken gebracht in positie 56°29′ NB en 05°25′ WL. Het schip ligt daar op de zeebodem en er wordt nog steeds naar het wrak gedoken
Bron: rdm-archief.nl/old/
Tonnage: 8854 brt, 11400 dwt, 17400 twvp.
Hoofdafmetingen: Lll = 137,28 m, B = 17,75 m, H = 12,20 m, d = 9,20 m.
Voortstuwing: Brown Curtis stoomturbines met dubbele tandwieloverbrenging en 4 ketels, 4200 pk, proeftochtsnelheid 13,5 kn.
Verdere gegevens: Roepletters PJCN.
Vracht- en passagiersstoomschip van het shelterdektype met bak en brug, 6 laadruimen, 20 lieren, 2 stalen masten met elk 6 laadbomen van 5 ton en 1 laadboom van 40 ton.
Het schip werd besteld als vrachtschip. Tijdens de bouw werd het plan gewijzigd, het schip moest ook passagiers kunnen vervoeren. Het schip kon daarna 14 1e klasse, 174 2e klasse en 802 3e klasse dek-passagiers vervoeren.
Op het sloependek 20 reddingboten met Schatpatent-davits en op het achtersloependek nog 4 reddingboten.
Extra dummy schoorsteen, elektrisch licht, geforceerde trek (Howden’s systeem), draadloze telegrafie en onderwaterkloksignaal.
Historie:
Kiellegging op 30-06-1919, tewaterlating op 06-12-1920 en oplevering op 25-10-1921.
Op 08-07-1929 stootte het schip bij St.-George Eiland op een klip.
In maart 1934 werd het schip in Rotterdam opgelegd.
In 1935 werd ze verbouwd bij scheepswerf “Piet Smit Jr.” in Rotterdam. De dummy-schoorsteen werd verwijderd en de passagiersaccommodatie werd aangepast voor het vervoeren van “slechts” 30 1e klasse en 60 3e klasse passagiers. Daarna kwam ze op 13-10-1935 weer in de vaart.
In juni 1940 ging ze varen voor de BMWT tot 02-03-1946.
Op 25-12-1952 werd het schip opgelegd tot de verkoop er op volgde.
In 1953 werd ze voor de sloop verkocht aan Foreign Assets Realization Corporation in New York. Het schip werd later doorverkocht naar Japan. Op 27-08-1954 kwam ze in Yokohama aan om in september van dat jaar daar te worden gesloopt bij Kawasaki.
Laatst bijgewerkt op: 19 november 2023