Schiedamsche Scheepsreederij

Leestijd: < 1 minuut

Een zogenaamde papieren onderneming die haar plannen op 16 januari 1835 presenteerde. Daarop volgend werd op 31 juli 1837 de maatschappij opgericht. In de directie hadden zitting: president commissaris Jan Loopuyt de burgemeester, tezamen met C.J. Nolet, A. Prins & Co, De Groot Roelants & Co en J.A.J. Nolet. De geïnteresseerden konden aandelen kopen waarmee men dan zou deelnemen in de risico’s van winst of verlies behaald met de exploitatie van een toen nog te bouwen schip dat zou gaan varen op het toenmalig Nederlands Indië.

Toen de aandelen geplaats waren kon men een schip laten bouwen. Het vinden van een geschikte werf bleek niet zo eenvoudig. De Schiedamse scheepswerf ‘De Lelie  had genoeg werk. Ook omdat men meerdere schepen wilde uitrusten heeft men uiteindelijk de werf ‘De Nijverheid’ opgericht met als eerste opdracht de bouw van het eerste schip voor de Schiedamse Scheepsrederij. Dit werd de ‘Stad Schiedam’.

Met de andere schepen deed men hetzelfde en dat werden achtereenvolgens de Eendragt, Willem de Eerste, Oud Nederland en de Pieter Corneliszn Hooft. De directieleden waren notabele mannen uit Schiedam, die zelf deelnamen in de onderneming door meerdere aandelen te kopen. De administraties inzake lading en gages werden ook wel door andere rederijen bijgehouden. Deze rederijen hadden dan zelf ook weer aandelen in de S.S.R. in bezit. Door een veel te grote vloot werd na 1850 de vraag naar scheepsruimte kleiner en beginnend in 1853 verkocht men geleidelijk aan de schepen. Toen in 1862 de Pieter Corneliszn Hooft werd verkocht was de onderneming leeg en hield daarmee vanzelf op te bestaan.


bron: verhalen Wiki
tekst: Wim Rook

Laatst bijgewerkt op: 24 augustus 2023