Nu weer melding is gemaakt van den aankoop van een zeer groot terrein – 6O H.A. — aan de Maas, bestemd voor een groote ijzerindustrie, rijst als vanzelf bij velen de vraag: hoe staat het met de Scheepsbouwmaatschappij „Nieuwe Waterweg”, die aan den rand van het Sterrebosch, aan de rivier, zijn fabrieksgebouwen doet optrekken op een terrein van 11 H.A., terwijl nog 10 H. A. in optie gegeven is met het oog op eventueele uitbreiding.
Men moet bij het vergelijken der oppervlakten van de beide terreinen niet tot de slotsom komen, dat de eerstgenoemde industrie bijna zesmaal zoo groot zal worden als de laatstgenoemde, omdat nog niet bekend is, welk gedeelte van dat eerste terrein zal bestemd worden voor de industrie zelve; het is immers mogelijk, en zelfs waarschijnlijk, dat een gedeelte van het terrein zal bestemd worden voor woningbouw, ter huisvesting van het personeel, hetzij alleen het fabriekspersoneel, hetzij voor het fabrieks-, administratie- en technisch personeel tezamen.
Dit alles moet men voorloopig afwachten. Vaststaat daarentegen, dat de 11 H.A. grond, in handen van de Scheephouwmaatschappij „Nieuwe Waterweg”, geheel voor industrieel gebruik wordt aangewend. Door de welwillendheid van de Directie dezer Maatschappij zijn wij in de gelegenheid, het antwoord op de zooeven neergeschreven vraag te geven: Hoe staat het thans met die industrie? Ons antwoord is: De gebouwen en hellingen van deze industrie zijn reeds voor een belangrijk gedeelte voltooid en de Directie hoopt, dat zij binnen een maand haar bedrijf zal kunnen beginnen, indien althans de noodige materialen worden aangevoerd. De Europeesche oorlog heeft ook bij den bouw en de voorziening van deze industrie haar storenden invloed doen gelden.
Velen onzer stadgenooten zullen bij een wandeling door het Sterrebosch of langs de zwemplaatsen wel reeds hun blikken hebben laten gaan over het terrein, waarop achtereenvolgens ijzeren geraamten verrezen, waarin straks de krachtige machines ijzer en staal zullen vormen en vervormen, om te samen de zeekasteelen te worden, die de zeeën doorkruisen, en hun ladingen zullen brengen naar alle deden van den aardbol.
Maakt men een wandeling naar de nieuwe fabrieken en neemt men daarvoor den naasten weg, d.i. langs de zweminrichting, dan komt men langs een werkloods, die evenwijdig aan dien weg staat; dat is de gieterij. Groote ovens zijn daar voor het smelten van het ijzer. Liften brengen het ijzer in een grooten bak en daar wordt het in den oven gevoerd, waar het door een cokesvuur, waarvan de hitte door een sterken luchtstroom opgevoerd wordt tot 3500 graden, gesmolten. Door een korte, open goot vloeit het gesmolten ijzer, nadat de afgesloten opening doorgestoken is, in de vormen. Daar bevinden zich ook droogovens, mengmachines en verder voor dit werk benodigde werktuigen.
Op zijde van de gieterij bevindt zich de ruim ingerichte Smederij, die zeer modern toegerust en voorzien is van doeltreffende inrichtingen voor afvoer van rook en gassen.
De giet en smeedstukken worden van uit de desbetreffende werkplaatsen gebracht naar de loods, die verder op het terrein langs de nieuw gegraven Wilheminahaven staat, waarin zich de bankwerkerij en de ketelmakerij bevinden. De machinerieën daarvoor moeten alle nog geplaatst worden; evenals dat in andere afdeelingen dezer reuzenindustrie het geval is. Echter zijn de meeste werktuigen al op het terrein aanwezig, doch moeten nog gemonteerden opgesteld worden. In deze werkplaats zullen de voorwerpen geheel afgewerkt worden.
Achter deze laatste loods bevindt zich weer een gebouw, dicht bij de monding der haven, waarin 3 magazijn lokaliteiten zich bevinden. Het midden van het terrein, aflopende in de rivier, wordt in beslag genomen door de hellingen, vijf in getal, waarvan er reeds twee geheel gereed zijn. Deze hellingen zijn geheel gemaakt van gewapend beton en steunen op betonpalen van 8 á 9 meter gemiddeld. Op deze hellingen kunnen schepen gebouwd worden tot de grootste afmetingen; schepen, die meer dan 10 meter langer zijn dan de „Rotterdam” van de Holland-Amerika-Lijn. Langs de hellingen worden z.g. overhead Cranes opgericht om naar de hellingen te transporteeren alle materialen noodig voor den bouw der schepen.
Aan de zijde van het Sterrebosch het meest naar de rivierzijde, bevinden zich weer 3 werkplaatsen. De eerste, het dichtst bij de Maas, is de spantenloods. De vloer daarin bestaat uit twee verschillende deelen. Het achterste deel is van hout en daarop wordt met krijt aangegeven de vormen der spanten voor het schip. Hier
Het tweede gedeelte van den vloer is van gegoten ijzer, met ronde gaten, op korten afstand van elkaar, en op dezen vloer worden de spanten gebogen, nadat ze vooraf in de in deze werkplaats aanwezige ovens zijn warm gemaakt.
In deze werkplaats bevinden zich reeds eenige machines opgesteld, o.a. eenige pons-, knip- en buigmachines. De tweede loods is bestemd voor de plaatbewerking; tal van loopende kranen bevinden zich daar, waarmede alle voorwerpen door de geheele lengte van het gebouw gebracht kunnen worden. De derde loods is de plaats voor het bewerken van plaat- en hoekstaal. Ook hier moeten de machinerieën nog geplaatst worden.
Aan de Noordzijde van het terrein, dus evenwijdig loopende aan de rivier, doch aan de andere zijde van het terrein, is de timmerwerkplaats, de scheepmakerij en modelmakerij, in welke laatste afdeeling de modellen voor het gietwerk gemaakt worden.
Onmiddellijk aan deze afdeelingen grenst het gebouw waar zich de electrische installatie bevindt, en evenzoo de nieuwste hydraulische en pneumatische inrichtingen, bestemd voor verschillende werkzaamheden, als het nagelklinken, enz. Langs de Oostzijde van het terrein, dat een rivieroever van 300 meter heeft, loopt de Wilhelminahaven die 11.60 M. diep en 250 meter breed is, met uitdiepingen voor één 10.000 tons en één 4000 tons droogdok; deze haven heeft een lengte van 460 M., doch kan later verlengd worden, door weggraving van het Zuidergors, waar zich nu de ijsbaan bevindt.
Het geheele bedrijf wordt electrisch gedreven en verlicht; in de bankwerkerij, ketelmakerij, gieterij en plaatbewerking worden verschillende kranen van groot vermogen electrisch bewogen. De electrische stroom wordt door de Gemeente geleverd.
De fabriekslokaliteiten, waarin hout bewerkt wordt, zijn geheel brandvrij; alle loodsen zijn opgetrokken uit gewapend beton, ijzer en steen, maar deze lokaliteiten hebben bovendien een dakbedekking van beton platen.
Alle gebouwen zijn zoo gebouwd, dat ze voor vergrooting vatbaar zijn en rusten alle op beton fundeering. Over het gehele terrein loopen spoorbanen voor de stoomkranen en locomotieven. Alles wat voor den bouw aan deze industrie noodig was, is in Nederland besteld, zonder dat bij de bestellingen rekening werd gehouden met de verschillen in de prijzen in het buitenland, zooals dat bij eenige bestellingen het geval was. Nu wij van de verschillende fabrieksgebouwen een korte beschrijving hebben gegeven, blijft ons nog het kantoor en het schaftlokaal.
Het kantoor is een flink gebouw, dat niet ver van den toegang tot het terrein staat. Uiterlijk en innerlijk, spreekt alles van eenvoud en degelijkheid en van practische indeeling en inrichting. Een centrale verwarming gelegd door verschillende vertrekken, waaronder behalve de kantoorlokalen voor het personeel, zich bevinden de kamers voor Commissarissen en voor de Directie. Beneden bevindt zich het archief, dat geheel brandvrij en watervrij is, zooals trouwens alle afdeelingen in dit gedeelte van het gebouw. Natuurlijk is het gebouw voorzien van alle mogelijke comfort. Boven de administratie- en directie-lokaliteiten bevinden zich de afdeelingen voor de ingenieurs en teekenaars, welke afdeelingen weer aan alle eischen van de praktijk voldoen en waar reeds druk gewerkt wordt aan de plannen om de eerste schepen die op deze werf zullen worden gebouwd.
Ook dit gebouw kan vergroot worden. De fundeering en de muren zijn er op berekend, dat er zoo noodig een verdieping kan opgebracht worden. Het schaftlokaal omval meer dan deze benaming zou doen verwachten. Het zal geplaatst worden buiten het eigenlijke fabrieksterrein, nabij den hoofdingang. Het is in de eerste plaats bestemd voor ’t personeel, dat zich daar in de rusttijden kan ophouden, waar het kan schaften, maar waar tevens zal komen een leeszaal en een ontspanningszaal. Bovendien zal worden toegestaan, dat wandelaars door het Sterrebosch daar komen rusten.
Wij hebben getracht met deze beschrijving een indruk te geven van den omvang van deze industrie, die de grootste scheepsbouwwerf in ons land zal zijn. Zij is, zooals wij reeds zeiden, zoo gebouwd, dat ze voor uitbreiding vatbaar is, en wij hopen, dat deze industrie een zoodanig succes zal hebben, dat die uitbreiding in niet te ver verschiet zal nodig blijken. Dit zal een bekroning zijn van de energieke wijze waarop zij hier wordt gevestigd, maar tevens zal ook Schiedam daarvan in ruime mate de voordeelen oogsten. De welvaart van de gemeente houdt nauw verband met die der industrieën, die binnen haar gebied gevestigd zijn.
Bron: Schiedamse Courant 29 januari 1916
Laatst bijgewerkt op: 4 november 2023