Proefvaart “Pélican”


“Op woensdag 22 maart 1972 gelieve u om 7.15 uur ’s ochtends te verzamelen bij de haven van Maassluis. Daar zal een sleep­boot op u wachten, die half acht zal vertrekken om het boor­schip Pélican tegemoet te varen. Het schip zal een half uur eer­der uit Rotterdam vertrekken voor haar eerste proefvaart.”

Dikke mist
Mist, rechts, links, achter, voor, overal hing een dikke mist. Kreunend van ellende verscheen om kwart over zeven de eerste persfotograaf. “Wat en waar moet ik nou fotograferen?” Meer­dere fotografen en journalisten verschenen. ,,Geeft u maar de richting aan waarheen ik de lens moet richten”. ,,Er gaat toch niets boven een tekenaar”. ,,Wij hebben een goede retoucheur”. ,,Laten we maar daar koffiedrinken”. ,.Wat kan jij goed zien!” Maar een vinger gaf resoluut een richting aan. ,,Kwestie van een goede reuk”, zei een stem achter de vinger. Achter de koffie werd men pas goed wakker. ,,Wat nu?” ,.Af­wachten tot de zon doorkomt”, was het antwoord. ,,Barst”, was het commentaar. Na een half uur speelde een straaltje zonlicht door het venster. Een medewerker van Gusto ging naar de telefoon. Het verlos­sende woord kwam. “Over vijf minuten komt de sleepboot. Hij is opgehouden door de mist”. De rest van de koffie werd snel opgedronken en de spullen werden ingepakt. Aan het hoofd van de kade keek iedereen nog in de mist, die langzaam aan het optrekken was. Een andere wereld werd steeds meer zichtbaar. “Daar is-tie”. Onze sleepboot dook uit de mist op. Snel en be­hendig manoeuvreerde de kapitein de sleepboot naar de kant. iedereen stapte vlug aan boord. Daar kregen wij van de kapitein te horen, dat de Pélican pas over een kwartier uit Rotterdam zou vertrekken. De steven van de sleepboot koerste in de rich­ting van Rotterdam.

Koffie kraken
De maat ging koffie zetten. De journaliste die aan boord was, werd nieuwsgierig, want tijdens het koffiezetten kwamen merk­waardige geluiden uit de kleine kombuis. Ze opende de deur van de kombuis en bleef verbijsterd staan kijken. De maat was bezig met een hamer de koffiebonen stuk te slaan . “Ze hebben de verkeerde pakken koffie meegegeven. In plaats van gemalen koffie kregen wij pakken met bonen en wij hebben geen maalmachine. Nog een paar bonen een mep geven en dan krijgen jullie een lekkere bak. Trouwens koffie kraken is beter dan malen”, legde hij uit. De mist was nu bijna opgetrokken, maar de fotografen keken nog bedenkelijk.

Daar komt ie
Daar komt de Pelikaan zei de schipper. Hij had de beste ogen, want niemand zag het boorschip, totdat een vage schaduw met een hoge toren uit de mistflarden opdook. Alle fotografen maakten snel hun apparatuur schietklaar, maar legden toen hun camera’s weer neer. Er hing nog steeds een blauwachtige damp. Dan maar net zo lang meevaren tot de situatie zodanig is, dat er behoorlijke plaatjes geschoten kunnen worden. Pas ver voorbij Maassluis konden de eerste foto’s genomen wor­den. De sleepboot scheerde als een nerveuze jachthond om de Pélican. Op verzoek van de fotografen werd aan de kapitein van de Pélican via de radio gevraagd of de sleepboot, die het boor­schip trok, zijn tros mocht losgooien. Tien minuten na het ver­zoek vond ook de loods het wel verantwoord om de tros los te gooien. De Pélican ging op eigen kracht verder. Vele opvarenden aan boord van de Pélican volgden met belangstelling de ver­richtingen van de sleepboot met de fotografen. ,.Nu schuin wegvaren. Sneller. Dichterbij. Vlak voor de boeg.” Op een gegeven moment zat de sleepboot zo vlak voor de Pélican, dat men op de brug de sleepboot niet meer zag. Toen dit te lang duurde gaf de kapitein een paar stoten op de fluit. Onmiddellijk liet de sleepboot het boorschip toen passeren.

Een blinde passagier
Bij de Hoek kwam de sleepboot weer langszij het boorschip. Van de Pélican af werd geroepen of er een Franse heer bij ons gezelschap was. Ondertussen sprong er iemand van het boor­schip op de sleepboot. Het was een journalist, die door allerlei misverstanden èn ook een beetje door eigen nonchalance s morgens aan boord van de Pélican was meegegaan. Hij had zich alleen niet gerealiseerd, dat hij pas ’s avonds laat weer van het boorschip af kon. Het was voor hem een reuze opluchting, toen hij zich bij zijn collega’s op de sleepboot kon voegen.

Het resultaat van het werk van de luchtfotograaf

Luchtfotograaf
Er was ook een luchtfotograaf besteld. Ook hij was door de mist later opgestegen. Maar toen hij boven het Westland vloog, zag hij toch de Pélican al. De piloot dook meteen met zijn twee­persoons vliegtuigje naar beneden. Op 50 m boven het zeeoppervlak schoot hij in de richting van het boorschip. Plotseling zat hij weer in de mistbanken. “Maak je geen zorgen”, zei hij tegen de fotograaf. “Ik zit precies op koers, op 50 m hoogte, we kunnen hem niet missen” . “Omhoog met die kist”, brulde de fotograaf verschrikt, die schuit heeft een toren van 62 meter!” De mensen aan boord van het boorschip zijn wel even geschrok­ken van het vliegtuigje, dat vlak voor hen uit de mist opdoemde en dat met brullende motoren omhoog steigerde. Ondanks al deze mistige verwikkelingen heeft de Pélican een geslaagde proeftocht gemaakt. Zij ligt nu in dok voor inspectie. Wij hopen haar gauw helemaal pico-bello te kunnen afleveren om op de Noordzee met het boren te kunnen beginnen. 

Staand op de pier van Hoek van Holland

Bron+Foto’: IHC Het Zeskant april 1972
Fotograaf: Onbekend


Stichting Erfgoed Werf Gusto 2020

Laatst bijgewerkt op: 31 januari 2020