Proefvaart MOT DREDGE VIII (Co. 880)


De MOT DREDGE VIII, bij IHC Gusto beter bekend als bouwnummer 880, arri­veerde op donderdag 26 juni (1977) bij Wilton-Fijenoord. De “880” had succesrijke zeebeproevingen beëindigd. De beproevingen duurden vier dagen.
Maandag precies op tijd kwam het schip los van de kade. Met een vlotte draai wendde zij haar steven naar zee. De eerste beproevingen namen al meteen een aan­vang tijdens de vaart naar Hoek van Holland.
Eén van de eerste pro­grammapunten, de sloepen­rol, bleek meteen een groot succes. Van de ongeveer honderdveertig personen, die bij het aan boord gaan geteld waren, bleken slechts nog een vijfentwintigtal ,,aanwezig te zijn”. Een ge­ruststelling dat het aantal reddingsmiddelen nu zeker voldoende moest zijn … Een volgende test, het uit­proberen van de zonnetent, moest al meteen uitgesteld worden vanwege het mieze­rige weer. Een verzoek van de eigenaar om de aircondi­tioning te testen moest der­halve als niet doelmatig van de hand gewezen worden. De verdere proeven trokken zich van de heersende weersomstandigheden niets aan.
AI kompas-compenserend werden loods en Rijkswa­terstaat bij Hoek van Hol­land aan boord gebracht. Bij het bereiken van open zee en na het beproeven van de ankers ging men over op het zeer fijn en degelijk af­stellen van de voortstuwing. Zo degelijk dat eerst tegen de avond de eerste bagger­locatie bij Goeree bereikt werd.
Onder de kundige leiding van kapitein, baggerbaas en vertegenwoordiger van Rijkswaterstaat werd ge­toond dat de MOT DREDGE VIII, binnen de vereiste tijd in staat is de hopper van 6500 m3 te vullen.
Daarna kreeg de machine­kamer de gelegenheid te to­nen dat het schip op volle diepgang ononderbroken meer dan zes uur op volle snelheid kan varen. Hetgeen lukte en resulteerde in de aankomst bij Den Helder. Hier werd met behulp van de spuiters de hopper ge­vuld met vast zand. Hier­door werd Rijkswaterstaat van een zand bankje verlost. Na deze tweede succesvolle hoppervulling werd teruggekeerd naar Hoek van Hol­land. Na aankomst in het Beerkanaal werd tweemaal, éénmaal met de IHC stan­daard zuigmond en éénmaal met California zuigmond, slib naar open zee gebracht. Hierbij is vermeldenswaard dat de zuigmonden in de recordtijd van 2 uur en 27 minuten verwisseld werden. Een prestatie, omdat het moest gebeuren tijdens de kleine uurtjes van de nacht. De tijdens de eerste dag van de proefvaart opgelopen achterstand kon mede hier­door ingelopen worden en de verwachting was dat we op de geplande tijd van 21.00 uur van de derde dag bij Wilton-Feijenoord zou­den zijn. Maar u raadt het al, het zat niet mee.
De derde dag, nadat de hopper voor de vijfde en laatste keer gevuld was, liep de draad van de stuurboord zuigbuismiddenlier van de trommel. Het heeft tot half zeven de volgende dag ge­duurd om met behulp van duikers, in de 8e petro­leumhaven, de zuigbuis weer op zijn oude plaats te­rug te brengen. Toen terug naar Goeree, om de hopper een zesde keer te vullen voordat op het programma teruggekeerd kon worden. Overblijvende programma­punten konden daarna met spoed afgewerkt worden. Hoe goed het schip wel is bleek bij het uitvoeren van de snelheidsproef. De “880” haalde precies 13.08 knopen en de gelukkige voorspeller van dit cijfer kreeg zijn fles. 

Bron: IHC Zeskrant juli 1977


Stichting Erfgoed Werf Gusto 2020

Laatst bijgewerkt op: 10 januari 2020