Op Vijf Poten Naar Dakar* (21)


OVER ENKELE DAGEN LAND IN ZICHT,

ALS HET EEN BEETJE MEEZIT…

“Je hebt nu a-l-l-e-s meegemaakt”

AAN BOORD ZWARTE ZEE 32° 28′ NOORD, 15° 02′ WEST

Een sleepreis van 2600 mijl.

Het breken van de tros is hopelijk de laatste zweepslag, die, de weergoden ons hebben toegebracht”. Kapitein Poot — zijn gezicht een al glimlach — constateert het 48 uur na het fatale moment, waarop de Ile de France zich met een onverwachte ruk losscheurde van de Zee. Hij wandelt, zichtbaar ontspannen, over het dek heen en weer. Op het zit ik me nog te verbazen over de even radicale als welkome verandering van het weer.

Als weermannetjes zijn ze uit hun huisje gekomen: de opvarenden, die vrij van wacht zijn. Ze koesteren zich in een meer dan mild zonnetje, dat de temperatuur om negen uur al boven de dertig graden heeft uitgetild. Zelfs in de schaduw is het al twintig graden. Het is de zon van Madeira, dat ideale oord, dat — verscholen achter de strakke kim — ruim zeventig mijl naar het Westen ligt.

Boze droom voorbij
Een lichte koelte strijkt over de lome deining; we zijn terechtgekomen in een voorloper van de noord-oost-passaat, die ons voor de verdere duur van de reis zal begeleiden. Hagelwitte cumuluswolken glijden als grote plukken watten langs een stralend blauwe hemel en het donkere water van de Atlantische oceaan ruist kalm langs de flanken van de Zwarte Zee. De ontberingen en de aaneenschakeling van tegenslagen van de vier voorbije weken zijn nagenoeg op slag verdwenen. De stormen, die bijna aan de lopende band over ons zijn heen geraasd en de beelden van de reuzen-zeeën, die schip en sleep week in week uit hebben bedreigd, zijn opgeborgen in onze herinnering als een boze droom, die nooit bleek te zullen eindigen.

De matrozen onder de gage Rob van Oosten (17) uit Maasdijk en op de achtergrond Leo Donners (18) uit Den Haag in de „kee”, een ruwhouten wieg voor tientallen nylon rekkers.

Bewondering
Toen eergisteren de tros het begaf, zei kapitein Poot: „Je hebt nu alles meegemaakt. De meesten hebben een jaar of drie gevaren, voor ze dat kunnen zeggen”. Ik wist niet of ik met die wetenschap blij moest zijn, want als toeschouwer heb je het altijd nog het gemakkelijkst.

De meeste bewondering had ik voor de kerels op het achterdek die, veelal doorweekt, met al dat loodzware materiaal liepen te zeulen. Voor bootsman Van Beelen, die dodelijk rustig en als een rots in de branding zijn aanwijzingen gaf; voor tweede stuurman Jan Kleywegt die daar, geassisteerd door aspirant Bram van der Hout, de leiding had; voor de matrozen en de jongens, die in de overkomende zeetjes uren lang peesden om de gebroken rekker scheep te krijgen en de nieuwe nylon klaar te maken „voor onder water”.

De meeste hoofdbrekens kostten vermoedelijk nog de sluitingen, waarmee de verschillende, onderdelen van de sleepverbinding aan elkaar worden bevestigd. Het zijn zware, stalen stukken in de vorm van een D. Een gewichtheffer zou er een aardige kluif aan hebben, want ze wegen tegen de honderd kilo per stuk. Na afloop zag het achterdek er uit, alsof er een veldslag had gewoed. Gisteren, zodra het licht was, werd met de grote schoonmaak begonnen. Het weer was toen al zeer acceptabel en eindelijk kon ook het schip zelf een beurt krijgen. Achteruit was de hele verschansing bedekt met een dikke roodbruine laag roest, evenals de bogen. „Het schip heeft er nog nooit zo uit gezien”, meende kapitein Poot. „maar we hebben ook nog nooit zo veel weken achtereen slecht weer gehad”.

Moegestreden
De Zwarte Zee klieft nu met een vaartje van bijna vier mijl per uur door de lichte deining. De Ile de France lijkt eindelijk te zijn moegestreden en volgt ons gewillig. Onder ideale omstandigheden, in het hart van een hoge drukgebied, koersen, wij op de Canarische eilanden aan en als het een beetje meezit, krijgen wij over enkele dagen land in zicht. Het zal een schone belevenis zijn, na vier weken niets dan water.

WORDT VERVOLGD.

Bron: Algemeen Dagblad
Tekst: Piet van den Broecke
fotograaf: Onbekend
Artikelenserie uit collectie familie Lissenberg Schiedam
De Zwarte Zee en Ile de France zijn beide gebouwd door vennoten van I.H.C. Holland N.V. De eerste door Smit te Kinderdijk en de tweede door Werf Gusto te Schiedam.

*Donderdag 6 januari vertrok het boorplatform onder grote belang­stelling van de Werf te Schiedam. Op de rivier werd het getrokken door de sleepboten Azië, Europa, Schouwenbank en Steenbank, alsmede de sterkste sleepboot ter we­reld, de Zwarte Zee. Op zee ging deze laatste alleen verder met de zware sleep voor een tocht van 2600 mijl. De belevenissen gedurende deze lange sleepreis werden dagelijks in het Algemeen Dagblad beschreven onder de aanduiding: “Op vijf poten naar Dakar”!

Tijdens de tocht naar zee werden o.a. filmopnamen gemaakt voor het bioscoopjournaal (Polygoon) en voor de Nederlandse, Duitse en Engelse televisie.
bron: Gusto Berichten No. 2 1966


Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019

 

 

 

Laatst bijgewerkt op: 1 mei 2019