Toen de tros brak, kwam alle hens aan dek. Het waren…
OGENBLIKKEN WAARIN IEMAND MAN WORDT
A/B ZWARTE ZEE. 43° 03′ NOORD, 14° 43 WEST
„De tros is gebroken”. Als een donderslag bij heldere hemel klonk deze kreet vanochtend, kort na het aanbreken van de dag, in de gangen en verblijven van de Zwarte Zee. „Alle hens aan dek!” De mannen rolden uit hun kooien, slaapdronken nog. Binnen de vijf minuten was iedereen paraat en aller ogen zochten de Ile de France, die zich dan toch nog had los geworsteld uit de stalen greep van de Zwarte Zee. De vijfpoter vluchtte, goeddeels verscholen achter een dicht regengordijn, snel weg en was in korte tijd al enkele mijlen in noordoostelijke richting gevorderd. Hij greep zijn kans, krachtig gesteund door een harde zuidwester en zwaar stampend in de ruwe zee.
Verder gaat de reis
Op een sleepboot wordt niet gerekend. het was de eerste gedachte, die mij door het hoofd schoot, zodra marconist Kees van Langeraad de deur van mijn hut had opengesmeten met de in fortissimo uitgesproken mededeling, dat de tros het had begeven. Gisteren nog had ik voorzichtig voorspellingen gedaan met betrekking tot de rest van de reis. En ik had beter moeten weten, omdat kapitein Poot het me al zo vaak had gezegd: „ De tros breekt altijd op momenten waarop je het niet verwacht, dikwijls zelfs tijdens mooi weer.”
HET VENIJN ZAT IN DE STAART
Van mooi weer was dit keer echter geen sprake, want sinds gisteravond kwispelde de staart van een depressie driftig over ons heen. Het gebeurde dan ook bij windkracht 6 en een uitschietende zee. Het was kwart over zeven. Kapitein Poot had zijn post bij de schoorsteen vrijwel de gehele nacht bezet. Plotseling bewoog de Zwarte Zee zich met een bijna katachtige sprong naar voren. De sleepdraad schoot, bevrijd van een last van duizenden tonnen, met grote kracht over de bogen om even later slap van het potdeksel omlaag te hangen. De telegraaf van de Zwarte Zee flitste op „stop” en daar lagen we dan, boven op de 35ste breedtegraad en op nauwelijks 150 mijl van Madeira.
Eenzaam
Op de Zwarte Zee bleek niemand ervan onder de indruk. Kapitein Poot, in zijn eenzaamste uur nu had snel een actieplan gereed en op het achterdek organiseerde bootsman Cor van Beelen zijn troepen. Om kwart voor negen al hadden ze de duizend meter lange draad binnen. Die was gelukkig niet gebroken. Het venijn zat hem in de nylon rekker. Die was doorgescheurd op de 150 kilo zware kous, een indrukwekkend stalen oog, dat de verbinding vormt tussen de rekker en de staaldraad. Het betekende, dat de runners op de Ile de France zowel de 60 meter lange, stalen voorloper als de even lange en volkomen onhandelbare nylon rekker zouden moeten bergen. Kapitein Poot besliste anders: Van de Zwarte Zee af zou een lijn worden overgegooid, die op de voorloper moest worden vastgemaakt. Dan zouden we die op de lier binnenhalen.
Steigeren
Om half elf waren alle voorbereidingen getroffen. Langzaam naderde de Zwarte Zee de Ile de France, die geweldig steigerde op de vrije hoge zee. Na korte tijd doemde het eiland levensgroot voor ons op. De reusachtige poten torenden angstig hoog boven ons uit en nu leek het monster in de Ile de France te ontwaken. Het platform hief zich ver uit het water op, zwaar overhangend en het had er alle schijn van of het de Zwarte Zee wilde verpletteren. Boots Van Beelen en zijn helpers op het spiegelgladde achterdek werden plotseling nietige wezens. Bergen water sloegen af en toe over hen heen, maar ze weken geen seconde. Het waren ogenblikken, waarin jongens mannen worden. Ze bleven klaar staan met de hieuwlijnen, geconcentreerd wachtend op het gunstigste moment. We lagen bijna boord aan boord met de Ile de France, schijnbaar overgeleverd aan de onstuimige zee. Op het dek van het eiland waren ze nu duidelijk herkenbaar: chef-runner Arie Dorst, stoer en onverzettelijk, de 65-jarige Gerard Nieuwenweg, Jaap Boxhoorn en Helmuth Rens. De Franse technici liepen, op één na, heftig gesticulerend tussen hen door. Die éne stond te vissen, met zijn rug naar het strijdgewoel, alsof de hele zaak hem niets aanging. De eerste lijn suisde door de lucht, maar miste zijn doel. De Zwarte Zee moest terug, maar viel binnen tien minuten weer aan. Een, twee, drie lijnen vlogen in de richting man de runners, die de derde in hun grijpgrage handen kregen. De lijn brak. Om kwart over twaalf, nadat de Zwarte Zee de Ile de France weer uiterst omzichtig was genaderd was het raak en kregen de mannen op de Zwarte Zee de voorloper en de gebroken nylon scheep. Er volgde een korte ‘lunchpauze, want de ontbijttafel was onaangeroerd gebleven. Ook kapitein Poot blies even uit. „Dat eiland heeft vijf stevens”, verzuchtte hij. „Het draait rond als een tol en wil dan de ene dan de andere kant uit”. „De wind draait naar het noordwesten”, constateerde hij een half uur later opgelucht. We zouden het windje dus voor het eerst in de rug krijgen! .,Maak vast die zaak en weg wezen.” En weer gingen we op de Ile de France af, want er moest nog steeds een sleepverbinding tot stand worden gebracht. De nieuwe 141/2 duims nylon rekker lag al gereed op de kap. Die moest worden gesloten op de 125 meter lange stalen voorloper, die de Ile de France aan boord had. Het ging er nu dus om de voorloper op de Zwarte Zee te krijgen. Om kwart over twee manoeuvreerde eerste stuurman Leen de Graaf onze sleepboot haarscherp langs het booreiland. In dertig adembenemende seconden gleden we nog geen meter langs de Ile de France, die kolossaler en dreigender dan ooit op ons neerkeek. Runner Jaap Boxmeer slingerde een lijn op het voordek van de Zwarte Zee. Sjaak Brobbel vijftien jaar en bediende in de messroom van de officieren kreeg hem te pakken en rende ermee naar achteren. Maar het lukte nog niet. Kapitein Poot liet het schip nu achteruit naar de nog steeds hard driftende Ile de France sturen. De spanning hing bijna tastbaar in de zilte lucht. Een zwaar geladen vracht boot bleef — op veilige afstand — stop liggen. De opvarenden wilden kennelijk getuige zijn van dit enerverende duel dat om half vier werd beslist.
Drijflijn
Aan een nylon drijflijn werd de voorloper op de Zwarte Zee ingehaald. Het ging er nu maar om de voorloper aan te sluiten op de rekker, een karwei dat in minder dan tien minuten werd voltooid. Gedurende die tijd deinde de Ile de France op nog geen steenworp afstand van de Zwarte Zee, met haar extreem lange poten bijna grotesk afstekend tegen de laag staande zon. De telegraaf sprong op „langzaam vooruit” en toen kronkelde de rekker zich als een reusachtige zeeslang over het potdeksel in de golven. Het uitvieren van de sleepdraad was tenslotte slechts een kwestie van tijd. De hele operatie had nog geen negen uur geduurd. De Zwarte Zee stoomt nu, tevreden ronkend, op een zuidelijke koers verder, op duizend meter als vanouds gevolgd door de Ile de France. De stemming aan boord zou ik opgetogen willen noemen, want ook op een zeesleper smaakt het zoet van de overwinning goed. En we hebben nu immers ook de wind in de rug!
Bron: Algemeen Dagblad
Tekst: Piet van den Broecke
fotograaf: Onbekend
Artikelenserie uit collectie familie Lissenberg Schiedam
De Zwarte Zee en Ile de France zijn beide gebouwd door vennoten van I.H.C. Holland N.V. De eerste door Smit te Kinderdijk en de tweede door Werf Gusto te Schiedam.
*Donderdag 6 januari vertrok het boorplatform onder grote belangstelling van de Werf te Schiedam. Op de rivier werd het getrokken door de sleepboten Azië, Europa, Schouwenbank en Steenbank, alsmede de sterkste sleepboot ter wereld, de Zwarte Zee. Op zee ging deze laatste alleen verder met de zware sleep voor een tocht van 2600 mijl. De belevenissen gedurende deze lange sleepreis werden dagelijks in het Algemeen Dagblad beschreven onder de aanduiding: “Op vijf poten naar Dakar”!
Tijdens de tocht naar zee werden o.a. filmopnamen gemaakt voor het bioscoopjournaal (Polygoon) en voor de Nederlandse, Duitse en Engelse televisie.
bron: Gusto Berichten No. 2 1966
Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019
Laatst bijgewerkt op: 27 april 2019