OP Vijf Poten Naar Dakar* (14)


De „run” is tevreden

A/B ZWARTE ZEE, 40° 46′ NOORD, 16° 23′ WEST, ZONDAGMIDDAG

Een sleepreis van 2600 mijl.

“Als je een slak naar Dakar stuurt, komt hij er.” Het was weer een van die typische, rake opmerkingen van kapitein Poot, toen zaterdagochtend bleek dat zee en wind ons binnen 24 uur een kleine zeventig mijl hadden teruggedreven. Zo waren wij sinds donderdag nauwelijks gevorderd. Als belangrijk winstpunt stond daar echter tegenover, dat de sleepverbinding met de Ile de France nog steeds in tact was hoewel de potige zuidwester urenlang met kracht tien over ons heen was gejaagd. Woeste waterbergen — hoogstens een toeristische attractie — ijlden onder schip en sleep naar de vuile kim.

Gewend aan tegenslagen
Elk uur dat het geweld langer duurde moesten wij achteruit en plotseling besefte ik welk een vernietigende invloed een terugtocht op het moreel kan hebben. Op de bemanning van de Zwarte Zee is deze conclusie overigens niet van toepassing. Die is er aan gewend tegenslagen als deze te incasseren, al realiseerde iedereen zich goed dat wij nu al bijna twee weken haast onafgebroken in de narigheid zitten. In de loop van zaterdag knapte het weer op. Ofschoon de wind nog tamelijk ambitieus uit de verkeerde hoek bleef waaien. werd de swell hoe langer hoe luier. Wij begonnen vooruit te komen, zij het dan kapitein Poot vooral in westelijke richting liet sturen om het terreinverlies te kunnen goedmaken. Nu zijn wij dan ongeveer op het punt aangeland waar vrijdagmiddag — twee etmalen geleden — de terugtocht begon. Het is een naargeestige zondagmiddag. Een druilerige motregen hangt over de kleurloze zee, die slechts traag reageert op de zeer zwakke bries die erover heen strijkt. Eindelijk is het ideaal weer voor een zeesleper. Een mijl van ons vandaan houdt de waterwereld op; wij raken ingesloten door de mist. Gevaar is daar nauwelijks bij, want het radarscherm is leeg, zoals het alle vorige dagen leeg was. Er is weinig scheepvaart in deze contreien. Op meer dan een kilometer achter ons volgt lijdzaam de Ile de France met halve poten; de rest zit verborgen in de laag hangende wolken. De Ile de France, een blok aan ons been!

Chef-runner Arie Drost.

Toch gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat deze zonderlinge vijfpoot zich voortreffelijk houdt. „Ik heb het nog nooit zo meegemaakt”, zei chef-runner Arie Drost me, toen ik om twaalf uur van het rendez-vous om de radio gebruik maakte hem ernaar te vragen. ,.Nee, de run heeft het wel eens beroerder gehad. Over de poten hebben wij trouwens ook niet te klagen”. De poten zijn het meest kwetsbare punt van ieder booreiland dat overzee wordt vervoerd. Er werken tijdens het slepen onvoorstelbaar grote krachten op, waardoor vaak scheuren ontstaan. Ook in dit opzicht blijkt het product van de werf Gusto van uitzonderlijke klasse.

Alles fijn
De stemming op het eiland, waar vier Nederlanders en vijf Fransen bij elkaar wonen, laat niets te wensen over. Mannen als Dorst tillen over het algemeen niet zo zwaar aan die dingen. Je neemt het, zoals het komt, maar hij legt er nog extra de nadruk op: „Onder elkaar is alles fijn”. Het blijft niet lang geheim wie in de eerste plaats voor de uitstekende stemming verantwoordelijk is. Die man heet Roland Vardon. Hij is een 29-jarige Breton, die als kok met de Ile de France in zee is gegaan, en aangezien het eiland door de Fransen geproviandeerd is, genieten de negen mannen dag in dag uit van de onvervalste Franse keuken. ,.Het lijkt wel of wij op een passagierschip zitten”, zei Arie Dorst enthousiast. „Wij eten en drinken ervan als nooit tevoren. Als jullie vlug een boot te water laat en naar ons toekomt, kun je kiezen uit haas en konijn. Er is ook nog ganzenlever, of voelt u meer voor kreeft of krab? Alles met bijbehorende wijn natuurlijk”. Het aanbod was verleidelijk, maar de zee liet een pleziervaart nog steeds niet toe. Hopelijk komt het er nog van.

Goed schip
Roland Vardon zei me dat hij zich al helemaal thuisvoelt op het booreiland. Hij is drie jaar kok geweest bij de Franse marine. Ik vroeg hem of hij al eens eerder op een krankzinnig bouwsel als de Ile de France had gevaren. Daarmee had ik mezelf vergaloppeerd. „Er is niets krankzinnigs aan de Ile de France”, sprak hij corrigerend. „Ik houd van haar als van een schip en het is een goed schip. Als u bedoelt of ik eerder op een booreiland heb gewerkt? Nee, nog nooit”.

Monsieur Vardon is de vaste kok van de Ile de France. Hij blijft op het eiland, ook wanneer er straks naar olie wordt geboord. Hij zal dagelijks de zorg hebben voor de voeding van vijfendertig mensen. Naar de opgetogen verhalen van Arie Dorst te oordelen zal hij het best klaarspelen.

WORDT VERVOLGD.

Bron: Algemeen Dagblad
Tekst: Piet van den Broecke
fotograaf: Onbekend
Artikelenserie uit collectie familie Lissenberg Schiedam
De Zwarte Zee en Ile de France zijn beide gebouwd door vennoten van I.H.C. Holland N.V. De eerste door Smit te Kinderdijk en de tweede door Werf Gusto te Schiedam.

*Donderdag 6 januari vertrok het boorplatform onder grote belang­stelling van de Werf te Schiedam. Op de rivier werd het getrokken door de sleepboten Azië, Europa, Schouwenbank en Steenbank, alsmede de sterkste sleepboot ter we­reld, de Zwarte Zee. Op zee ging deze laatste alleen verder met de zware sleep voor een tocht van 2600 mijl. De belevenissen gedurende deze lange sleepreis werden dagelijks in het Algemeen Dagblad beschreven onder de aanduiding: “Op vijf poten naar Dakar”!

Tijdens de tocht naar zee werden o.a. filmopnamen gemaakt voor het bioscoopjournaal (Polygoon) en voor de Nederlandse, Duitse en Engelse televisie.
bron: Gusto Berichten No. 2 1966


Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019

 

 

 

Laatst bijgewerkt op: 26 april 2019