Op Vijf Poten Naar Dakar* (12)


KOK ROTTEVEEL BLIJFT LACHEN

A/B ZWARTE ZEE, 41° 40′ NOORD. 16° 15′ WEST, DONDERDAGMORGEN

Een sleepreis van 2600 mijl

Aad Rotteveel is vandaag weer eens een geplaagd man. Een onweersfront dat ons kort voor middernacht passeerde, veroorzaakte zoveel wind en een dermate hoge deining, dat wij ons uiterst behoedzaam moeten voortbewegen over de dekken.

 

 

Dertig magen vullen is geen kleinigheid
De arbeid in een kombuis betekent onder dergelijke omstandigheden gekkenwerk. Maar het dient te geschieden, aangezien dertig hongerige magen, verdeeld over twee messrooms, rond het middaguur gevuld moeten worden. Daarom zet onze 22-jarige Schiedamse kok de stormlatten maar weer om het indrukwekkende elektrische fornuis en begint op een nog tamelijk pril uur te kokkerellen.

Aad Rotteveel

Prak
Wie mocht denken dat aan boord van zeeslepers maar raak gegeten wordt, dat daar geen eisen worden gesteld of dat er af en toe een opgewarmde prak van de vorige dag wordt genuttigd omdat het gemak nu eenmaal overal de mens dient. kan zich niet pijnlijker vergissen. Kok Rotteveel is een volleerde vakman, nota bene een banketbakker met papieren en een alleszins verdienstelijk slager. Zijn brood is uit de kunst; hij kan geruime tijd redeneren over de wenselijkheid van iedere dag een ander sausje bij het middageten en het is om koud van te worden als men ziet met welk een elan en vakmanschap hij de achtervoet van een os uitbeent.

Humeur
Goed of slecht weer, Aad Rotte-veel verliest nooit zijn goede humeur. Zelfs zoeven niet, toen een azijnfles zijn nek brak op de schedel van de kok, nadat de fles door een plotselinge beweging van het schip van een kastplank was gezwiept. En hij bleef ook lachen tijdens het slechte weer van de vorige week, toen in een klap tweehonderd eieren werden geveld. „Zo is het leven nu eenmaal”,’ filosofeert hij. Kok Rotteveel heeft één nadeel. Dat is niet dat hij zoveel praat, want wat hij te zeggen heeft is meestal de moeite van het beluisteren wel waard. Maar hij is altijd in de vierde versnelling bezig, hetgeen zowel vermoeiend als onpraktisch is. Je kunt het immers niet tot in het oneindige laten herhalen en zodoende gaat veel van zijn conversatie verloren.

Attractief
Wel heb ik begrepen dat voor een kok het varen op een sleepboot vele malen attractiever is dan op een passagiersschip. „Hier ben je alles”, zegt hij verduidelijkend. Hij schijnt het niet leuk te vinden dat op luxe oceaanstomers de gastronomen als het ware per gerecht gespecialiseerd zijn. Bovendien is hij in de kombuis van de Zwarte Zee de baas en het duurt natuurlijk wel even voor je zover op de Nieuw Amsterdam bent. Hij kan het ook niet waarderen dat op passagiersschepen rijkelijke hoeveelheden voedsel onaangeroerd blijven. „Hier wordt alles opgegeten”, constateert hij met vreugde. „Dat vind ik fijn, want dan weet ik tenminste dat het gesmaakt heeft”. De Zwarte Zee haalt weer eens flink uit en een golf spoelt over het sloependek. De buitendeur van de kombuis staat open, maar het water wordt gekeerd door een hoge, ijzeren drempel.

Zonnig
Het is een zonnige morgen. Er staat echter veel wind, die met kracht acht uit het zuidwesten waait. Een zeer hoge zee, iets voorlijker dan dwars inkomend, belet de Zwarte Zee ook maar enige voortgang van betekenis te maken. De laatste zes uur hebben wij vijf mijl afgelegd. „Ik vaar graag bij Smit”, zegt Aad Rotteveel, die in zijn vijf jaren op zee bij evenzovele rederijen als kok heeft geopereerd.

Verlof
„Geef mij maar lange reizen, Zes, zeven maanden weg en drie maanden verlof als je thuiskomt. Dat is toch een prachtig leven voor een vrijgezel!” Na wat rosbief te hebben gekeurd verlaat ik de kombuis. Het schip slingert weer hevig. Voor de derde maal in weinig tijd loopt de kerry-soep uit een gamel, die toch voor de helft gevuld is. Voor derde maal haast Aad Rotteveel zich zijn fornuis schoon te maken en hij blijft lachen. „Zo is het leven”, hoor ik hem nog roepen.

WORDT VERVOLGD.

Bron: Algemeen Dagblad
Tekst: Piet van den Broecke
fotograaf: Onbekend
Artikelenserie uit collectie familie Lissenberg Schiedam
De Zwarte Zee en Ile de France zijn beide gebouwd door vennoten van I.H.C. Holland N.V. De eerste door Smit te Kinderdijk en de tweede door Werf Gusto te Schiedam.

*Donderdag 6 januari vertrok het boorplatform onder grote belang­stelling van de Werf te Schiedam. Op de rivier werd het getrokken door de sleepboten Azië, Europa, Schouwenbank en Steenbank, alsmede de sterkste sleepboot ter we­reld, de Zwarte Zee. Op zee ging deze laatste alleen verder met de zware sleep voor een tocht van 2600 mijl. De belevenissen gedurende deze lange sleepreis werden dagelijks in het Algemeen Dagblad beschreven onder de aanduiding: “Op vijf poten naar Dakar”!

Tijdens de tocht naar zee werden o.a. filmopnamen gemaakt voor het bioscoopjournaal (Polygoon) en voor de Nederlandse, Duitse en Engelse televisie.
bron: Gusto Berichten No. 2 1966


Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019

Laatst bijgewerkt op: 26 april 2019