Gusto Geleen (was onderdeel van Gusto Staalbouw) is opgezet in 1941 en was aanvankelijk bedoeld als toeleveringsbedrijf voor de Staatsmijnen, ENCI en Budelco.
Werk voor mijnen
Een montageploeg uit Schiedam, die in 1940 werk had bij het herstel van bruggen, kreeg na de oorlog, in 1945, handen vol werk. Steeds meer gebeurde in opdracht van de Staatsmijnen. Dit leidde tot de stichting van een permanente vestiging in Geleen. Aan de Kampstraat verrezen de eerste gebouwen en een fabriekshal. Het naambord vermeldde: Gusto Staal- en Mijnbouw. Vooral voor de mijnindustrie werd veel gedaan; de schacht in Schinnen, het grote karwei van de schachtbouw voor de mijn Beatrix, het maken en monteren van losvloeren, transportbruggen, ophaalmachines, het vervaardigen van mechanische koolwinninginstallaties, en nog veel meer. Typerend voor die tijd was – en de ouderen weten zich dat nog goed te herinneren! – dat verschillende werkzaamheden tijdens feestdagen moesten worden uitgevoerd. Dat kón eenvoudig niet anders. De staalbouw-mensen hebben toen menige Kerst- en Nieuwjaarsnacht op het werk doorgebracht. Deze inzet en het vakmanschap bezorgde de Geleense vestiging een grote naam. Toen in 1950 de cokesfabriek Emma Il werd gebouwd, was ook Gusto van de partij. Dit betekende het begin van een specialisatie ook op het gebied van chemische installaties en fabrieken. De petrochemische industrie werd in de mijnstreek steeds belangrijker, naarmate de winning van steenkool steeds verder terugliep. Deze ontwikkeling stelde nieuwe en zeer hoge eisen aan het vakmanschap. In de petrochemie wordt immers gewerkt met hoge drukken en speciale materialen.
Zo had Gusto Geleen een belangrijk aandeel in de bouw van diverse chemische installaties. O.a. fabrieken voor: zwavelen salpeterzuur, P.Z.A., ureum, caprolactam en polyethyleen, waarbij leidingsystemen voor drukken tot 250 atmosfeer voorkomen. Ook voor andere bedrijven in de regio werden dergelijke installaties gebouwd; zoals in Linne-Herten: een Chloraat, H2O2, loogindamping en katalysator-fabriek; in Roermond: een loodzoutenfabriek; en in Herkenbosch: een vacuumindampinstallatie. Een enorm karwei was verder de bouw van de zinkfabriek te Budel. Daarnaast werd leidingwerk verricht voor de Hoogovens, voor AKZO Amsterdam en voor de Flevocentrale in Lelystad.
Ook ander werk
Er werden ook andere opdrachten uitgevoerd, zoals de brug voor het veer Kruiningen-Perkpolder, verdampervaten voor de waterfabriek in de Botlek, difusors voor de Flevocentrale, verbindingsbruggen voor boorplatforms en voor de Bagger Divisie o.m. cutterladders, ankerboom- en ladderhijsbokken.
Een indrukwekkende lijst, maar toch ging het niet zo goed met dit onderdeel van Gusto Staalbouw Schiedam. Het economische klimaat liep ook in Limburg terug. Een drastische reorganisatie was nodig. Die kreeg eind 1973 z’n beslag. Hierdoor was het jaar dat volgde niet gemakkelijk. Toch waren door eendrachtige samenwerking en inzet van allen de vooruitzichten van dien aard, dat geld ter beschikking kwam voor een aantal hoogst belangrijke zaken. De besteding ervan geschiedde onder meer op basis van een enquête onder het personeel. De resultaten ervan konden op de “open dag” zelf in ogenschouw worden genomen. Het personeelsbestand bedraagt momenteel 140 man. Tachtig werken er in de fabriek; drieënveertig behoren tot de montagegroep, de rest behoort tot leiding en staf.
Zo langzamerhand zijn de Geleendenaren de hefeilandenpalenmakers van IHC geworden. Men werkt momenteel dag en nacht aan zo’n palenopdracht, en tevens aan de grendeldragerringen ervoor. Ook maken zij de in- en uitlaatgassenleidingen voor het in aanbouw zijnde boorschip in Schiedam.
Voor de Bagger Divisie zijn diverse opdrachten in uitvoering. De montagemensen voeren deels opdrachten uit op de zinkfabriek te Budel, deels werken zij aan de montage van een ophaalmachine in een Kempische mijn, die eens afkomstig was van een gesloten Limburgse mijn. Hoe men aan dit karwei kwam? Wel, iemand ontdekte op de installatie een oud plaatje met de naam “Gusto Mijnbouw” er op. Hierdoor kwam men op het spoor van nog bestaand vakmanschap op dit gebied en volgde de opdracht. Wie bij IHC Gusto Staalbouw in Geleen op bezoek is, ontkomt niet aan de kennismaking met de kakatoe! Dat is hun mascotte. Het gaat om de letters K, K en T. Die staan voor Kollegialiteit, Kwaliteit en op Tijd.
Eind 1973 waren er nog 225 personeelsleden in dienst, dat met gedwongen ontslagen werd teruggebracht tot 150 in 1974. In 1976 werden er nog voornamelijk palen voor hefeilanden en pontons gefabriceerd. Er waren toen nog een kleine 100 medewerkers over. In 1985 werd Gusto Geleen verkocht aan Joep van den Nieuwenhuyzen.
Bron: IHC. Het Zeskant november 1975 (Hier het originele artikel)
Fotografie: IHC Het Zeskant / Fotograaf: Onbekend
St. Erfgoed Werf Gusto 2019
Laatst bijgewerkt op: 28 februari 2020