De proeftocht met de witte duif


Toen in de morgen van 8 februari de Geopotes IX het vlaggeschip van de Koninklijke Maatschappij tot het Uitvoeren van Openbare Werken “Adriaan Volker” N.V., bij de Hoek het zeegat uitvoer, leek het een complete uittocht van sleepzuigers.
Bij het passeren van het Calandkanaal, in het Europoortgebied, hadden daar de Volkerzuigers Geopotes VI, VII en VIII de ankers al gelicht en voeren achter de nieuwe IX aan.
En ook onze welbekende P.C.S. van Hattem sloot zich toevallig daarbij aan.
Zo voer een konvooi van sleepzuigers “in kiel­linie” de zee op. Daarbij werd ook nog de W.D. Seaway gepasseerd, die zwaar geladen naar bin­nen kwam. De bedoeling van dit krachtvertoon van de Volkerzuigers was het laten nemen van luchtfoto’ s.
Na dagenlang regen en mist, was het die mor­gen droog en zonnig, al was er hier en daar wat bewolking. Voor het krijgen van levendige fo­to’s was dat echter geen bezwaar.

De Volker-zuigers “Geopotes VI, VII, VIII en IX”, va­rend in ruitvorm voor de kust van Voorne. Fotograaf: Dick Remeke.

Eerst in kiellinie, dan in een ruitvorm, de VI en VIII aan weerszijden van de IX en de VII in het kielzog ervan, en tenslotte de vier schepen naast elkaar. Zo zijn de lucht­foto’s genomen.
Pas daarna kon men beginnen met het uitvoeren van het proeftochtprogramma. Om te beginnen zijn de voorankers luid ratelend uitgevierd en met de ankerlier zwaar­trekkend weer “thuis” gebracht. Vervolgens achteranker aan de beurt. Het starten van de beide hoofdmotoren werd door en door beproefd. Vele malen achter elkaar het toelaten van perslucht in de cilinders en de motor starten …… nog eens en nog eens …… , tot de vertegenwoordiger van het classificatiebureau het genoeg vond. Na de motoren het sturen. Hard roer bakboord (pas op je thee!), meten van de draai­cirkel. Naar stuurboord en weer terug.
Aan het einde van de middag was de baggerinstallatie aan de beurt. Beide zuigbuizen verdwenen in het grauw-groene water. In de pompmachinekamer was er grote drukte rond de Smit-Bolnes motoren. Mannen in blauwe en bruine werkpakken liepen rond en op de motoren om drukken en temperaturen af te lezen, met een oliekan om op vele punten een “scheutje” smeerolie in te schenken of stonden, schijnbaar doel­loos, een onderdeel in de gaten te houden.
Terwijl het lichtschip Goeree al oplichtte tegen een donkere avondlucht, werd de ste­ven weer naar de Nieuwe Waterweg gewend.

Witte duif
Tijdens deze eerste proeftocht zat er een witte duif aan dek. Met opgezette veren en zijn rode pootjes wellicht nog roder door de kou zat hij, helemaal niet op zijn gemak, rond te kijken.
Was het een vredes- of een provo-duif? Of had hij zich verslapen en moest hij dat bezuren met een koude tocht op een beangstigend grote waterplas?
De volgende morgen werd eerst naar het Calandkanaal gevaren voor het opnemen van de diepgangen in rustig water en om de stand van de zuigbuis te controleren met de standaanwijzer in het stuurhuis.
In de Nieuwe Waterweg mocht al een hap zand worden opgezogen. Uitvaren en wederom terug, omdat de baggereetlust nog niet voldoende was gestild. Zelfs van­daar varende naar Goeree gingen de zuigbuizen weer buiten boord om voldoende be­laden de vereiste snelheid te kunnen varen. Maar ook de draaicirkel en de stopweg bij volle kracht achteruitslaan.

Veel verhalen
In de machinekamer was de heer P. Meijer, bankwerker van Werf Gusto, druk bezig op zijn laatste schip. Na een diensttijd van 47 jaar, zwaaide hij vrijdag 10 februari af. In die tijd was hij vele malen, dikwijls lange tijd achtereen, in het buitenland voor het in bedrijf stellen van kranen, het inwerken van kraanmachinisten enz. Anderhalf jaar in Sevilla, een half jaar in Port Saïd, verder in Brazilië, Polen, Frankrijk en Engeland. Overal heeft hij met plezier gewerkt en kan daar urenlang over ver­tellen. Zoals over een havenkraan, die indertijd aan Polen was geleverd.
Op een dag kwam er een bericht, dat de gehele installatie stroomloos was en de oorzaak niet kon worden opgespoord. Toen hij in de trein zat naar Polen bedacht de heer Meijer, dat het ongetwijfeld veroorzaakt moest zijn door het abusievelijk over­halen van een schakelaar, waarmee in noodgevallen de kraan stroomloos kan worden gemaakt. Bij de eerste controle bleek hem, dat de machinist inderdaad op de scha­kelaar had geleund. Het mankement, wat het dus niet bleek te zijn, was onmiddellijk verholpen.

Volkers vlaggeschip
Een belangrijk punt tijdens deze tweede dag was het vaststellen van de proeftocht­snelheid. Niet door het richten op twee punten aan de vaste wal, maar langs radio­grafische weg werd deze bepaald. Het schip bleek de berekende snelheid gemak­kelijk te kunnen halen.
Na diverse andere proefnemingen koerste de gezagvoerder in de namiddag weer naar de Nieuwe Waterweg.
Langzaam varende door de donkere stroom had men vanaf de top van het stuurhuis een schitterend uitzicht op de beide oevers. Steeds verder uitbreidende woonwijken en nieuwe fabrieken met vele Iichtjes en rokende schoorstenen.
Gelukkig, dat ook in dit gebied tegenwoordig rekening wordt gehouden met de re­creatie-behoeften.
Terug aan de werf begon “het afwerken van de puntenlijst”.
Alle punten, die tijdens de proeftocht niet geheel voldeden, een afsluiter die iets te traag opende, een deur die nog niet goed sloot enz.
Donderdag 16 februari, terwijl vele persmensen een bezoek aan het nieuwe schip brachten, waren vooral de schilders nog buitengewoon actief. Maar de volgende dag, vrijdag 17 februari, ging de Geopotes IX met vele genodigden nogmaals op proef­tocht voor de officiële overdracht.
Het vlaggeschip van de Volker-vloot werd door de trotse directie tijdens een tocht op zaterdag 18 februari aan het eigen personeel getoond. 

Bron+Foto’s: I.H.C. Het Zeskant maart 1967
Fotograaf: Onbekend


Stichting Erfgoed Werf Gusto 2019

Laatst bijgewerkt op: 25 december 2019