Voorafgaande aan de tewaterlating bij IHC Gusto van het boorschip Pétrel was de Nederlandse pers uitgenodigd om het booreiland Maersk Explorer te bezichtigen.
Getooid met de verplichte helm op het hoofd leidden een aantal Gusto medewerkers de gasten rond op deze grote “driepoter”. Daar werd op deze zaterdag nog druk gewerkt. Dat belette overigens het publiek, dat de Pétrel te water wilde zien gaan, niet om ook de Maersk Explorer te beklimmen. Er was veel jeugd onder en dus hield verslaggever dezes z’n hart vast. Zo’n veilige “tribune” is zo’n booreiland beslist niet! …

Na de rondgang begaf men zich naar het erepodium om met de genodigden de tewaterlating gade te slaan. De doopvrouwe, mevrouw François Didier, echtgenote van de directeur van ELF-R.E. in Parijs, moest wel even wachten voordat zij de handeling kon verrichten waardoor de Pétrel van de helling zou glijden.
Nog nooit was zo’n “zwaar” schip te water gegaan en dus hadden de Gusto-mannen van de tewaterlatingsploeg veel mankracht nodig om de stoppingen te verwijderen. Toen was het zover. Meteen na het uiteenspatten van de fles begon de Pétrel te glijden. Een perfecte tewaterlating!

Derde Boorschip
De vraag naar hoog gespecialiseerd materieel voor de olie-industrie op zee, dat in staat moet zijn te werken in grote waterdiepten en vaak extreme weersomstandigheden, leidde tot het ontwerp voor een IHC boorschip, dat “dynamisch gepositioneerd” – dat wil zeggen zonder gebruik van ankers – op z’n plaats kan blijven.
Van dit type boorschip heeft IHC er tot dusver twee afgeleverd, de Pélican en de Havdrill. Zes zijn er momenteel in opdracht.
Drie daarvan worden gebouwd in Schotland, drie in Nederland. Eén uit deze serie is besteld door de zeeboormaatschappij “Offshore Europe in Antwerpen. Dit is nu de Pétrel.
De Pétrel heeft een lengte van 149 meter en een breedte van 21.35 meter. Zij zal in staat zijn te boren tot in waterdiepten van ruim 600 meter. De boordiepte kan ruim 6000 meter bedragen. De boortoren bevindt zich midscheeps. Op het achterdek is een helicopterdek. Zoals alle dp-boorschepen zal ook de Pétrel in staat zijn om langdurig zelfstandig te opereren, in koude of hitte en onder slechte weersomstandigheden. Haar zusterschepen bewezen reeds hiertoe in staat te zijn door het verrichten van succesvolle boringen zowel aan de Noordkust van Afrika als tussen de ijsbergen van Labrador.
Dekhuis
Na het feestgedruis van de tewaterlating werd de afbouw meteen fiks ter hand genomen. Een belangrijk moment was de plaatsing van het dekhuis, dat bij onze collega’s in Slikkerveer werd gebouwd. Drie drijvende bokken namen dit stalen “flatgebouw” in de takels en plaatsten het keurig op het voordek van de Pétrel, waardoor het boorschip ineens veel meer gezicht kreeg!
Bron+Foto’s: IHC Het Zeskant oktober 1975
Fotograaf: Onbekend
Tekening: Marike van ’t Hoff (8 jaar)
Meer foto’s bekijken? Bekijk hier het originele artikel.
Stichting Erfgoed Werf Gusto 2020
Laatst bijgewerkt op: 9 februari 2020