Categoriearchief: Gusto Staalbouw

Stuw bij Lith Bnr. 699 (1935)


De ‘Beersche Overlaat’.

In het Noorden van Noord-Brabant ligt, ongeveer evenwijdig met de Maas, een breede strook land van ongeveer 20.000 hectare, die niet bebouwd mag worden. Daarover stroomt in den winter het water van de Maas, dat over de Overlaat bij Beers (ten Oosten van Grave) de rivier hij hoogen waterstand verlaat om zich een weg over deze lage landen te zoeken en verderop in de Beneden-Maas; weer in de rivierbedding te komen.

Als er ooit een toestand terecht „middeleeuwsch” wordt genoemd, dan is het hier. Toen omstreeks het einde van de twaalfde eeuw de Maas bedijkt werd, liet men boven Grave een stuk onbedijkt, om het water, dat bij grooten aanvoer verderop wegens de vele kronkelingen der rivier en het geringe verval niet verwerkt zou kunnen werden, gelegenheid te geven een anderen weg te zoeken. Sindsdien is dat zoo gebleven, al heeft men een enkele maal de Beersche Overlaat wat verhoogd, zoodat thans bij een waterstand te Grave van 10,87 meter boven N.A.P. het water er overheen begint te stromen. Jaar op jaar, als de regens de Maas doen zwellen, staat hier het land onder water, waardoor vaak het verkeer over den rijksweg Den Bosch – Nijmegen is gestremd en de ontwikkeling van deze streek ten zeerste wordt belemmerd. Uitsluitend verhooging van den Overlaat kan geen oplossing brengen, daar dan de lager gelegen dijken van de Maas het bij hoogere waterstand te kwaad zullen krijgen. Zulk een verhooging moet dus worden voorafgegaan door een zoodanige verruiming van de rivier, dat deze binnen de bandijken in staat zal zijn, de maximum hoeveelheid opperwater, die door de Limburgsche Maas wordt aangevoerd, ook beneden Grave af te voeren. Daaraan is de Rijkswaterstaat nu bezig, volgens een plan van dr. ir. C. W. Lely, den te vroeg gestorven zoon van den vroegeren minister Lely, die in 1926 binnen vijf maanden hierover een rapport heeft samengesteld. Het plan omvat verkorting der rivier door afsnijding van bochten, verbreeding en verdieping van het zomerbed en verbetering van het winterbed. Daardoor zal het afvoervermogen met ongeveer 75 pct. worden vergroot, zoodat de Beersche Overlaat kan worden opgeheven.

Kaart omgeving Stuw bij Lith
bron: Schiedamsche Courant

Op bijgaand kaartje zijn de ontworpen afsnijdingen aangegeven, waaruit men kan zien, dat de grillige loop van de Maas eenigszins wordt vereenvoudigd, de verkorting bedraagt ongeveer 1/3 van het bestaande zomerbed. De meeste afsnijdingen komen binnen de dijken te liggen, slechts op twee plaatsen (bij Keent en bij Alem) gaat men door het land. Daar worden dus nieuwe dijken gemaakt.

Stand van het werk.
De afsnijding bij Alom is dezer dagen gereedgekomen, waarmede de eerste belangrijke verkorting is tot stand gebracht. Zoo werkt men langzaam op naar de Stuw bij Grave; men schat, dat nog ongeveer vijf jaren met de werkzaamheden gemoeid zijn. Daarbij is inbegrepen de bouw van een Stuw bij Lith in een nieuw te graven riviergedeelte en vergrooting van de Stuw bij Grave, waardoor de rivier steeds bevaarbaar zal zijn met schepen van 600 á 1000 ton. Voor de scheepvaart worden bij de stuwen schutsluizen gebouwd. Zulk een schutsluis is al gereedgekomen in een nieuwe verbinding tusschen de Maas en de Waal ten Westen van Maren, ter vervanging van de oude daarnaast gelegen sluis bij fort Sint Andries, die wegens de te hooge ligging der sluisdrempels een gedeelte van het jaar niet bruikbaar was.

Alem ligt nu op een eiland, doch dat zal niet lang duren. Dwars door de oude rivierarm wordt een afsluitdijk gemaakt, die het dorpje met den Bommelerwaard zal verbinden. Over de nieuwe rivier vaart een motorveerpont, om de oude relaties met het Brabantsche land in stand te houden. Het stroombed in dit nieuwe gedeelte heeft een breedte van ongeveer 110 meter. Op deze breedte zal de geheele Maas worden gebracht, ook de stukken, die gehandhaafd blijven en die nu slechts een stroombed hebben van 60 à 70 meter breed. Er moet dus heel wat grond worden verzet, Dr. Lely schatte het op ongeveer 32 millioen kubieke meter, die gedeeltelijk voor dichting van de afgesneden rivierarmen worden gebruikt, gedeeltelijk ook voor den aanleg van nieuwe dijken. Aan de Stuw bij Lith wordt hard gewerkt. Zij moet in het aanstaande voorjaar in gebruik genomen worden, tegelijk met de nieuwe doorgraving; de schutsluis is al gereed. Ook de afsnijding bij Allen is tot stand gekomen. Bij Megen is men bezig met de ophooging van terreinen, die schade zouden ondervinden van de opstuwing van het water na de in dienst stelling van de Stuw bij Lith. Deze grondwerken werden uitgevoerd door werkloozen ten getale van 1400 tot 1800 en afkomstig uit verschillende plaatsen, o.a. Utrecht, Dordrecht en Wageningen. De Maasverbetering zal nog jarenlang werk kunnen verschaffen.

bron:  Schiedamsche Courant, 19/06/1935; p. 5/6
foto: Collectie J.A. Bosdijk


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Laatst bijgewerkt op: 17 augustus 2018

Bnr. 731 Beursgebouw Rotterdam (1939)

Bnr. 731 Beursgebouw Rotterdam (1939)
foto: Gemeentearchief Schiedam / Fotograaf: Onbekend

Het Beurscomplex aan de Coolsingel in Rotterdam  ontstaat uit samenwerking tussen handel en gemeente. Beide partijen ontwikkelen rond 1925 de plannen. Daartoe wordt een speciale NV opgericht, die een besloten prijsvraag uitschrijft voor een multifunctioneel gebouw met een grote hal, kantoren, vergaderzalen, winkels, restaurant, theater en andere voorzieningen. De prijsvraag levert geen winnend ontwerp op.

Nadat de eisen zijn aangepast, volgt een tweede prijsvraag. Architect J.F. Staal wordt in 1928 de winnaar. Omdat de gemeente vanaf 1932 gaat deelnemen in de planvorming wordt het prijswinnende ontwerp aangepast door de bezuinigingen – de crisis nadert – en een nieuw programma van eisen. Dit is nodig, omdat de gemeente en particulieren elk de helft van het kapitaal leveren, en elk hun wensen hebben. Het leidt in 1938 tot het definitieve ontwerp, het gebouw zoals we dat nu kennen.

De eerste beurs wordt gehouden op 9 mei 1940, zij het dat de ingang aan het Rodezand is. Ook Staal maakt, evenals Van der Werff, de in gebruik name niet meer mee. Hij overlijdt op 8 april 1940. De dag na de opening breekt de Tweede Wereldoorlog uit gevolgd door het bombardement, dat de nieuwe Beurs overleeft. De Beurs van Van der Werff daarentegen wordt verwoest. De handel gaat gewoon door. Vanaf 23 mei 1940 is de hoofdingang aan de Coolsingel, die op 30 juni 1941 officieel wordt geopend.


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Laatst bijgewerkt op: 9 april 2020

Brug over de Noord (1939)


Bij het Gemeentearchief Schiedam is een fotoboek aanwezig met mooie zwart-wit opnames van projecten die Gusto Staalbouw uit voerde midden- en eind dertiger jaren. Mooie projecten, zoals diergaarde Blijdorp, de Beurs in Rotterdam en het Amstelstation in Amsterdam. Het was eenvoudig te traceren, omdat er keurig bijgeschreven stond, wat het was en wanneer het afgeleverd werd en zelfs waar. Dus dat was eenvoudig zoeken in de lijst met bouwnummers.

Er waren enkele projecten bij, zoals het Amstelstation (de staalconstructie) en de Brug naar de Dierentuin in Den Haag (nooit geweten dat Den Haag een dierentuin had), die een welkome aanvulling vormden op de toch al grote verschil van projecten, die al bekend waren van Gusto Staalbouw. Lees verder Brug over de Noord (1939)

Laatst bijgewerkt op: 25 april 2022

Oude Maasbrug Dordrecht


1939: De  brug over de Oude Maas in Dordrecht.
Deze overbrugging is gelegen in de Rijksweg van Rotterdam naar Moerdijk, westelijk van de spoorbrug uit 1872. Ze verving een pontveer dat overigens nog wel tot 1966 in dienst bleef. Aan de noordzijde waren drie openingen van ongeveer 30 m. Daarna volgden twee grote openingen van ongeveer 84 en 74 m, terwijl aan de zuidzijde een dubbele basculebrug (Gusto Staalbouw*) was gelegen met een doorvaartwijdte van 48 m. De doorvaarthoogte was onder de vaste bruggen ongeveer 11 m boven hoog water.
De breedte van het rijdek was 11 m met aan weerszijden schampkanten van 0,5 m zodat de wijdte russen de hoofdliggers 12 m was. Buiten de hoofdliggers lagen zijpaden voor wielrijders en voetgangers met een breedte van 4 m. De aanbrug aan de noordzijde werd gedragen door volwandig geconstrueerde hoofdliggers met een hoogte van 2,9 m die over drie openingen doorgingen met overspanningen van 33,6 m. Ze lagen op een onderlinge afstand van 13,0m hart op hart. Daartussen waren geconstrueerde dwarsdragers, hart op hart 5,6 m, hoog ongeveer 1,6 m, en langsdragers van gewalste balken. De hoofdliggers waren van St. 52, de overige delen van St. 37. De bruggen over de grote openingen hadden vakwerkhoofdliggers volgens het v-patroon. Ze hadden overspanningen van 88,7 en 77 m en waren doorgaand over de beide openingen. De veldlengten waren 7,4 en 7,7 m, de systeemhoogte was 9,3 m. De dwarsdragers, hart op hart 7,4 en 7,7 m, waren volwandig geconstrueerd met een hoogte van ongeveer 2 m. Daartussen lagen langsdragers van gewalste balken. De hoofdliggers en de dwarsdragers waren van St.52, de overige delen van St.37. Zowel de aanbrug als de hoofdbruggen hadden een betonnen dek. Lees verder Oude Maasbrug Dordrecht

Laatst bijgewerkt op: 25 april 2022

Bnr. 595 Koemarktbrug (1927)


Koemarktbrug klaar voor de feestelijke opening 1927
Foto: H.B.J. Aikema.

Tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad van Schiedam op 13 februari 1925 was besloten tot de bouw van een nieuwe beweegbare brug over de Lange Haven tussen de Koemarkt en de Gerrit Verboonstraat. Op 5 oktober 1926 vond de eerstesteenlegging plaats. Verschillende bedrijven werkten aan de bouw van de brug: NV Internationale Gewapend Betonbouw Breda mocht de onderbouw bouwen, Machinefabriek Jaffa uit Utrecht was verantwoordelijk voor de machine-installatie. De Schiedamse Werf Gusto kreeg de opdracht de bovenbouw te bouwen. Ir. H.B.J. Aikema was ontwerper van de brug en hij had de technische leiding en toezicht. De burgemeester van Schiedam de heer A.J. Gijsen heeft op 23 november 1927 de nieuwe Koemarktbrug geopend.

Bron: Gemeentearchief Schiedam


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Laatst bijgewerkt op: 25 april 2022