Home

Leestijd: 9 minuten

Bouwmummer: 717 ‘Brug over de Oude Maas’ 1937.
Kijk voor meer door de werf gebouwde bruggen op ‘Bruggen’ en/of ‘Brugreparaties’.
Foto: Digitale Collectie St. Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.

De diepe economische crisis van de dertiger jaren kostte honderden werknemers hun baan.  Het herstel trad eind dertiger jaren langzaam in met de opdracht van zeewaardige baggermolens en marineschepen. Het waren de bruggen van Werf Gusto Staalbouw, die het bedrijf door de crisis heen sleepte. Werf Gusto had zich, evenals meerdere scheepswerven, laten registeren bij Rijkswaterstaat als bruggenbouwer.

Bouwmummer: 722 ‘Robur’ 1937.
Kijk voor meer door de werf gebouwde kolenschepen op ‘Kolentransporteurs’.
Foto: Digitale Collectie St. Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.

De scheepswerf krabbelde rond 1937 weer overeind met contracten voor de Koninklijke Marine (bouw van vier mijnenvegers uit de ‘Jan van Amstel-klasse’), een flinke order voor twee zeewaardige baggermolens voor de Sovjet-Unie en de bouw van enkele zware Drijvende Bokken en Kranen.  1937 was het jaar dat H. Smulders toetrad tot de directie als opvolger van zijn vader Frans Smulders. Het was ook het jaar dat Werf Gusto haar laatste grote kolentransporteur afleverde (1000 ton) voor de haven van Gdynia.

Motortorpedoboot Hr.Ms. TM-51 tijdens beproevingen in Engeland.
Voor meer leveringen aan de Koninklijke Marine kijk op ‘Koninklijke Marine ‘.
Foto: Digitale Collectie St. Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.

Na W.O. II kwam alles weer langzaam op gang. Er was enorme schade aangericht aan de installaties en machines van de werf door de bezetter. De eerste naoorlogse orders betroffen reparatieopdrachten van de NS, RWS en de Rijksoverheid voor beschadigde spoorbruggen, oeververbindingen en schepen. In 1947 startte de werf met de bouw van drie grote tinbaggermolens voor Billiton. De molens maakten onderdeel uit van een order van zes tinmolens in totaal besteld bij het onder andere door Werf Gusto in 1943 opgerichte samenwerkingsverband I.H.C. Holland.

Bouwnumme: 127 ‘Leiderkerk’1959.
Kijk voor meer door de werf gebouwde vrachtschepen op ‘Schepen (Civiel)’.
Foto: Digitale Collectie St. Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.

Niet alleen Werf Gusto in Schiedam en Gusto Geleen draaiden op volle toeren. Ook de afdeling Werf Gusto Slikkerveer (met een eigen directie) leverde vele orders en half-orders af. De half-orders werden gebouwd voor Werf Gusto en waren vaak grote deksecties en dekhuizen. Eind vijftiger jaren bouwde Gusto Slikkerveer ook de casco’s voor de boorpontons voor Nigeria en Venezuela. Het experiment met de ‘Seashell’ was goed verlopen en leidde in 1964 tot orders zoals het 5-potige booreiland ‘Ile de France’ voor het Franse Foramer en de twee kraaneilanden ‘Lepelaar’ en ‘Kraanvogel’ voor Rijkswaterstaat. Rode draad bleef voorlopig voor de werf, de baggerscheepsbouw, vrachtschepen en voor de afdeling Gusto Staalbouw bruggen, staalconstructies, hoogovens. Een visitekaartje van de mogelijkheden van de werf gaf Werf  Gusto af in 1961 met de bouw van de ‘Katsedyk’ voor de HAL.

Computerruimte in het eerste boorschip ‘Pelican’ (Co. 860) 1970.
Voor meer infornmatie over de Offshore kijk via ‘Offshore’ ‘Boorschepen’.
Foto: Digitale Collectie St. Erfgoed Werf Gusto – Fotograaf: Onbekend.

In 1962 vierde het bedrijf het 100-jarig bestaan. Het jaar 1965 was een belangrijk jaar in het bestaan van Werf Gusto. Het bedrijf, inclusief vier andere scheepswerven die deel uitmaakten van het samenwerkingsverband I.H.C. Holland (1943), trad toe tot het nieuw op te zetten concern IHC Holland N.V. Als er een periode aangewezen kan worden waarop het voor Werf Gusto uiteindelijk fout zou gaan is dat het jaar 1965. Niet alleen verloor de familie Smulders de zeggenschap over de eigen werf, maar ook besloot men zich verder te gaan specialiseren en ontwikkelen als leverancier van offshore producten. Werf Gusto ging deel uitmaken van de divisie ’Offshore’. Daarbij stootte het bedrijf geleidelijk al haar andere belangrijkste taken af, zoals baggerbouw, bruggenbouw, kraanbouw en Staalbouw. De flexibiliteit, die decennialang ervoor zorgde dat het bedrijf menig crisis daardoor had kunnen overleven, verdween uit het bedrijf. Rond 1970 was deze transitie klaar en leverde het bedrijf het eerste DP-boorschip ‘Pelican’ af in 1971. De beslissing van IHC Holland een offshore werf op te zetten in de Verenigde Staten deed het concern in 1973 op haar grondvesten schudden. De verliezen waren enorm voor die tijd (± € 40 miljoen). De RvB (Raad van Bestuur) huiverig geworden voor investeringen buiten haar expertise (baggeren) liet daarom via haar voorzitter D. Smit weten dat op termijn IHC Holland N.V. niet verder wilde binnen de offshore en zette daarbij Werf Gusto te koop in de etalage. 


Stichting Erfgoed Werf Gusto 2020

Laatst bijgewerkt op: 13 januari 2024

Scheepsbouwmuseum