Bnr. 726 Crista (1938)

Leestijd: 3 minuten

Type: Koopvaardijschip
Tonnage: 2.590 ton
Opgeleverd: 1938
Eigenaar: Angelsaksische Petroleum Co Ltd , Londen
Thuishaven: Londen
Datum van de aanslag *: 17 maart 1942
Nationaliteit : Britse

Bnr. 726 Crista (1938)
Bnr. 726 Crista (1938)

Geschiedenis:
Het schip werd voltooid in december 1938. Op 9 februari 1941 werd de Crista licht beschadigd door een mijn bij Tobruk . Op 2 december 1943 werd het schip wederom zwaar beschadigd door bommen tijdens de luchtaanval van Duitse bommenwerpers op de haven van Bari, Italië.  Na tijdelijke reparaties op Augusta , werd ze hersteld in Alexandrië en weer in bedrijf genomen in mei 1944 .

Na WOII:
1957 omgedoopt tot Tong Peng voor Kie Hock Ship. Co Ltd, Singapore.
1967 omgedoopt tot Gammewah voor dezelfde eigenaar.
1978 omgedoopt tot Bomari en gesloopt in Hong Kong in mei 1978.


Proevaart:

Het motortankschip Crista heeft 20 december een goed geslaagden proeftocht gehouden. Het schip is gebouwd door de Werf Gusto v/h fa. A. F. Smulders te Schiedam, voor rekening van de Koninklijke Shell en is bestemd voor het vervoer van benzine in blikken in de tropen. Het werd gebouwd onder toezicht en volgens de voorschriften van Lloyd’s Register of British and Foreign Shipping, voor de klasse 100 A l, en onder toezicht van den Board of Trade.

De hoofdafmetingen zijn: lengte tusschen de loodlijnen 30S’-9”, breedte op de spanten 4T-9″, holte in de zijden tot bovendek 25′-0″. Het schip heeft bij een diepgang tot aan het zomer vrij boord een draagvermogen van 3831 ton; het is voorzien van een dubbelen bodem over de geheele lengte, twee laadruimen, één dieptank en crossbunker en heeft verder twee masten, elk met vier laadboomen en met acht stoomlaadlieren. Voor de voortstuwing is een motorinstallatie aan­wezig, bestaande uit een 4-tact enkelwerkenden 6-cylinder Werkspoor Dieselmotor met alle noodige hulpwerktuigen. De hoofdmotor heeft een vermogen van 1600 bhp, bij 145 omwentelingen per minuut,welke het schip in geladen toestand een snelheid geeft van 11 knoopen per uur. De noodige stoom voor de met stoom aangedreven hulp­ werktuigen en voor de centrale verwarming wordt verkregen door een donkey-ketel van 1500 vierk. voet verwarmend oppervlak met een werkdruk van 12 atm.

bron: ‘Schip & Werf’ – 6 januari 1939


* Verslag van de aanval door de U-38 op de Crista

Om 23.03 uur op 17 maart 1942 vuurde de U-83 een salvo van drie torpedo’s op een stoomboot in konvooi AT-34 ongeveer 45 mijl ten oosten van Tobruk en miste. Om 23.17 uur werd nogmaals een torpedo afgevuurd, die de Crista ( onder bevel van Kapitein William Blackstone) aan stuurboord raakte ter hoogte van de grote mast en zette haar onmiddellijk in brand. Door de explosie ontstond een gat van 10 meter breed en vernietigde de bovenbouw, maar had geen invloed op de machinekamer. De tien Britse en 25 Egyptische bemanningsleden, vier marine- en één marine seiner begonnen het schip te verlaten op drie vlotten en twee reddingsboten, maar de stuurboord boot was verloren toen het water begon te maken bij het neerlaten van de reddingsboot. De derde en vierde ingenieur, een schutter en de kok sprongen overboord en probeerden te ontkomen door weg te zwemmen, maar werden een prooi van de brandende olie op het water. Alleen de schutter werd later opgepikt door de andere reddingsboot, die het schip had verlaten 40 minuten na de voltreffer. Het werd overspoeld tijdens het neerlaten. Ondanks het water in de boot konden de 12 mannen de brandende olie ontwijken, redden de schutter, die eerder overboord sprong en vijf anderen van een Carley vlot. Ze werden na ongeveer een uur opgepikt door de Zuid-Afrikaanse walvisvaarder ms HMSAS Boksburg, die negen mannen van één vlot oppikten en enkele leden van de Egyptische bemanning van een ander, maar het derde vlot met vier Egyptenaren werd niet gevonden, ondanks een zoektocht door het gebied. De walvisvaarder voegde zich toen weer bij het konvooi en zette de overlevenden later bij Tobruk af.

De verlaten Crista bleef branden en werd de volgende dag door de Britse motortorpedoboot HMS MTB-266 gespot, die haar voor anker legde bij Bardia in de Sollum Baai, waar de branden werden geblust. Later werd ze op sleeptouw genomen door HMS St. Monance (W 63) en naar Alexandrië gesleept voor reparaties, begeleid door de Britse bewapende trawler HMS Southern Isle en de Britse motorboten HMS ML-1005 en HMS ML-1069, aankomst op 28 maart. Het schip werd gerepareerd en weer in bedrijf genomen in augustus 1943.

bron: Uboat.net


Stichting Erfgoed Werf Gusto

Laatst bijgewerkt op: 17 augustus 2018