DP-boorschepen

Leestijd: 2 minuten

Een DP-boorschip (Pelican Class – Dynamic Positioning) ligt niet aan ankers, maar wordt met behulp van de twee voortstuwings-schroeven en een aantal dwarsscheepse schroeven op zijn plaats gehouden. De commando’s aan deze schroeven worden gegeven door een computer, die voortdurend verandering in windkracht, windrichting en stromingen registreert en vergelijkt met de positie die het boorschip moet innemen om te kunnen blijven boren. Met dit systeem kon in grotere waterdiepten worden gewerkt dan ooit met verankerd materieel mogelijk was.

Schema werking DP
Schema werking DP

In die tijd (1972) werd de positie van dit soort DP-schepen verkregen door continue metingen van akoestische transponders, die rond de boorput in een vijfhoek (pentagoon) op de zeebodem geplaatst werden. Afwijkingen van het hart van de vijfhoek werden gecorrigeerd door de drie voorwaarts geplaatste schroeven, twee achterwaarts geplaatste schroeven alsmede ook de twee voortstuwings-schroeven. De juiste instelling van de snelheid van de dwarsschroeven en voortstuwingsschroeven om het schip op zijn plaats te houden werden door de computer berekend en op de juiste snelheid ingesteld.

Er was nog een tweede computer, die continue synchroon meedraaide en de taken zo nodig naadloos kon overnemen als de hoofdcomputer zou uitvallen. Beide computers draaiden op grote batterijsystemen, zodat bij spanningsuitval het systeem nog enige tijd zou blijven functioneren.  Om de uitwendige krachten, die op DP-schepen werden uitgeoefend te minimaliseren, werd er ‘weather-vaning’ toegepast. Dat betekent, dat de  computer ervoor zorgde dat het schip altijd met de kop in de wind lag. Het systeem keek ook naar het golvenpatroon en soms werd berekend dat het gunstiger was om het schip zo te positioneren, dat het het minste last had van de golven (wave-vaning).

Als reserve waren er twee ‘taut-wire systemen’, die in de periode daarvoor gebruikt werden op dergelijke schepen. Een stuk primitiever en onnauwkeuriger. Door een kraan met een automatische lier werd een staalkabel altijd strak gehouden. De kabel was naast het schip op de zeebodem verankerd. De positie en hoek van de draad werd continue gemeten en gaf zo informatie over eventuele drift.

De proefvaart en  proeven met de boorschepen om ze op hun positie te houden werden in dieper water in de buurt van Noorwegen gehouden. Het was mogelijk om met de hand de DP te besturen. Dat kon met een joy stick in de DP-ruimte. Met een klein draaiknopje op de stick kon men het hele schip op de plaats laten draaien. Zijdelings wegvaren kon ook. Er was nog een joy stick met een tijdsafhankelijke besturing.

bron: kombuispraat.com / Schip en Werf nr. 8 1976


Terug naar Boorschepen of Naar 1972 of Naar Co.860

Laatst bijgewerkt op: 18 augustus 2015