Bnr. 512: Gemma (1919)

Van de werf Gusto, firma A. F. Smulders, te Schiedam, werd gisteren in tegenwoordigheid van autoriteiten te water gelaten de stalen romp van het stoomschip „Gemma”. in aanbouw voor de gouvernementsmarine voor Nederlandsch Oost-Indië. Het stoomschip wordt gebouwd onder toezicht van de Kon. Ned. Marine en heeft de volgende afmetingen: lengte over de stevens 53.40 M., grootste breedte 9 M., holte tot het bovendek 4.28 M. Het schip wordt voorzien van een triple expansie machine met oppervlak condensatie, in staat het vaartuig een snelheid te geven van 12 knoopen, waarvoor de benodigde stoom zal worden geleverd door twee stoom-ketels met een verwarmend oppervlak van 240 M2. bij. een stoomdruk van 12 atmospheren. Het schip wordt voorts voorzien van twee stoomlieren, stoom-ankerspil en stoom-stuur-machine.

Algemeen Handelsblad 17-12-1918


Gouvernementsschip (kustwacht) gestationeerd in Ned. Oost Indië. Men had drie van dergelijke schepen om de hele archipel te bewaken. De Gemma is in WO II door de Japanners gevorderd. In 1945 voer zij weer onder Nederlandse vlag. De Gemma  werd op 22 april 1920 in dienst gesteld bij de Gouvernements Marine en als stationsschip ingezet vanuit Koepang, Timor.

Op 2 maart 1942 werd de Gemma door de eigen bemanning tot zinken gebracht aan de Endehkade te Soerabaja. Op 28 januari 1943 werd het schip op last van de bezetter gelicht, hersteld en onder naam Kita Maru  als transport- en hulpschip in de vaart gebracht.

Na de Tweede Wereldoorlog werd het schip te Makassar teruggevonden en overgedragen aan de Dienst van Scheepvaart. De Gemma werd bij de Gouvernements Marine gebruikt voor hydrografische werkzaamheden in de jaren 1946 en 1947. Daarna werd het schip gebruikt als logementschip te Soerabaja.
In 1949 ging de  Gemma als zodanig over naar de Indonesische marine.


Stichting Erfgoed Werf Gusto 2018